Reading Online Novel

Onvoorwaardelijk(18)



‘Hoe maakt u het?’ had hij gevraagd, met zijn hoed in de hand. Die was Tibbets vergeten aan te nemen.

Charlotte keek naar Bea en zag aan de rimpels in haar voorhoofd dat ze geen idee had wie de jongeman was. Toen keek Charlotte naar haar vader, die de man hoorde te begroeten en hen aan elkaar moest voorstellen, maar hij trok precies hetzelfde gezicht als zijn dochter, wat komisch geweest zou zijn als de situatie niet zo pijnlijk was.

‘Bentley... Bentley...’ begon hij, zoekend om de vaag bekende naam te plaatsen.

‘U weet wel, vader,’ kwam Charlotte hem te hulp. ‘Meneer Bentley is een neef van meneer Harris.’

‘Is dat zo? O, ja, ik geloof dat ik iets gehoord heb over een neef. Laat eens zien, Harris heeft een oudere broer...’

‘Zus, eigenlijk, vader. Mevrouw Eliza Bentley. Uit Oxford.’

‘Dat klopt, dank u.’ De jongeman glimlachte naar Charlotte. ‘U schijnt de familie heel goed te kennen, juffrouw...?’

‘Charlotte Lamb.’

‘Natuurlijk.’ Hij knikte, zijn ogen werden groot in een veelzeggende uitdrukking die haar veronrustte.

Op dat moment stond haar vader op en wierp haar een afkeurende blik toe. ‘Ik ben dominee Gareth Lamb, predikant van de Parish Church van Doddington. Gewijd aan de Onthoofding van Sint Johannes de Doper.’

Meneer Bentley trok zijn wenkbrauwen op. ‘Wat bijzonder.’ Een zweem van een glimlach speelde om zijn mond, maar haar vader scheen het niet te merken.

‘Inderdaad. Een zeldzame wijding in Engeland, alleen gedeeld met de kerk van Trimmingham in Norfolk.’

‘Ah...’ Meneer Bentley maakte het universele geluid van iemand die terecht onder de indruk is. Toen haar vader ernstig bleef kijken, vervolgde meneer Bentley: ‘Het is mij een groot genoegen met u kennis te maken. Mijn oom spreekt altijd met hoogachting over u, meneer.’

‘En ik over hem. En mag ik u voorstellen, mijn oudste dochter, juffrouw Lamb.’

Beatrice neeg slechts haar hoofd.

‘En Charlotte heeft zichzelf al voorgesteld,’ voegde haar vader eraan toe terwijl hij weer plaatsnam in zijn stoel. Hij glimlachte zuur, maar keek niet naar Charlotte. ‘Gaat u toch zitten, meneer Bentley.’

‘Ik dank u.’

‘Uit Oxford, meneer?’ vroeg haar vader. ‘Universiteit of omgeving?’

‘Beide, sinds kort.’

‘Dan moet u mijn vriend lord Elton kennen. Hij is zeer bekend op Pembroke.’

Charlotte kromp in elkaar bij haar vaders dikdoenerij. Lord Elton was een vriend van oom Tilney, niet van hem.

‘Wie heeft er niet van hem gehoord? Zijn zoon is ook heel bekend. Ik heb helaas niet het genoegen gehad met een van beiden kennis te maken. Ik ben erg druk met de studie.’

‘Uitstekend. En wat gaat u daarna doen?’

Hij aarzelde, wierp een schuine blik op Charlotte en toen op Beatrice. ‘Ik heb nog niet besloten, meneer.’

‘De kerk is een nobel doel om na te streven, meneer, als men gevoel heeft voor dienstbaarheid en nederigheid.’

William Bentley glimlachte geamuseerd voordat hij weer een ernstig gezicht trok. ‘Helaas bezit ik uw standvastigheid niet, meneer. Noch uw bescheidenheid.’

‘Ach, u bent nog jong.’ Haar vader zuchtte. ‘Helaas doet de kerk zelfs nu een beroep op me.’ Hij hees zich uit zijn stoel. ‘Ik moet met de kerkvoogden vergaderen over reparaties aan de zuidelijke kapel en het schip. Excuseert u me.’

Meneer Bentley kwam overeind.

‘U hoeft voor mij niet op te staan. Blijf gerust en maak een praatje met de dames. Beatrice, misschien kun jij iets voor meneer Bentley spelen?’

‘Het is nog een beetje vroeg op de dag...’

‘O, wilt u dat doen, juffrouw Lamb? Ik wil het heel graag horen.’

Bea keek meneer Bentley aan alsof ze zijn oprechtheid wilde peilen. ‘Goed dan.’

Hun vader vertrok en Bea wandelde langzaam door de kamer om achter de piano te gaan zitten. Ze bladerde door wat bladmuziek en begon een zwaarmoedig stuk te spelen. De sombere klanken verdonkerden haar toch al strenge uiterlijk. Ineens scheen ze weer aan hun gast te denken en ze stopte met spelen.

‘Mijn excuses, dat is niet erg geschikt.’

‘Maar heel krachtig,’ zei meneer Bentley met een bewonderende blik in zijn ogen.

Tibbets klopte één keer en kwam binnen. ‘Pardon, juffrouw Charlotte, maar Graver zegt dat het tijd is.’

Charlotte stond op, maar Bea antwoordde in haar plaats: ‘Tibbets, we hebben een gast zoals je weet. Zeg Graver dat hij moet wachten.’

‘Ik ga wel,’ zei Charlotte vriendelijk. ‘Dank je, Tibbets. Zeg maar tegen de jonge Higgins dat ik er meteen aankom.’

‘Heel goed, juffrouw.’

Bea schudde afkeurend haar hoofd. Ze sprak tegen meneer Bentley, maar haar blik bleef op haar zus gericht. ‘Charlotte schijnt niets liever te doen dan de hele dag met aarde en planten te spelen. Ze is vaker buiten dan binnen.’