Onbewaakt ogenblik(49)
‘Niet zo erg als ik had verwacht. De meesten hebben mijn huis nog niet gevonden. Zodra blijkt dat ze het wel hebben gevonden, zet ik gewoon de weg aan de voet van de heuvel af met een ketting, hang een paar bordjes met verboden toegang op en open het vuur op iedereen die zich toch op mijn terrein durft te wagen.’
‘Dat is nou het soort klootzakken waar ik van hou.’
‘Ik zei toch dat ik het wel in me heb.’
Parks liep de trap af en naar zijn auto toe.
King riep hem na: ‘Hoe komt het dat ik nog niet ben gearresteerd?’
Parks trok het portier open. ‘Nou, in de eerste plaats omdat ik denk dat die theorie van je niet helemaal flauwekul is. Misschien heb je inderdaad wel een replica bij je gehad terwijl iemand anders jouw pistool gebruikte om Jennings te vermoorden.’
‘Eigenlijk had ik niet verwacht dat je die theorie zo vlot zou aanvaarden.’
‘O, dat wil niet zeggen dat jij niet degene bent die Jennings heeft laten vermoorden, en je dat pistool niet zelf hebt laten verwisselen, maar mijn favoriete scenario is nog steeds dat waarin jij hem verlinkt en degene die hem naar de andere wereld heeft geholpen, probeert jou daarvoor te laten opdraaien.’ Hij tuurde even naar de grond. ‘In de hele geschiedenis van het witsec is het nog nooit voorgekomen dat er een getuige werd vermoord, in elk geval geen getuige die aan het programma was blijven deelnemen en die zich aan de regels hield. Dat was een enorm goed verkoopargument om potentiële getuigen over de streep te trekken. Nu kunnen we dat niet meer waarmaken. En het is gebeurd terwijl ík dienst had. Ik ben degene die Jennings hier heeft gestationeerd en ik voel me verantwoordelijk voor zijn overlijden. Het is maar dat je het weet, als jij degene bent die hem heeft verlinkt, kies ik hoogstpersoonlijk de gevangenis uit waar je naartoe gaat en het zal er eentje worden waar je al een uur of drie na aankomst om de doodstraf sméékt, al ben je nog zo’n klootzak met wie niet te spotten valt.’ Parks tikte even aan de klep van zijn pet. ‘Nou, nog een prettige avond dan maar, hè?’
•20•
De volgende dag vertrok King al vroeg uit Wrightsburg. Hij ploegde zich door de ochtendspits van noordelijk Virginia heen en om een uur of tien arriveerde hij in Reston. Het kantoorgebouw met negen verdiepingen was betrekkelijk nieuw en stond half leeg. Een paar jaar geleden had een internetbedrijf het hele gebouw gehuurd en hoewel ze niets produceerden en ook geen winst maakten, hadden de voortvarende ondernemers het hele gebouw overdadig laten inrichten voordat ze tot hun stomme verbazing zonder geld waren komen te zitten. De omgeving was mooi. In het niet ver van het gebouw verwijderde Reston Town Center met zijn winkels en restaurants liepen goedgeklede klanten de dure boetiekjes in en uit en overal deden mensen de grootste moeite om over wegen vol files hun bestemming te bereiken. Het deed allemaal chic en energiek aan, maar toch wilde King alleen maar doen waarvoor hij gekomen was en zich daarna snel weer terugtrekken in de landelijke omgeving van de Blue Ridge.
De bovenverdieping was nu in gebruik bij een firma die kortweg The Agency werd genoemd, en die de term zelfs als handelsmerk had laten registreren, iets wat de cia – de andere organisatie die in het alledaagse spraakgebruik vaak zo werd aangeduid – waarschijnlijk helemaal niet kon waarderen. The Agency was een van de belangrijkste beveiligingsbedrijven en privé-detectivebureaus van het hele land. King nam een eigen lift van het bedrijf omhoog en zwaaide naar de beveiligingscamera die hem aandachtig opnam. In een klein wachtkamertje naast de lobby werd hij ontvangen door iemand die eruitzag alsof hij niet alleen gewapend was, maar ook graag zijn wapen wilde gebruiken. King werd gefouilleerd en moest door een detectiepoortje lopen voordat hij toestemming kreeg om de officiële lobby binnen te gaan. Die was smaakvol ingericht, en de enige andere aanwezige was de vrouw aan de balie, die zijn naam vroeg en daarna, terwijl ze hem heel goed in de gaten hield, een nummer op haar telefoon intoetste.