Reading Online Novel

Outside in(45)



Na een tijdje kroop ik verder naar afvalverwerking en verliet ik de buis bij de eerste opening. Aangezien ik geen energie meer had om verder te gaan via het buizenstelsel leunde ik tegen de muur en keek rond in de afvalverwerkingscentrale om te zien of er sloven uit Sector F1 waren. Maar niemand leek naar me op zoek te zijn. Alleen de gebruikelijke arbeiders waren bezig tussen de machines.

Emek zag me staan en kwam glimlachend naar me toe. ‘Jou heb ik hier al een tijdje niet gezien. Kom je me checken?’

‘Ja, ik kom kijken of je al helemaal hersteld bent van de operatie.’

Hij bekeek me van top tot teen. ‘Wat aardig.’ Maar zijn toon zei dat hij me niet geloofde. ‘Zware reis?’

‘Ja. Luchtfilters installeren is geen kleinigheid. Ik kan maar beter teruggaan.’ Ik zette me af van de wand, maar op dat moment kwam Rat de centrale binnen rennen alsof hij achterna werd gezeten door een woedende menigte. Of leek dat maar zo?

‘Emek! De sloven in…’ Rat kwam glijdend tot stilstand toen hij me met Emek zag praten. Hij had vuurrode plekken op zijn wangen, en zijn korte bruine haar stond overeind alsof hij zijn hand erdoorheen had gehaald.

‘Nou, vertel het maar,’ zei Emek.

‘De sloven in Sector F1 zijn aan het rellen. Ze vechten met DVB-agenten en beweren dat de Mop Cops ze bespioneren.’

Emek doorboorde me bijna met zijn blik. ‘Weet jij daar meer van?’

Plotseling wenste ik dat ik in bed lag en onder mijn dekens weg kon kruipen. ‘Die rellen? Nee.’

Rats blik sprong van Emek naar mij en weer terug. ‘Ik hoorde Trella’s naam vallen.’

Emek kreunde. ‘Hebben de DVB-agenten hulp nodig?’

‘Ja.’

‘Ga de anderen van onze ploeg halen, Rat. Ze zijn de bezinkseltanks aan het schoonmaken.’ Met zijn duim wees hij naar een andere ruimte. Rat sprintte weg.

‘Moet ik met je meegaan naar niveau drie?’ vroeg hij.

‘Nee, dank je. Ik red me wel.’

Hij trok een wenkbrauw op. ‘Weet je het zeker? Je ziet er –’

‘Ja, ik weet het zeker.’

Rat kwam terug, met een stuk of tien mensen in zijn kielzog. Ze renden de deur uit. Emek volgde ze met zijn blik.

‘Ga de DVB-agenten maar helpen,’ zei ik.

‘Er is nu niemand meer hier, dus je kunt de wasruimte in mijn kantoor gebruiken voor je vertrekt.’

‘Dank je.’ Ik gebaarde hem dat hij moest opschieten.

In de noordoostelijke hoek van de centrale bevond zich Emeks keurig opgeruimde kantoortje. Denkend aan de riolering die uitkwam in de centrale, was het niet zo vreemd dat hij een eigen wasruimte had. Het verwonderde me altijd hoe de machines en de bacteriën al die stront omzetten in mest en er ons water reinigden. En het hele proces produceerde ook nog eens een speciaal gas dat naar de energiecentrale werd gepompt, als brandstof.

Ik keek in de spiegel. Mijn gezicht zat onder het vuil, en in mijn haar zaten plukken stof. Mijn onderlip was opgezwollen en bloederig. En op mijn linkerwang stond een felrode handafdruk. Ik maakte mezelf weer enigszins toonbaar en vlocht mijn haren in. In mijn haast om te ontsnappen was me niet eens opgevallen hoe smerig de vloeren van de barakken waren.

Stof en roest waren de vijanden van onze wereld. Ze waren minder erg dan sabotage, maar ze konden toch een hoop schade aanrichten.

Ik verliet Emeks kantoor. Het gezoem en gebrom van de machines leek luider te klinken nu er geen arbeiders waren. Ik woog het risico van door de gangen lopen af tegen de inspanning die nodig was om via de buizen omhoog te klimmen. Ik speurde het plafond af, op zoek naar een schacht waar ik in kon klauteren, en zag er een boven de sterilisatieketel, die voorzien was van een ladder aan de zijkant. Perfect.

Toen ik halverwege de ladder was, sneed er opeens een metalig geluid door het gezoem van de machines. Ik hoopte maar dat het betekende dat de rellen voorbij waren. Ik boog me wat opzij en keek om de ketel heen. Een man in een groene vrijetijdstrui zat gehurkt bij de gashouder. Verder was er niemand teruggekomen.

Ik wachtte een paar seconden om te zien of de anderen ook zouden komen. De man bleef ondertussen maar over zijn schouder kijken. Toen duwde hij iets onder de gashouder, kwam overeind en haastte zich weg.

Vreemd. Was hij teruggekomen van de opstand om die machine af te stellen? Ik had net besloten er verder geen aandacht aan te besteden, toen ik me herinnerde dat Emeks mannen allemaal een donkerblauwe overall droegen.

Snel gleed ik langs de ladder omlaag en haastte me naar de plek waar de man bezig was geweest. Ik zag niets ongebruikelijks, maar ik had er geen verstand van. Ik deed mijn gereedschapsriem af voordat ik onder de gashouder kroop. Alweer een uniek inkijkje in mijn wereld. Het was er tenminste wel schoner dan onder de britsen. De ironie daarvan ontging me niet.