Reading Online Novel

Overgave(9)



‘Goed, wie heeft er trek?’ zei Gracie en ze sloeg haar handen ineen. Jonas zei dat hij honger had als een paard, en Deanna en Catherine gaven aan dat ze wel iets lustten. Toen Wade aanbood om te koken werd dat van alle kanten aangemoedigd. Hij kon behoorlijk goed koken.

Dean zei niets omdat hij volledig in beslag werd genomen door zijn onverwachte reactie op Catherine. Ze draaide zich naar hem om en haar wenkbrauwen schoten omhoog. ‘En jij dan?’

Hij bedacht hoe hij haar met huid en haar zou willen verslinden en antwoordde: ‘Uitgehongerd.’

‘Maar je zei niets.’

Hij grijnsde even. ‘Ik was afgeleid.’

Haar wangen begonnen te gloeien alsof ze zijn oneerbare gedachten woord voor woord kon lezen. ‘O,’ mompelde ze.

Wade sloeg met een vlakke hand op de bar wat het gewenste effect had dat Dean zich wist los te rukken van Catherines mooie groene ogen. ‘Wat dachten jullie van Parmezaanse kip?’

Dean wilde instemmen maar bedacht toen dat de kudde nog niet compleet was. ‘Moeten we niet op mama wachten?’

‘Die is onderweg,’ zei Deanna. ‘Ze belde dat ze opgehouden werd op haar werk.’

Catherine leunde achterover in haar stoel en trommelde met haar vingers tegen de zijkant van de beker die ze in haar handen had. Dean had haar dat eerder zien doen. Iets in het gebaar had zijn aandacht getrokken en hield hem bezig. ‘Ik kan niet wachten om haar te ontmoeten,’ zei Catherine. ‘Ik heb al zoveel over haar gehoord van Gracie.’

‘Weet je zeker dat het niet te veel voor je is, op je eerste dag hier? We hadden ook prima even kunnen wachten. Dan had je eerst wat kunnen wennen.’

‘Gracie heeft gelijk,’ zei Jonas lachend. ‘We zijn misschien een beetje overweldigend met z’n allen. In kleinere porties zijn we beter te behappen.’

Catherine lachte en Deans hart ging sneller kloppen bij het aangename geluid. ‘Het gaat prima, echt waar. Ik vind het heerlijk dat jullie allemaal gekomen zijn om mij te ontmoeten. Ik voel me vereerd.’

Deanna ging een nieuwe pot koffie zetten en Wade begon aan het eten. Gracie vroeg Catherine iets over een boek dat net verschenen was en al snel waren de twee zussen verdiept in een conversatie over de aantrekkelijke hoofdpersonages van de auteur. Dean keek naar Jonas en zag dat hij hem observeerde. Hij maakte een hoofdbeweging en liep de kamer uit. Dean stond op en volgde hem.

Toen ze alleen waren fluisterde Jonas: ‘Denk je dat ze is wie ze zegt dat ze is?’

Dean stak zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek. ‘Ik geloof dat ze Catherine Michaels is. Ik geloof dat ze geadopteerd is en dat Gracie haar zus is. Ze lijken te veel op elkaar om geen familie te zijn.’

Jonas trok een wenkbrauw op. ‘Waarom zit je dan de hele tijd zo raar naar haar te kijken als je denkt dat niemand het ziet?’

‘Ik vertrouw haar gewoon niet,’ zei hij afgemeten. ‘Ik zal niet gerust zijn voordat ik weet dat ze nergens anders op uit is dan een beetje zusterlijke liefde van Gracie.’

‘Waar zou ze in hemelsnaam op uit moeten zijn?’

‘Geen idee, maar vind jij het dan niet verdacht? Ze komt verdomme uit de lucht vallen met dit bericht voor Gracie en wij moeten haar meteen om de nek vallen?’

‘We hebben haar nagetrokken, Dean. Ze is oké. Ze heeft niet eens een onbetaalde parkeerboete.’

Dean haalde een hand door zijn haar. ‘Jaja. Het is een gevoel. Er is iets aan haar waardoor ik onrustig word.’

Jonas wreef over zijn kin. ‘Dat heb ik gemerkt, ja. En dat heeft toevallig helemaal niets te maken met de mogelijkheid dat ze een oplichtster is?’

Dean verstrakte en deed een stap naar Jonas toe. ‘Hoe bedoel je?’

‘Jezus, man, je vindt haar leuk. Je kijkt naar d’r als een havik die een veldmuis heeft gespot.’

God, was hij zo doorzichtig? ‘Tja, ik ga niet ontkennen dat ze goed raad weet met een spijkerbroek. Maar wat wil je daarmee zeggen?’

Jonas schudde zijn hoofd. ‘Laat maar. Ik wil alleen maar zeggen dat je het rustig aan moet doen.’ Hij wees in de richting van de keuken. ‘Wade staat op het punt je een schop onder je hol te geven. Deze hereniging is belangrijk voor Gracie. Ze heeft er vanaf het moment dat ze Catherine voor het eerst sprak naartoe geleefd.’

‘Je hebt gelijk,’ zuchtte Dean. ‘Verdomme.’

Jonas grijnsde en Dean wilde hem slaan. ‘Dat heb ik toch altijd, vriend.’

Dean gaf hem een schouderduw. ‘Wat ben je toch een vervelend mannetje.’

Jonas lachte en ging terug naar de keuken. Toen Dean hem volgde zorgde hij dat hij zijn ogen afhield van de heerlijke Catherine Michaels. Ze zou de hele week blijven. Dat was een afzienbare tijd om zich in te houden. Dat zou toch wel lukken?