Politie(52)
Hij kende haar stem nauwelijks toen ze fluisterde: ‘Dus je hebt haar sms te laat gekregen.’
Katrine draaide de sleutel om in het slot, maar de deur klemde.
Gunnar Hagen stapte naar voren en rukte hem open.
Opgewarmde, opgesloten lucht kwam de vijf personen tegemoet.
‘Hier,’ zei Gunnar Hagen. ‘We hebben het niet meer gebruikt sinds de laatste keer.’
Katrine stapte eerst naar binnen, duwde op het lichtknopje. ‘Welkom in het districtskantoor Bergen in Oslo,’ zei ze droog.
Beate Lønn stapte over de drempel. ‘Dus hier gaan we ons verstoppen.’
Blauw, koud licht van de tl-buizen viel op de vierkante betonnen ruimte. Op de grond lag grijsblauw linoleum en er hing niets aan de muur. De kamer had geen ramen, er stonden drie bureaus met elk een pc erop en een stoel ervoor. Op het ene bureau stonden een vuilbruin koffiezetapparaat en een tank met water.
‘We hebben een kantoor in de kelder van het hoofdbureau?’ vroeg Ståle Aune achterdochtig.
‘Formeel hoort het bij de gevangenis van Oslo,’ zei Gunnar Hagen. ‘De onderaardse gang hier loopt onder het park door. Als je de ijzeren trap verderop neemt, kom je bij de receptie van de gevangenis.’
Als antwoord klonken de eerste tonen van Gershwins ‘Rhapsody in blue’. Hagen pakte zijn mobiel. Katrine keek over zijn schouder. Zag de naam Anton Mittet op de display staan. Hagen drukte hem weg en stopte de telefoon weer in zijn zak.
‘We hebben nu een bijeenkomst met het onderzoeksteam, dus ik laat de rest aan jullie over,’ zei hij.
De anderen bleven elkaar staan aankijken toen Hagen was vertrokken.
‘Het is hier wel behoorlijk warm,’ zei Katrine terwijl ze haar jack opendeed. ‘Maar ik zie geen radiators.’
‘Dat komt doordat de ketel van de centrale verwarming van de hele gevangenis in de ruimte hiernaast staat,’ lachte Bjørn Holm en hij hing zijn suède jas over een van de stoelruggen. ‘We noemden het de Vuurkamer.’
‘Heb je hier eerder gezeten?’ Aune maakte zijn vlinderstrikje los.
‘Jazeker. Toen hadden we een nog kleiner groepje.’ Hij knikte naar de bureaus. ‘Met ons drieën, zoals jullie zien. We hebben de zaak trouwens wel opgelost. Maar toen was Harry immers de chef…’ Hij keek snel naar Katrine. ‘Nou ja, ik bedoelde niet…’
‘Het is goed, Bjørn,’ zei Katrine. ‘Ik ben Harry niet en ik ben hier ook niet de chef. Het is prima als we formeel gezien aan mij rapporteren zodat Hagen zijn handen schoon kan houden. Maar ik heb genoeg aan het organiseren van mezelf. Beate is de chef. Zij werkt hier het langst en heeft ervaring met leidinggeven.’
De anderen keken naar Beate, die haar schouders ophaalde. ‘Als jullie dat willen, kan ik best naar behoefte leidinggeven.’
‘Er ís behoefte aan,’ zei Katrine.
Aune en Bjørn knikten.
‘Goed,’ zei Beate. ‘Laten we beginnen. We hebben hier ontvangst voor onze mobieltjes. Een internetverbinding. We hebben… koffiebekers.’ Ze tilde een witte beker op die achter het koffiezetapparaat stond. Las wat er met stift op geschreven stond. ‘Hank Williams?’
‘Van mij,’ zei Bjørn.
Ze tilde een andere op. ‘John Fante?’
‘Van Harry.’
‘Oké, dan nu de taken,’ zei Beate en ze zette de beker weer neer. ‘Katrine?’
‘Ik bewaak het net. Nog steeds geen levensteken van Valentin Gjertsen of van Judas Johansen. Je moet behoorlijk slim zijn om je verborgen te houden voor het elektronisch oog en dat sterkt de theorie dat het niet Judas Johansen was die is ontsnapt. Hij weet dat hij niet direct de eerste prioriteit is van de politie en het lijkt onwaarschijnlijk dat hij zijn vrijheid zo inperkt alleen maar om die paar maanden gevangenis te ontduiken. Valentin heeft uiteraard meer te verliezen. Hoe dan ook, als een van hen leeft en zich ook maar even in de elektronische wereld roert, dan heb ik hem.’
‘Prima. Bjørn?’
‘Ik heb de dossiers doorgenomen waarbij zowel Valentin als Judas betrokken was, ik heb gekeken of ik links kon vinden met Tryvann of Maridalen. Personen die terugkomen, technische sporen die we hebben verzameld. Ik ben bezig een lijst te maken van personen die de twee kenden en die eventueel kunnen helpen hen te vinden. Ik kan met hen gaan praten zolang het Judas Johansen betreft. Maar wat Valentin Gjertsen betreft…’
‘Is men bang?’
Bjørn knikte.
‘Ståle?’
‘Ik neem ook de zaken van Valentin en Judas door, maar met het doel een profiel te maken van ieder van hen afzonderlijk. Ik schat in of ze een seriemoordenaar zouden kunnen zijn.’
Onmiddellijk werd het stil de kamer. Het was de eerste keer dat een van hen dat woord in de mond had genomen.