Reading Online Novel

Slaven van de Klau(84)



'Wil je uitstappen?' vroeg Barch netjes.

Ze aarzelde. 'Waarom?'

'Het is niet nodig,' zei Barch. 'Blijf maar zitten.'

Ze verliet lenig en kwiek de boot en ging naast hem staan in het donker. Een warme wind voerde de geur van stof en droog hooi aan. Uit een tent die niet ver weg stond kwamen gonzend lawaai en schetterende muziek. 'Een rolschaatsbaan,' legde Barch uit. 'Wij gaan deze kant op.'

'Waarheen?'

'Naar die kleine drugstore. Daar koop ik lippenstift voor

• 9

je.

Hij pakte haar hand. Haar vingers verstrakten, werden toen heel slap. In het rode, groene en gele licht van de rolschaatsbaan zag Barch dat ze een kieskeurig trekje om de mond had.

Ze staken de grote weg over. 'Wacht hier maar even,' zei hij. 'Ik ben zo weer terug.'

Als een zwart-witte harlekijn stond ze in de schaduwen.

Haar haren glinsterden in het kleurige licht. Over zijn schouder kijkend realiseerde Barch zich dat hij nog nooit zo hevig tegelijk afkeer en verlangen had gevoeld.

Toen hij terugkwam was ze nergens te zien. 'Ellen! Ellen!' Twee jonge jongens in verbleekte spijkerbroeken en geruite hemden keken nieuwsgierig naar hem.

Hij ontdekte haar bij de rolschaatsbaan, waar ze naar de draaiende gestalten stond te kijken. Hij liep naar haar toe. 'Ik schrok even.'

Nieuwsgierig keek ze hem aan.

Barch zei stuurs: 'Ik ben min of meer verantwoordelijk voor je.'

Ze keek weer naar de schaatsers. 'Zo hoef je het niet te zien.' Hij vroeg zich af in welke rol ze nu sprak.

Ze knikte naar de bestofte vloer. 'Op de planeet Eifal schaatsen ze op soortgelijke manier op ijs en ook op Pterni, hoewel ze daar elektrische schaatsen gebruiken en snel als de bliksem gaan.'

'Hier schaatsen we ook op ijs.' Zijn stem hing lam in de lucht. Ze antwoordde niet.

Hij vroeg: 'Hoeveel planeten heb je gezien?'

'O - tien of twaalf.'

Barch werd overvallen door een onlogische woede. 'Je controleert zeker overal waar je komt de gewoonten van de inboorlingen?'

'Ik kreeg belangstelling voor antropologie toen we het antropologisch museum op Baliberos bezochten. De Savants zorgen er al sinds het begin van de geschiedenis van Baliberos voor.'

'Dan zullen ze wel niet zo primitief als Aardlingen zijn?'

Ze dacht erover na. 'Nee, zou ik zeggen. Het is natuurlijk wel een veel en veel ouder ras en ze hebben een bijzondere architectuur.'

Barch keek zonder ze te zien naar de schaatsers. Er kwam vast niets van terecht. Waarvan niet? vroeg een schamper stemmetje in zijn binnenste. Barch ontweek de vraag. Boos zijn was makkelijker. Het middelbare-school-meisje en de Zoeloe... Verdomme, zei hij fel tegen zichzelf. Ik zorg we! dat het iets wordt! Ik ben een mens en zij ook. Al is ze op duizend planeten geweest, wat kan mij dat verrekken...

Hij pakte vastberaden haar hand en trok haar mee naar een raam waar een schetterend licht naar buiten viel. 'Sta stil, dan smeer ik je lippen vol met dit spul.' 'Laat eerst eens kijken.' Ze bestudeerde de metalen huls en de rode pasta. 'Wat is het?'

'Anilinekleurstof, was, parfum. Volkomen ongevaarlijk... Doe je kin eens omhoog.' Van heel dichtbij keek ze in zijn ogen.

Het gebons in zijn keel kneep bijna zijn adem af.

Hij bracht de lippenstift omhoog.

Zwaar slikkend aarzelde hij. Zij keek hem nog steeds aan.

Hij klemde zijn arm om haar heen. Haar middel was zacht als zijde. Hij zoende haar op haar verraste gouden mond, heel teder.

Ze trok zich terug en veegde haar mond af. 'Waarom deed je dat?'

Barch zei schor: 'Wil je het echt horen?'

'Natuurlijk.'

'Dat was een teken van hartstocht. Wordt ook wel liefde genoemd.'

'O... dat had ik eigenlijk wel kunnen verwachten. Maar doe het niet nog een keer. Het is niet hygiënisch.'

Barch's hoofd tolde nog steeds. Als zij boos of bang was geweest, had hij haar nog een keer gezoend. 'De hygiëne kan naar de hel lopen... Hier...' Met een hand achter haar hoofd bewerkte hij haar lippen. 'Zo is 't wel goed.'

Zwijgend liepen ze terug naar de boot. Barch pakte de bal beet en de wagen steeg op.

Na een poos vroeg hij: 'Weet je wat ik bedoel met het woord liefde?'

'Ik geloof het wel. In elk van onze rollen heeft het een ander aspect; Aardse liefde zal er wel ergens tussen horen.'

'Zeg eens,' zei Barch ernstig, 'zou jij ooit liefde voor mij kunnen voelen?'

Ze nam hem vorsend, verbaasd op, maar ook geamuseerd, en ze leek een centimeter terug te deinzen. 'Zijn Aardlingen altijd zo abrupt?'

Met zijn tanden op elkaar zei hij: 'Ik praat teveel. Ik maak me belachelijk. Vergeet het maar.'

'Wij Lekthwanezen zijn een eigenaardig soort,' zei Komeitk Lelianr vriendelijk. 'Probeer ons te zien als onpersoonlijke wezens.'

'Wij Aardlingen zijn net zo,' mompelde Barch. 'Volkomen onpersoonlijk.'

De heuvels wierpen hoekige schaduwen op de hoogteband. In de diepte spreidde zich een langgerekte deken van lichten uit: San Leandro, Oakland, Berkley. Barch vloog driehonderd meter boven de oever van de baai en daalde over de San Pablo Avenue. 'Ik geloof dat hier ergens een kaal stuk terrein is waar we kunnen parkeren. Ja, daar is 't.'