Tachtig dagen rood(57)
‘Whoa,’ zei hij na een paar opnamen. ‘Dat is geweldig, maar ik weet niet zeker of je deze opnamen wel kunt gebruiken, afhankelijk van het soort blad waar je ze naar wilt sturen, natuurlijk. Misschien kun je je benen iets dichter bij elkaar houden?’
‘Eigenlijk zou ik het wel leuk vinden om een paar meer… persoonlijke opnamen te hebben. Alleen voor mezelf.’ Ik voelde hoe mijn gezicht vuurrood kleurde. ‘Als dat buiten je opdracht voor vandaag valt, vind ik het geen enkel probleem om er extra voor te betalen. Als je het maar niet tegen mijn agent zegt.’
‘Dat van die rockrebellie was dus echt geen geintje?’ grinnikte hij. ‘Ik vind alles prima, zolang jij je er prettig bij voelt, en maak je geen zorgen, ik zal je geheim bewaren.’
Vanaf dat moment werd ik steeds uitdagender, en steeds meer opgewonden.
‘Poseer alsof je de liefde bedrijft met de viool,’ zei hij, ‘in plaats van met de camera.’
Ik verlegde mijn focus, zodat in plaats van zijn lens als het voorwerp van mijn seksuele aandacht, ik me mijn viool voorstelde – niet zozeer als een fallus maar als een bewaarder van mijn herinneringen, het hart van alle ervaringen die me dan misschien niet hadden gemaakt tot wat ik nu was, maar die de stappen waren geweest op het pad dat ik had gekozen. Herinneringen aan Dominik kwamen als eerste weer bovendrijven, en als meest intense, en ze waren bijna allemaal gelinkt aan de muziek, aan de Bailly. De viool was verdwenen, maar de herinneringen waren nog steeds van mij. Voor Dominik spelen in de muziektent op Hampstead Heath, in de crypte, in het appartement in New York, wachtend tot hij thuiskwam en me naakt zou aantreffen met de viool in mijn hand. Dat was mijn symbolische boodschap aan hem, dat een deel van mij aan hem toebehoorde.
‘Deze zijn fantastisch,’ zei Grayson uiteindelijk, toen hij snel door de opnamen scande die hij naar zijn enorme computerscherm had geladen. ‘Ik zal de kleuren wat oppeppen, de ruis verwijderen, en wat storende dingetjes uit de achtergrond verwijderen, dat soort dingen, maar buiten dat hoef ik er niet veel aan bij te werken. Ik houd ze liever puur, zoals ze zijn.’
‘Ja. Ze zijn geweldig. Dankjewel.’ Ik voelde een vreemde dankbaarheid jegens de fotograaf omdat hij iets zo persoonlijks had weten te vangen in een beeld. De uitdrukkingen op mijn gezicht grepen me met name, deden me mijn adem inhouden, toen die opnamen op het scherm verschenen. De blik in mijn ogen straalde pure seks uit, maar niet op een smakeloze manier, zoals bij een pornoactrice. Ik zag eruit als een sirene, alsof mijn hele wezen uit feromonen was opgebouwd, in plaats van atomen. En het zag er écht uit alsof ik de liefde bedreef met mijn viool.
Hij beloofde me alle bestanden per e-mail te sturen, zodat ik kon uitkiezen welke foto’s hij moest opmaken. Ik bedankte hem nogmaals en slaagde er nauwelijks in om me aan te kleden, klungelend met mijn vingers en met een op hol geslagen hartslag. Mijn schaamte omdat ik de enige naakte persoon in de kamer was, in aanwezigheid van de fotograaf en de visagist, was vergeten. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis, een plekje voor mezelf vinden om na te denken over alle gedachten en herinneringen die zich permanent in mijn hersens hadden genesteld.
Omdat ik wist dat ik niet alleen zou zijn als ik naar Fran en Chris ging, of naar Viggo’s huis, maakte ik een omweg door het park bij het huis van Grayson, bij de begraafplaats. Ik ging zitten op een van de banken in het park en staarde naar de oude stenen die het fundament vormden van de kerk, die hoog de lucht in stak. Ik kreeg meestal de kriebels van kerken, maar niet van deze. De stenen waren heel lichtgrijs, bijna wit, en ze vielen niet bijna uit elkaar. Ook waren ze niet bedekt met mos. Toen ik het wat beter bekeek, had het gebouw een bepaald soort lichtheid, een pracht en praal die verheffend was, en niet angstaanjagend.
Ik zocht de ingang en ging naar binnen. De hoofddeur was op slot, maar ik kon wel in een grote, ronde ruimte komen, die gebouwd was van dezelfde lichte stenen. De muren reikten tot in de hemel, meerdere verdiepingen boven mijn hoofd. Ik leunde tegen een van de muren, genoot van de koele aanraking, en liet me langzaam op mijn hurken zakken.
Ik wilde Dominik wanhopig graag. Niet alleen om te neuken, voor de eerste keer van mijn leven. Ik wilde met hem praten, wilde voelen hoe hij me in zijn armen nam, en met mijn hand over zijn borst strelen. Ik wilde gewoon bij hem zijn.
Maar hij was nu met Lauralynn, en het was te laat voor berouw. Ik had mijn keuze bepaald, en nu moest ik ermee leren leven.
Ik zou in ieder geval zijn stem even kunnen horen, en misschien bedenken hoe ik mijn Bailly terug kon krijgen, het instrument dat me toch nog steeds op de een of andere manier met hem verbond.
Ik viste mijn telefoon uit mijn tas.
8
Parijse melodieën