Spoor(23)
‘Met je man.’
‘Mijn ex-man.’
‘Ben je maar met één man naar bed geweest?’
‘Ach, je weet wel... ik werd zwanger en toen moesten we trouwen.’
‘Jezus christus.’
‘Ik weet het.’
‘Waarom ben je in godsnaam geen verhouding begonnen?’
‘Dat... Ach... Ik denk niet... Ik weet niet...’
‘Nooit gevaarlijk geleefd?’
‘Nee...’
‘En nu? Je bent nu alweer, hoe lang, twee maanden alleen...’
‘Ik heb...’
‘Je zit je tijd te verknoeien.’
‘Misschien wel.’
‘Zal ik je aan iemand voorstellen?’
‘Nee!’
Ze kijkt peinzend naar Milla. ‘Ik ben dol op hopeloze gevallen. We hebben een hoop werk te doen.’
Milla lacht.
‘Ik zal je moeten inwijden in de geneugten van het cougar-schap.’
‘Cougar?’
‘Dat ben ik, lieve Milla, een openlijke, ongegeneerde... nee, trotse cougar. Een verleidster van jongere mannen. Begin twintig. Lekker strak, gretig, een wop-relatie.’
‘wop?’
‘Wippen, ontbijten, pleite. De perfecte oplossing. Harde, jonge lijven, uithoudingsvermogen, zoveel enthousiasme. En een gemeenschappelijke weerzin tegen vaste banden. Love them and leave them.’
‘Aha...’
‘Ik ga iets voor je organiseren.’
‘Nee, Jess. Nee, nee, nee.’
Operatie Shawwal
Transcriptie: afluisteren M. Strachan. Daven Court nr. 14, Davenportstraat, Vredehoek
Datum en tijd: 7 oktober. 23.32 uur
MS: Christo was knap. Je weet hoe het gaat op die leeftijd, als een knappe jongen met zelfvertrouwen jou eruit pikt, tussen alle anderen, en je vriendinnen o en ah roepen. Ik had een laag zelfbeeld, ik was gewoon zo... opgelucht dat hij belangstelling voor me had. Zo... dankbaar... Hij was zo... Het leek of hij zo wereldwijs was, zo op zijn gemak met zichzelf. Ik weet niet of ik ooit verliefd op hem ben geweest. Misschien lieg ik tegen mezelf... Ik was die avond dronken. Het was carnaval. Iedereen was dronken. Dat is geen excuus, ik zou zeker op een bepaald moment met hem naar bed zijn gegaan. Ik was er klaar voor, ik wilde hem hebben, ik wilde weten hoe het voelde...
(13 september 2009. Zondag.)
Milla duikt pas na tienen op uit haar dronkenmansslaap. Brokstukken van de vorige avond zweven door haar hoofd. Jessica’s sensuele, door drank benevelde stem.
We zijn allemaal mislukkelingen.
Jij bent de weggelopen huisvrouw.
Ben je maar met één man naar bed geweest?
Nooit gevaarlijk geleefd?
God, heeft zij echt aan dat gesprek deelgenomen?
Nou en of. En meer. Ze heeft haar verhaal verteld, laat op de avond, de volledige waarheid, met dronkenmanstranen, en Jessica heeft haar hand vastgehouden en meegehuild. Het komt nu allemaal terug en de schaamte daalt in vlagen op Milla neer.
En dan de angst: hoe is ze thuisgekomen? Ze weet het niet meer.
Zodat ze opspringt en uit het raam kijkt en haar Renault Clio buiten ziet staan. De opluchting is klein, want de hoofdpijn bonkt opeens. Ze stapt weer in bed en trekt de dekens over haar hoofd. Ze is in haar dronkenschap naar huis gereden, ze had een ongeluk... Ze had in de gevangenis kunnen belanden, wat zou Christo daarvan genoten hebben, hoe kan ze haar zoon zoiets aandoen? ‘Is dat jouw moeder, die dronken vrouw die in de krant stond? Dat wijf dat weggelopen is?’
Ze kan dit soort dingen niet doen.
Ze ligt zichzelf verwijten te maken tot ze er niet meer tegen kan, voorzichtig opstaat, haar kamerjas en sloffen aantrekt, naar de keuken sloft en het koffiezetapparaat aanzet.
En dan bedenkt ze dat ze een beetje gevaarlijk heeft geleefd, gisteravond. Ze heeft een stukje van alles wat ze kwijt was teruggekregen.
Transcriptie: afluisteren, telefoongesprek – J.N. Shabangu (alias ‘Inkunzi’) en A. Hendricks.
Datum en tijd: 13 september 2009. 20.32 uur
S: Ik heb een boodschap voor Inkabi.
H: Wat is de boodschap?
S: De exportdeal...
H: Ja.
S: De man die de spullen wil kopen, weet je wel. Hij is in Kaapstad. Hij is een Inkosi...
H: Ik weet niet wat ‘Inkosi’ betekent.
S: Inkosi is een belangrijke man. Een chef. Je weet wel... van een... bedrijf. Hoe zal ik het zeggen? We zitten in dezelfde business, deze koper en ik... Maar zijn business is in Kaapstad.
H: Oké.
S: We hebben gehoord dat zijn naam Tweetybird is.
H: Tweetybird.
S: Dat is wat we hebben gehoord. Dus we denken dat jij kunt helpen hem te vinden.
H: Oké.
S: En we denken dat de spullen aan het eind van de maand op reis gaan. Na de 24e.
H: Weet je meer over het transport en de route?
S: We denken per vrachtwagen, maar de route is niet zeker. Daarom moet je die Tweetybird vinden. Die zal de route kennen. Je moet zorgen dat hij hem aan ons vertelt.