Outside in(84)
‘Dat klinkt meer als de vraag van een moeder dan de zorg van een dokter,’ zei ik.
Ze verstijfde, en ik zag het verdriet in haar ogen. ‘Je hebt een zware week achter de rug. Je moet eerst helemaal herstellen.’
‘Ik red me wel. Ik denk juist dat ik beter kan uitrusten als ik omringd ben door Bubba Boom en zijn collega’s. Daar kan Jacy me onmogelijk te pakken krijgen.’ Niet in staat haar zo achter te laten, zonder nadere verklaring, pakte ik een notitiebord en een stift van haar bureau en schreef: Het is niet wat je denkt. Dit hoort bij het plan.
‘O. Goed dan. Ik wilde alleen even weten of je wel aan je gezondheid denkt. Kom je wel terug als je hoofdpijn erger wordt?’
‘Ja.’ Ik wiste de woorden van het bord en schreef DANK JE.
Bubba Boom nam me mee naar niveau vijf. Hoewel dat al af was geweest vóór de eerste explosie had de Commissie nog geen tijd gehad om te beslissen wie daar moesten gaan wonen. De gangen werden verlicht door blauw licht, en onze voetstappen klonken hol. De indeling was hetzelfde als in de andere niveaus, dus toen hij halt hield voor een stel dubbele deuren wist ik dat we vlak bij Kwadraat A5 waren.
Zich naar me omdraaiend pakte hij allebei mijn handen. ‘Dit is het nieuwe hoofdkwartier van Binnen. Vanuit hier worden nu alle systemen bediend.’ Hij liet mijn linkerhand los en klopte aan.
Een verborgen luikje schoof open en ogen staarden ons aan voordat de deuren sissend opengingen. Bubba Boom aarzelde niet. Hij beende naar binnen alsof hij de baas was en troonde me mee alsof ik zijn trofee was.
De ruimte leek op de Controlekamer in Kwadraat G4, maar hij was nog niet af. Uit computers en half afgebouwde werkstations staken kabels en draden. Op de wanden waren schema’s getekend. Er was een hoop activiteit en geroezemoes, maar toen wij binnenkwamen werd alles stil.
Mijn hart sloeg een slag over, terwijl ik om me heen keek. Ik kreeg het overweldigende gevoel dat ik zojuist de grootste fout van mijn leven had gemaakt.
Zoals ik had verwacht was er een aantal onderhoudsmensen aanwezig. En ik herkende ook een aantal oppers en sloven.
Hank had ik ook verwacht. En ik had al gedacht dat ik hem er moeilijk van zou kunnen overtuigen dat ik nu ook een gelovige was. Dus toen Hank opsprong en boos op ons af marcheerde, was ik niet verbaasd.
Ik had er echter niet op gerekend dat Karla Trava daar met een groepje oppers om een kleine vergadertafel zou zitten. Maar hoezeer haar aanwezigheid me ook verraste en beangstigde, zij was niet de reden waarom mijn hart een gat in mijn borstkas scheurde en in blinde paniek vluchtte.
Twee… wezens met merkwaardige, spiegelende pakken stonden vlak bij een rij computers. Ze hadden ronde, zilverkleurige metalen hoofden met zwarte slangetjes die van hun borstkas naar kleine tanks op hun rug liepen.
De Outsiders waren binnen.
Hoofdstuk 17
Hoewel ze net zo waren gebouwd als wij – twee benen, twee armen, handen, een romp en, naar ik aannam, een hoofd – deinsde ik angstig achteruit voor de Outsiders. Bubba Boom hield me tegen. ‘Niet schrikken, Trella. Ze dragen gewoon beschermende pakken. Ze zien er net zo uit als wij, en deze twee mannen zijn hier om ons te helpen om iedereen voor te bereiden op de rest.’
Mannen? Hun zilveren hoofden weerkaatsten ons als spiegels. Hanks brede gestalte bedekte zo’n beetje het halve hoofd van de gedaante links.
‘Ben je gek geworden?’ vroeg Hank aan Bubba Boom. ‘Waarom heb je háár meegenomen?’
‘Ze begrijpt waar we mee bezig zijn. Ik had het bij het rechte eind over haar.’
Hank snoof minachtend. ‘Je bent een dwaas.’
Nu moest ik Hank zien te overtuigen. Ik scheurde mijn blik los van de merkwaardige Outsiders en keek Hank aan. ‘Hij is geen dwaas, ík ben hier de dwaas. Ik dacht dat mijn taak erop zou zitten als we eenmaal de controle hadden over Binnen. Een vergissing die ik graag recht wil zetten. Ik ben hier om het deze keer wel goed aan te pakken. Om ons weer op het juiste pad te krijgen.’
Hank staarde me aan alsof hij mijn gedachten kon lezen. Ik onderdrukte de neiging om ineen te krimpen onder zijn doordringende blik. ‘Cogon heeft me verteld dat je niet in de Controllers geloofde. En je hebt geen moment rekening gehouden met onze overtuigingen toen je achteloos verkondigde dat ze niet bestonden.’ Hij kwam op me af. ‘Jij en Logan beweerden dat de Controllers niet meer waren dan een automatische beveiliging in het systeem en een serie instructies van onze voorvaders. Besef je wel hoe beledigend dat was?’
Hij wachtte mijn antwoord niet af. ‘Begrijp je wel dat je de sloven alle hoop op een beter leven hebt ontnomen toen je ze vertelde dat Buiten niet het paradijs was waar ze duizenden weken in hadden geloofd, maar één grote leegte?’