Storm op komst(22)
Jake knikte. Om eerlijk te zijn wilde hij Galliana nu meteen van alles vragen, maar hij begreep dat het zou moeten wachten. Topaz had hem al bij zijn arm genomen en trok hem mee naar de ingang van het kasteel.
Aan de voet van Mont Saint Michel bevonden zich twee reusachtige deuren met zware klinknagels. Er hing een oude metalen plaat op met een gravure van het embleem dat hij onderhand goed kende: de zandloper met de twee planeten die eromheen cirkelden. Deze versie was echter veel rijker bewerkt en Jake besefte dat de planeten die zich om de zandloper heen bewogen in werkelijkheid alle twee de aarde waren. Wat de afbeelding een extra, magische dimensie gaf was dat het bergje zand onder in de zandloper dezelfde contouren had als Mont Saint Michel.
‘Ben je zover?’ vroeg Topaz.
Jake knikte opgetogen.
Topaz drukte de klink omlaag. De deur was niet op slot; met een hol geknars zwaaide hij open en het drietal ging naar binnen.
8
Punt Nul
Ze gingen een brede trap op naar het hart van het middeleeuwse kasteel. Aan weerszijden hingen levensgrote portretten aan de muur, waarvan de gezichten op hen neerkeken.
‘Dat zijn alle vroegere commandanten van de Dienst,’ lichtte Topaz toe toen Jake nieuwsgierig naar de strenge, imposante gezichten keek. ‘Die man daar’ – ze wees naar een mysterieuze figuur met een tulband tegen de achtergrond van een donker, tropisch landschap – ‘is Sejanus Poppoloe, de oprichter van de Geheime Dienst. Hij was een wetenschapper en ontdekkingsreiziger uit Brugge in België, en een echte visionair. Hij is degene die atomium heeft ontdekt en de tijdflux, en die de oorspronkelijke kaart heeft getekend van de 107 Europese horizonpunten. Hij stierf aan het Engelse hof van Elizabeth I, tweehonderd jaar voor zijn geboorte. Hij is per schip naar dat jaar teruggereisd.’
Sejanus Poppoloes scherpe blik leek Jake in het voorbijgaan te volgen.
Boven aan de trap sloegen ze rechts af en liepen door een bogengang naar een balkon dat uitkeek op een binnenhaven, die werd gevormd door een grote natuurlijke grot die aan één kant in verbinding stond met de zee.
‘Hier ligt het grootste deel van de vloot van de Wakers. Kijk’ – ze wees de schepen om beurten aan – ‘de Campana, een Genuese galei, de Veroveraar, een Byzantijnse dhow, de Lantaarn, een Chinese jonk uit de Yuandynastie, bestand tegen de tyfoons van de Zuid-Chinese zee – de ergste van de hele wereld,’ voegde ze er met een veelbetekenende blik aan toe. Haar stem weerkaatste tegen de wanden van de grot terwijl ze vervolgde: ‘De Barco Dorado, een Spaans oorlogsschip, een van de weinige die nog over zijn van de Armada. En de Stratagème, een heel vroege onderzeeër. Een Hollands schip en een Atlantische klipper liggen voor reparatie in de haven van Brest. Zullen we verdergaan?’
Terwijl Topaz de bogengang weer in liep, kwam Nathan naast Jake lopen en fluisterde luid in zijn oor: ‘Voor het geval je het nog niet doorhad, ze houdt erg van de klank van haar eigen stem.’
Aan de andere kant van de gang kwamen ze bij een deur met daarachter een grote gewelfde ruimte.
‘De wapenkamer,’ kondigde Nathan aan, die met zichtbaar genoegen de rol van gids overnam.
In het midden van de ruimte bevonden zich twee verhogingen die aan boksringen deden denken en waar gehelmde agenten in wapenrusting aan het oefenen waren. Elk stukje muur was bedekt met glanzend wapentuig.
‘Grieks, Romeins, Keltisch, Byzantijns’ – Nathan wees naar de verschillende secties – ‘kruisvaarders, vroege middeleeuwen, renaissance, verlichting, industriële revolutie en ga zo maar door. Katapulten, slingers, kruisbogen, handbogen. Degens, sabels, slagzwaarden, tweehanders. Bijlen, speren, lansen, hellebaarden, knotsen, dolken...’
‘Ik denk dat de boodschap duidelijk is,’ onderbrak Topaz hem vermoeid. ‘Een heleboel metaal.’
‘Maar het zal je zijn opgevallen dat er geen vuurwapens of explosieven bij zitten,’ voegde Nathan er met een opgetrokken wenkbrauw aan toe.
Dat was het niet, maar Jake knikte instemmend.
‘Explosieven kunnen namelijk niet worden meegenomen in de tijdflux,’ legde Topaz uit. ‘Als ze toch terecht zouden komen op een schip, zouden de onstabiele elementen zich kunnen vermengen met onze atomen en...’
‘... zeg dan maar dag met je handje!’ Nathan deed een explosie na. ‘Kun je overweg met een handboog?’ vroeg hij aan Jake, terwijl hij er een uit een rek haalde.
‘Hij pronkt graag met zijn beperkte vaardigheden,’ merkte Topaz op.
‘Nee, ik... ik geloof niet dat ik...’ stamelde Jake.
Nathan spande zijn boog en richtte op een schietschijf aan de andere kant van de ruimte. Ze knepen hun ogen tot spleetjes om te zien waar hij hem had geraakt. De pijl had de roos getroffen, maar iets uit het midden.