Siciliaanse verovering(15)
Liefde kwam niet in zijn vocabulaire voor. Het was iets wat vrouwen gebruikten om hun gevoelens goed te praten en sterke mannen om zich slap te gedragen. Toch kon hij zich voorstellen dat ze zoveel om hem gaf, dat ze bang was hem kwijt te raken. Misschien zag ze er zelfs tegen op in haar eentje de zwangerschap te moeten doorstaan.
Hij nam een paar besluiten en zocht haar weer op.
Bij de eerste klop deed ze niet open, dus klopte hij opnieuw. Hij wist dat ze thuis was omdat hij haar favoriete zanger zwakjes door de deur kon horen, en ze liet nooit iets aan staan als ze van huis ging.
Hij klopte een derde keer en probeerde toen de klink.
Hij gaf mee. Boos om haar onachtzaamheid betrad hij het appartement. Hij verwachtte haar in bad, de enige plek waar ze kon zijn zonder hem aan de deur te horen. Maar de deur van de badkamer was open, en het was er donker.
Met een toenemend gevoel van onrust ging hij naar de slaapkamer. Was er ingebroken? Was ze gewond, of erger? Gruwelbeelden uit al te werkelijke scenario’s schoten door zijn hoofd en rukten aan de ankers van lange jaren van discipline en training. Hij stormde de slaapkamer binnen, klaar voor de strijd.
Maar er was geen vijand. Wel een hoopje ellende van een vrouw, opgerold onder het dekbed.
Ze sliep niet. Ze kreunde, en hij zag de tranen over haar wangen stromen.
Hoofdstuk 4
‘Elisa?’ Hij knielde naast het bed.
Ze opende haar ogen. Het groen van haar irissen was donker van pijn.
‘Salvatore? Wat doe jij hier?’
‘Doet er niet toe. Wat is er aan de hand?’
Er ontsnapte haar zo’n hartgrondige snik dat het hem door de ziel sneed. ‘De baby. Ik geloof dat het de baby is.’
Hij greep zijn mobieltje en begon nummers in te toetsen. ‘Ik bel een ambulance.’
Ze antwoordde niet, maar kreunde alleen en begon toen te huilen.
Het bellen om een ziekenauto duurde te lang.
Ze snikte het uit. ‘O, het doet zo’n pijn, mijn hemel.’ Ze sprak de woorden uit als een gebed, alsof ze goddelijke verlossing wilde afsmeken. Maar die kwam niet. Haar lichaam verkrampte en ze rolde woest met haar hoofd over het kussen.
Hij legde zijn handen op de hare, die krampachtig om haar buik waren geslagen. ‘Wat gebeurt er?’
‘Ik weet het niet.’ De woorden klonken als een lange weeklacht. ‘Ik heb helemaal niets gedaan.’
Hij probeerde zijn kracht via zijn handen aan haar door te geven, maar het leek alsof ze op een andere planeet was en ze geen contact konden maken. Hij kon haar pijn niet wegnemen. Hij kon niets anders dan onbenullige dingen zeggen en haar hand vasthouden.
De hulpverleners arriveerden. Ze werkten eerst om Salvatore heen, maar vroegen hem daarna opzij te gaan.
Opeens greep Elisa Salvatores hand krampachtig beet en sprak alsof ze alleen waren. ‘Laat ze me niet verplaatsen. Als ze me verplaatsen, verlies ik de baby.’
‘Elisa, je moet je naar het ziekenhuis laten brengen.’
‘Néé.’ Haar vingers klauwden naar hem. ‘Als ik overeind kom, zal de baby sterven!’
‘U hoeft niet op te staan,’ stelde de broeder haar gerust, maar ze negeerde hem.
Smekend keek ze Salvatore aan. ‘Alsjeblieft, laat me de baby niet verliezen. Ik beloof…’ Haar stem stierf weg toen haar lichaam opnieuw samentrok, en ze verkrampte van de pijn.
‘Het is goed, Elisa, je moet ze vertrouwen.’
‘Dat kan niet. Het kan ze niet schelen.’ Ze was volkomen onredelijk. Hij wist niet wat hij moest doen.
‘Het is mijn kindje! Alsjeblieft, ik kan het niet laten sterven. Ik hou van haar.’
Zijn ogen brandden, en zijn keel was zo dik dat hij niet meteen kon antwoorden.
Ze keek hem smekend aan. ‘Alsjeblieft, Salvatore. Laat me mijn kindje niet verliezen. Ik beloof dat ik niemand zal vertellen wie de vader is. Ik zal teruggaan naar Amerika. Ik zal je nooit meer lastigvallen. Maar laat me mijn baby’tje toch niet verliezen.’
De woorden sneden dwars door hem heen, elk woord een mes in zijn geweten. ‘Zeg zulke dingen niet –’
De andere broeder trok het dekbed weg. Onder Elisa was een aldoor groter wordende bloedvlek in het laken zichtbaar.
Salvatore hijgde van schrik. ‘Elisa…’
Ze keek omlaag en schreeuwde het uit. Het geluid vulde nog altijd zijn geheugen. Het was zo vol pijn geweest dat het hem volledig had vervuld en dat deed het telkens weer als hij eraan terugdacht.
Ze had haar kindje al verloren voordat ze de flat verlieten. Ze moest verdoofd worden om vervoerd te kunnen worden. De bloeding was ook haarzelf bijna fataal geworden.
Ze had hem genegeerd toen hij de eerste dagen in het ziekenhuis op bezoek kwam. Het maakte niet uit wat hij zei, of hij haar kuste of aanraakte. Ze had gedaan alsof hij niet bestond. Ook de vierde dag kwam hij weer, in de hoop dat ze wat beter zou zijn, maar toen bleek ze al zelf ontslag te hebben genomen.