Schaduwjury(36)
'Ze gaan op mij af. En vertrouw me, Jason, je bent er meer dan klaar voor.'
19
Melissa Davids liet er geen gras over groeien. Ze belde Jason de dag na zijn telefoongesprek met Robert Sherwood en droeg hem op naar Atlanta te komen voor een dringende bespreking met haar en Case McAllister, de jurist voor MD Firearms.
Jason boekte zijn vlucht voor halfzeven 's ochtends op 12 december, twee dagen na het eerste telefoongesprek. Hij stond om vier uur op en rommelde een paar minuten in zijn kast voordat hij besloot wat de juiste kleding was voor een ontmoeting met een wapenfabrikant: spijkerbroek, wit overhemd en een sportjasje. Het was rond het vriespunt, maar hij had er een grote hekel aan om te reizen in een zware winterjas, terwijl hij ook nog eens een koffertje zou moeten dragen. Aangezien hij voor het grootste deel van zijn tijd toch binnen of in een vliegtuig zou zitten, besloot hij zijn jas thuis te laten.
Zijn vliegtuig werd door de windvlagen een beetje heen en weer geslingerd en had last van turbulentie. Toen het ten slotte landde, moesten ze een half uur op de baan blijven wachten tot hun uitgang beschikbaar kwam. Jason baande zich een weg door de drukke aankomsthal heen naar de metro en de lange roltrap op naar de bagageruimte. Een chauffeur die een bordje met zijn naam erop omhoog hield, stond op hem te wachten. Voor het eerst in zijn leven voelde Jason zich een topadvocaat.
'Welkom in Atlanta,' zei de man.'U moet Jason Noble zijn.'
Ze gaven elkaar een hand en Jason mompelde: 'Bedankt dat u me komt ophalen.'
'Laat mij dat maar dragen,' zei de man, terwijl hij Jasons koffertje pakte.
'Bedankt,' zei Jason, hoewel hij zich een beetje opgelaten voelde dat hij een oude man zijn koffertje liet dragen. De chauffeur, die rond de zeventig moest zijn, had afhangende schouders, een dunne, puntige neus en grijs haar dat hij achterover gekamd had, zodat het over zijn oren krulde. Hij droeg een pak met rode das en had cowboylaarzen aan.
Jason volgde de chauffeur naar de parkeerplaats en knoopte zijn jasje dicht tegen de snijdende wind. Zijn chauffeur bleek een beetje mank te lopen.
'Waar is uw overjas?' vroeg de chauffeur.
'Ik houd er niet van om dat ding steeds mee te moeten dragen,' zei Jason. De koude wind in de parkeergarage viel Jason toch wel erg tegen en hij voelde zich een beetje dom.
De chauffeur bracht hem naar een Ford Taurus en opende de deuren met zijn afstandbediening. 'Dat ding heeft een goede verwarming,' zei hij. 'U kunt natuurlijk achterin gaan zitten, maar de meeste mensen geven er de voorkeur aan om naast mij te komen zitten.'
Met enige tegenzin nam Jason het voorstel aan en ging voorin zitten. Hij had er eigenlijk naar uitgekeken om een beetje te dagdromen terwijl ze door Atlanta reden, positieve herinneringen aanmoedigend en negatieve onderdrukkend bij het herkennen van vertrouwde oriƫntatiepunten. De rit naar Buford zou in het drukke ochtendverkeer bijna een uur duren.
De man zette Jasons koffertje behoedzaam op de achterbank en deed toen de kofferbak open. Hij haalde er een zwart pistool in een schouderholster uit en maakte die vast onder zijn colbertjasje.
'We hebben een groot gevecht gehad met Hartsfield-Jackson,' legde hij uit, terwijl hij in de auto stapte. 'Ze willen niet dat je ook maar ergens op het vliegveld een pistool bij je hebt - niet op de parkeerplaatsen, nergens - maar we hebben hen een paar keer voor het gerecht gedaagd. Het Tweede amendement is het Tweede amendement. De federale politie neemt je je wapens af bij de metaaldetectors, eerder niet. Ik heb een vergunning om wapens te dragen en ik neem mijn pistool mee, iedere keer als ik naar het vliegveld ga, gewoon om ze te pesten.'
Jason onderdrukte de neiging om hem te vertellen dat hij het deze keer met de federale politie eens was. Het idee dat er duizenden passagiers met verborgen wapens over het terrein van het vliegveld rondliepen, zelfs buiten de poortjes met de metaaldetectors, stond hem nauwelijks aan.
In het daaropvolgende uur kreeg Jason niet de kans om ook maar even weg te dromen. De chauffeur was vrijwel voortdurend aan het woord, zelfs nadat Jason hem door alleen maar ja' of 'nee' te zeggen had duidelijk gemaakt dat hij liever niet wilde praten. De chauffeur kletste over het Tweede amendement, jagen, pietluttige processen, zijn cowboylaarzen, Jasons voorkeur voor automerken, de Georgia Bulldogs, illegale immigranten en te toegeeflijke rechters. Hij zag zelfs kans om informatie los te krijgen over Jasons vader, een rechercheur inAtlanta.
'Dus ik zit hier naast de zoon van een politieman. Het verbaast me dat je geen aanklager bent.'
'Ja, dat verbaast mijn vader ook.'
Uiteindelijk parkeerden ze bij een onopvallend, uit rode bakstenen opgetrokken gebouw, op een industrieterrein in de buurt van Lawrenceville-Suwanee. Achter het kantoor lag een grote, uit cementblokken opgetrokken fabriekshal met een parkeerplaats met honderden auto's. Voor de laadstations stond een aantal grote vrachtwagens.