Reading Online Novel

Slaap(49)



Hij speelt door, vloeiend en fonkelend.

‘Het spijt me,’ zegt ze ernstig.

Stefans gezicht is afgewend, maar ze hoort toch wat hij zegt.

‘Ik wil nu niet met je praten.’

Saga steekt hem het boeket toe en probeert te glimlachen.

‘Het spijt me,’ herhaalt ze. ‘Ik weet dat ik ontzettend lastig was, maar ik...’

‘Ik ben aan het spelen,’ kapt hij haar af.

‘Maar we moeten het hebben over wat er is gebeurd.’

‘Ga weg,’ zegt hij met luide stem.

‘Sorry dat...’

‘En doe die deur goddomme achter je dicht.’

Hij staat op en wijst naar de hal. Saga laat de bloemen op de grond vallen, loopt naar hem toe en geeft een duw tegen zijn borst. Die is zo hard dat hij een stap naar achter doet, de pianokruk omverstoot en de bladmuziek van de standaard gooit. Ze loopt achter hem aan, klaar om te slaan als hij in de tegenaanval gaat, maar Stefan blijft met hangende armen staan en kijkt haar aan.

‘Het werkt niet,’ zegt hij alleen maar.

‘Ik ben een beetje uit balans,’ zegt ze.

Hij zet de pianokruk overeind en raapt de bladmuziek bij elkaar. Angst borrelt in haar op en ze doet een pas achteruit.

‘Ik wil je geen verdriet doen,’ zegt hij met een holle stem die haar angst doet omslaan in paniek.

‘Wat is er?’ vraagt ze en ze voelt zich misselijk.

‘Het werkt niet, we kunnen geen relatie hebben, we...’

Hij zwijgt en ze probeert te glimlachen, probeert te functioneren, maar haar voorhoofd is nat van koud zweet en ze voelt zich duizelig.

‘Omdat ik gisteravond lastig was?’ weet ze uit te brengen.

Stefan kijkt haar bedeesd aan.

‘Je bent de mooiste vrouw die ik ooit heb gezien, de mooiste die er bestaat... en je bent slim en grappig en ik zou de gelukkigste man van de wereld moeten zijn... Ik zal er vast mijn hele leven spijt van hebben, maar volgens mij moet ik het uitmaken.’

‘Ik begrijp het nog steeds niet,’ fluistert ze. ‘Omdat ik kwaad werd... omdat ik stoorde terwijl jij zat te spelen?’

‘Nee, het...’

Hij gaat weer zitten en schudt zijn hoofd.

‘Ik kan veranderen,’ zegt ze, en ze kijkt hem even aan voordat ze doorgaat. ‘Maar het is zeker al te laat?’

Als hij knikt, draait ze zich om en verlaat de kamer. Ze loopt naar de hal, tilt het oude krukje uit Dalarna op en knalt het tegen de spiegel. De scherven donderen als een grote ijsschots naar beneden en versplinteren op de plavuizen. Ze stoot de voordeur open, rent de trap af en stormt recht het stralend blauwe winterlicht in.





61


Saga rent over de stoep met aan de ene kant de gevels en aan de andere kant de sneeuwwal. Ze inhaleert de ijzige lucht zo diep dat haar longen er rauw van aanvoelen. Ze steekt over, rent door het parkje Mariatorget, blijft aan de overkant van de Hornsgatan staan en pakt sneeuw van het dak van een auto, drukt het tegen haar hete, brandende ogen en draaft dan de rest van de weg naar huis.

Haar handen beven als ze de deur openmaakt. Als ze de hal binnenstapt en de deur achter zich dichttrekt, ontglipt haar een eenzame jammerende kreet.

Saga laat de sleutels op de grond vallen, schopt haar schoenen uit en loopt rechtstreeks naar haar slaapkamer.

Ze pakt de telefoon, toetst het nummer in en blijft roerloos staan wachten. Na zes keer overgaan wordt ze doorverbonden met zijn voicemail. Ze luistert zijn mededeling niet af, maar knalt het toestel zo hard ze kan tegen de muur.

Ze wankelt, leunt naar voren en zoekt steun bij de ladekast.

Met al haar kleren aan gaat ze op het tweepersoonsbed liggen en kruipt als een foetus in elkaar. Ze weet heel goed wanneer ze zich voor het laatst zo heeft gevoeld. Toen ze als klein meisje wakker werd in de armen van haar dode moeder.

Saga Bauer weet niet meer precies hoe oud ze was toen haar moeder ziek werd. Maar ze was vijf toen ze begreep dat haar moeder een ernstige hersentumor had. De ziekte veranderde haar moeder op een vreselijke manier. Door de chemo werd ze afwezig en steeds humeuriger.

Haar vader was bijna nooit thuis. Zijn trouweloosheid is nog steeds onverteerbaar voor haar. Als volwassen vrouw heeft ze zich geprobeerd voor te houden dat het zwak maar menselijk was. Ze probeert het voor zichzelf te herhalen, maar de woede die ze jegens hem voelt, wil niet wijken. Het is volstrekt onbegrijpelijk dat hij zijn snor drukte en zo’n zware last overliet aan zijn dochtertje. Ze wil er niet aan denken en heeft het er nooit over, dan wordt ze alleen maar kwaad.

De nacht dat de ziekte haar uiteindelijk nekte, was haar moeder zo moe dat ze hulp nodig had om haar medicijnen in te nemen. Saga gaf haar de ene tablet na de andere en rende weg om het glas met water te vullen.

‘Ik kan niet meer,’ fluisterde haar moeder.

‘Je moet volhouden, mama.’

‘Bel papa en zeg dat ik hem nodig heb.’