Slaap(20)
Om zeven uur was hij alweer terug in het Lill-Jansskogen. Het gebied was afgezet en werd bewaakt, maar de sneeuw rondom het graf was al zo vertrapt door agenten, honden en reddingswerkers dat het zoeken naar sporen van een eventuele medeplichtige zinloos was.
Om tien uur blafte een recherchehond bij een plaats in de buurt van het Uggleviks-reservoir, slechts tweehonderd meter van het graf van de vrouw. Technisch rechercheurs en onderzoekers plaats delict werden opgeroepen, en twee uur later hadden ze de stoffelijke resten van een man van middelbare leeftijd en een jongen van een jaar of vijftien opgegraven. Ze lagen allebei in een blauwe plastic ton geperst en forensisch onderzoek wees uit dat ze bijna vier jaar geleden begraven waren. Hoewel er een luchtpijp was, waren ze maar enkele uren blijven leven in de ton.
Jurek Walter stond ingeschreven op de Björnövägen in de wijk Hovsjö in Södertälje. Dat was zijn enige adres. Volgens het bevolkingsregister had hij nergens anders gewoond sinds hij in 1994 van Polen naar Zweden was gekomen en een verblijfsvergunning had gekregen.
Jurek Walter werkte als monteur bij het kleine bedrijf Menges werkplaats, waar hij treinwissels repareerde en dieselmotoren reviseerde.
Alles wees erop dat hij een volstrekt teruggetrokken en kalm leven had geleid.
De Björnövägen is een deel van het uniforme wooncomplex dat begin jaren zeventig is gebouwd in het mooie, natuurrijke Hovsjö in Södertälje.
Joona en Samuel en de twee technisch rechercheurs wisten niet wat ze zouden aantreffen in het appartement van Jurek Walter. Een martelkamer of een trofeeënverzameling, potten met formaline, vrieskisten met lichaamsdelen, kasten vol fotodocumentatie?
De politie had het gebied rondom de flat en de gehele tweede verdieping afgezet.
Ze hulden zich in beschermende pakken, openden de deur en legden staptegels neer om geen bewijs te verknoeien.
Jurek Walter woonde in een tweekamerappartement van drieëndertig vierkante meter.
Op de vloer onder de brievenbus lagen reclamefolders. De gang was helemaal leeg. In de halkast naast de voordeur hingen geen jassen en er stonden geen schoenen.
Langzaam gingen ze verder naar binnen.
Joona hield er rekening mee dat er zich iemand in de flat schuilhield, maar alles stond hier stil, alsof de tijd deze plaats had opgegeven.
De luxaflex was omlaaggetrokken. Het appartement rook naar zon en stof.
Er stonden geen meubels in de keuken. De koelkast stond open en was uitgeschakeld. Niets wees erop dat hij ooit was gebruikt. De kookplaten waren wat roestig. In de oven lag een gebruiksaanwijzing van Electrolux op de ongebruikte bakplaat. Het enige voedsel dat ze in de kasten vonden waren twee blikken met ananasschijven.
In de slaapkamer stond een smal bed zonder beddengoed en in de kleerkast hing een schoon overhemd aan een haakje.
Dat was alles.
Joona probeerde te begrijpen wat dat lege appartement betekende. Het stond als een paal boven water dat Walter daar niet had gewoond.
Misschien gebruikte hij het alleen als postadres.
Er was niets in het appartement dat hen verder bracht. De enige vingerafdrukken waren afkomstig van Walter zelf.
Hij kwam niet voor in het strafregister, het verdachtenregister of de registers van de sociale dienst. Jurek Walter was niet verzekerd, had nooit een lening afgesloten, zijn inkomstenbelasting werd van zijn brutoloon afgetrokken en hij had nooit belastingaangifte gedaan.
Er bestaan zeer veel verschillende registers. Meer dan driehonderd die onder de wet op persoonsgegevens vallen. Jurek Walter stond alleen in de registers die geen enkele burger kan vermijden.
Verder was hij onzichtbaar.
Hij had zich nooit ziek gemeld, had nooit een arts of tandarts bezocht.
Hij stond niet in het wapenregister, het motorvoertuigenregister, het schoolregister, een politiek register of registers van religieuze genootschappen.
Het was net alsof hij zijn leven had geleid met de bedoeling zo onzichtbaar mogelijk te blijven.
Geen enkele informatie leidde hen verder.
De weinige personen met wie hij contact had gehad op zijn werk wisten niets over hem. Ze vertelden dat hij nooit veel zei, maar dat hij een erg goede monteur was.
Toen de rijksrecherche bericht kreeg van Policja, haar Poolse pendant, bleek dat een man met de naam Jurek Walter al jaren dood was. Omdat deze Jurek Walter vermoord was aangetroffen in een openbaar toilet op het centraal station Kraków Główny, konden ze zowel foto’s als vingerafdrukken sturen.
De foto’s noch de vingerafdrukken kwamen overeen met de Zweedse seriemoordenaar.
Waarschijnlijk had hij alleen de identiteit van de echte Jurek Walter gestolen.
De man die ze in het Lill-Jansskogen hadden gearresteerd, bleek steeds meer een beangstigend raadsel.
Drie maanden lang kamden ze het bos uit, maar nadat de man en de jongen in de ton waren opgegraven, werden er geen slachtoffers van Jurek Walter meer gevonden.