Reading Online Novel

Onbewaakt ogenblik(16)



                 ‘Dat is in handen van de fbi.’

                 ‘Dat weet ik, maar die houdt de Secret Service ongetwijfeld op de hoogte.’

                 ‘Inderdaad, en die informatie is uitsluitend bestemd voor medewerkers van de Secret Service.’

                 ‘En daar hoor ik niet bij?’

                 ‘Weet je, Michelle. Ik had er zo mijn twijfels over toen de Secret Service actief zijn best begon te doen om vrouwen te werven. Ik bedoel: we geven een hoop geld uit om een agent op te leiden, en dan, poef ! Ze gaat trouwen, krijgt kindertjes en neemt ontslag. Al die opleiding, al dat geld en al die tijd, allemaal weg!

                 Maar toen jij hier in dienst kwam, dacht ik: deze meid heeft nou alles in huis wat ze nodig heeft. Jij was een lichtend voorbeeld voor alle vrouwen bij de Secret Service. De beste en de slimste.’

                 ‘En dus had je hoge verwachtingen van me?’

                 ‘Iedere agent hier krijgt hoge verwachtingen opgedrongen. Voor minder dan perfectie gaan we niet.’ En na een korte stilte ging hij verder: ‘Ik weet dat je over een vlekkeloze conduitestaat beschikte en dat je snel promotie aan het maken was. Ik weet dat je een goede agente bent, maar je hebt het verknoeid. Onder jouw leiding zijn we iemand kwijtgeraakt die we hadden moeten beschermen en een van onze agenten is daarbij om het leven gekomen. Dat is niet per se eerlijk, maar zo gaat het nou eenmaal. Voor die twee was het ook niet eerlijk.’ Hij liet opnieuw een korte stilte vallen. ‘Je kunt bij de Secret Service blijven, in de een of andere functie, maar je zult nooit, nóóit vergeten wat er is gebeurd. Dat zal je elke minuut van elke dag van de rest van je leven bijblijven. En dat zal je veel meer verdriet bezorgen dan alles wat de Secret Service je kan aandoen. Neem dat maar van mij aan.’

                 ‘Je lijkt wel heel zeker van je zaak.’

                 ‘Ik ben bij Bobby Kennedy in het Ambassador Hotel geweest. Ik was een jonge agent in Los Angeles, en ik had de opdracht om hulp en bijstand te verlenen aan de Secret Service tijdens het verblijf van Robert Fitzgerald Kennedy. Ik stond daar maar te kijken en moest werkeloos toezien hoe iemand die onze nieuwe president had moeten worden op de vloer lag dood te bloeden. Sindsdien heb ik me elke dag van mijn leven lopen afvragen wat ik had kunnen doen om dat te voorkomen. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom ik jaren later bij de Secret Service ben gegaan. Ik denk dat ik het op de een of andere manier wilde goedmaken.’ Hij keek haar nu recht in de ogen. ‘Dat is me nooit gelukt. En, nee, het laat je écht nooit meer los.’





•9•

                 Terwijl haar huis in een in Virginia gelegen voorstad van Washington werd belegerd door de pers, boekte Michelle een kamer in een hotel in de stad zelf. Van de adempauze die dat haar bood, maakte ze gebruik om te gaan lunchen met een vriendin die bij de fbi werkte. De Secret Service en de fbi waren niet altijd dikke vrienden. In de wereld van de Amerikaanse politiediensten gedroeg de fbi zich tegenover de andere organisaties vaak als een 400 kilo zware gorilla. Michelle had er echter plezier in om haar maatjes van de fbi eraan te herinneren dat toen hun organisatie was opgericht, de eerste zeven werknemers uit de Secret Service waren gerekruteerd.

                 Beide vrouwen waren ook lid van wifle, oftewel Women in Federal Law Enforcement. Dit was een ondersteunend netwerk voor vrouwen die bij de politiediensten van de federale overheid werkten. wifle was een grote organisatie, compleet met conventies en jaarvergaderingen, en hoewel haar mannelijke collega’s haar er graag mee plaagden, was het netwerk voor Michelle uiterst nuttig gebleken bij kwesties die iets te maken hadden met het feit dat ze een vrouw was. Haar vriendin vond het duidelijk niet prettig om op dit moment met Michelle aan een tafeltje te zitten. Michelle was echter niet alleen lid van wifle maar had haar ook geholpen een olympische medaille te winnen. En dát had een band tussen hen gesmeed die door niets te verbreken viel.