Overgave(11)
Hij knikte en schepte een flinke stenen kom vol dampende soep. Hij zette hem op de vierkanten zware eikenhouten tafel en wenkte haar. ‘Ik heb een paar jaar geleden mijn vader verloren. Dat was zwaar.’
Catherine trok een stoel naar achteren en ging zitten, maar ze was te geboeid door het gesprek om aan eten te denken. Hij leek iets te ontdooien. Ze besloot dat het een goed teken was. ‘Wat erg. Hoe is hij gestorven?’
Hij legde een servet en een lepel op tafel naast haar kom. ‘Hartaanval. Niemand heeft het zien aankomen.’
‘Als het zo opeens is, uit het niets, dan voel je je verraden. Je hebt niet eens afscheid kunnen nemen.’
‘Ja,’ gromde hij terwijl hij zich omdraaide naar het aanrecht om een kom voor zichzelf vol te scheppen.
Toen hij op de stoel tegenover haar ging zitten en zijn lepel oppakte keek hij haar met zijn chocoladebruine ogen een paar seconden indringend aan. ‘Vertel eens, ben je hier gekomen om over rouwverwerking te praten?’
Ze keek hem vorsend aan. ‘Je bent nogal direct, of niet?’
‘Meestal wel, ja. En jij bent aan het tijdrekken.’
Ze keek hoe hij at. Hij schrokte zijn soep niet naar binnen maar at langzaam en bedachtzaam alsof hij elke hap goed wilde proeven. ‘Ik dacht dat we een leuk gesprek hadden,’ zei ze, afgeleid door de manier waarop zijn tong over zijn lippen bewoog om wat soep op te likken. ‘Je weet wel, twee volwassen mensen die elkaar gezelschap houden.’
Hij legde de lepel op tafel en veegde zijn mond schoon met een servet. ‘Het zit zo,’ zei hij. ‘Ik vertrouw je niet. En dat gaat echt niet zomaar veranderen omdat jij dat wilt. Dus als dat de reden is dat je hier bent, dan kun je net zo goed gaan.’
Ze liet haar lepel vallen die hard van haar kom afketste en op tafel landde. ‘Waar heb jij last van?’ schreeuwde ze uit haar vel springend. ‘Niemand hier heeft last van mijn aanwezigheid. Niemand, behalve jij. Waarom?’
‘Je komt uit de lucht vallen en dringt Gracies leven binnen. Misschien wil je haar inderdaad alleen maar beter leren kennen maar ik denk dat er meer achter zit.’
Ze gooide haar handen in de lucht. ‘Wat kan er in hemelsnaam nog meer achter zitten?’
‘Zeg jij het maar, Catherine.’
‘Ik wil haar alleen beter leren kennen. Ik had niet wat jullie vroeger hadden.’
Hij leunde achterover en sloeg zijn armen over elkaar heen. ‘En wat is dat dan wel?’
‘De luxe om met je broers en zussen op te groeien. Je hebt Wade zijn middelbareschooldiploma zien halen. Je hebt Deanna van een klein meisje in een prachtige vrouw zien veranderen.’ Er schoot een brok in haar keel en ze moest verwoed slikken om door te kunnen praten. ‘Gracies jeugd is mij ontnomen, Dean. We hebben het nooit ’s avonds laat over jongens kunnen hebben. We hebben nooit kleding en make-up kunnen ruilen. We hebben zelfs nooit ruzie kunnen maken over de afwas. Al die dingen die zussen doen, dat hebben wij gemist.’
Hij hield zijn hoofd scheef, zijn gezichtsuitdrukking onbegrijpelijk. ‘En dat is alles?’
‘Lieve hemel, wat is er mis met jou?’ zei ze nog harder pratend nu haar woede het begon te winnen van het gezonde verstand. ‘Denk je dat ik op haar geld uit ben? Want ik kan je vertellen dat ik genoeg heb aan dat van mij. Mijn ouders hadden niet alleen een heel behoorlijke levensverzekering, maar ik ben ook nog websitebouwer. Ik red het wel, geloof me.’
‘Kijk! Dat is het hem nou juist, Catherine, ik geloof je niet. Zover waren we al, toch?’
Gefrustreerd en in staat om iemand te vermoorden schoot Catherine omhoog uit haar stoel. ‘Ik zie dat dit een enorme vergissing was. Ik had nooit moeten komen. Sorry dat ik je tijd verspild heb.’ Maar voordat ze twee stappen kon zetten had Dean haar van achteren beetgepakt met een arm om haar middel. Ze verstijfde. ‘Laat me los,’ siste ze hem toe met haar tanden op elkaar.
Hij klakte met zijn tong. ‘Nee hoor, ik ben nog niet klaar met jou.’
‘Dat kan me niet schelen.’ Ze probeerde zich los te worstelen maar hij gaf niet mee. ‘Laat me los of ik ga gillen.’
Hij grinnikte en fluisterde in haar oor: ‘Je bent behoorlijk naïef, wist je dat?’
Ze pakte zijn hand beet en probeerde hem weg te duwen maar de man leek wel van staal. ‘Wat bedoel je daarmee?’
‘Je bent in het huis van een onbekende man, schat. Ik ben groter, sterker, en ik kan op dit moment alles met je doen wat ik wil. Gillen haalt niets uit omdat de dichtstbijzijnde buren hier twee kilometer vandaan wonen.’
Goed, dat was inderdaad een eng idee. ‘M-maar Gracie vertrouwt je.’
Hij trok zijn arm terug maar voordat ze naar de voordeur kon rennen draaide hij haar om zodat hij haar aan kon kijken. ‘En dan weet jij genoeg? Hoe weet je dat ik niet een of andere moordenaar ben, of verkrachter?’