Home>>read Mysterieus schaakspel free online

Mysterieus schaakspel

By:Olivia Parker

Hoofdstuk 1





Lackington’s Bookshop, Londen





Lady Rosalind Devine beschouwde zichzelf als een expert op drie verschillende gebieden.

Eén: ze had een uitstekende kijk op mode en ze deelde haar talent graag met elke jongedame die daar behoefte aan had. Al meer dan eens had ze een werkelijk onzichtbaar muurbloempje omgetoverd tot een sobere schoonheid met een vol balboekje.

Twee: ze had een onmiskenbaar talent voor het tot stand brengen van huwelijken, vaak zonder dat het gelukkige paar iets merkte van haar inspanningen.

En drie: ze kon voor luistervink spelen met het gemak en de expertise van een meesterspion.

Dat wil zeggen, als er niet een enorme potsenmaker in de weg stond en haar het zicht benam.

Vóór vandaag had Rosalind eigenlijk nooit overwogen iemand de keel dicht te knijpen, maar nu werd die gedachte steeds aantrekkelijker.

De oorzaak van haar frustratie was toevallig de heer - en Rosalind vermoedde dat hij helemaal geen heer wás - aan de andere kant van de boekenkast, die haar met zijn onmogelijk brede schouders voortdurend het zicht benam.

Hoe moest ze in ’s hemelsnaam het stel achter hem bespioneren als hij voortdurend in de weg ging staan?

Ze stond al op de vierde sport van de boekenkastladder en wankelde gevaarlijk in haar lage laarsjes met de gladde zolen om langs de man heen te kunnen kijken. Hoe lang was die man eigenlijk wel niet?

Als ze nog verder naar boven klom, zou ze beslist haar evenwicht verliezen. Ze had hoogtevrees, en ze hoefde maar een klein stukje van de grond te zijn of ze werd al duizelig. Ze had maar één keer in haar leven in een boom hoeven te klimmen… en dat was bijna op een vreselijke manier misgegaan.

Ze kneep even haar ogen dicht en haalde diep adem om haar zenuwen, om maar te zwijgen over haar ergernis, weer in bedwang te krijgen. De muffe, maar vreemd aantrekkelijke geur van papier en inkt drong haar neus binnen.

De man aan de andere kant van de boekenkast zat haar vast niet expres dwars, dacht ze. Bovendien was Rosalind niet zo’n vrouw die zich bezondigde aan overdrijven. Nou ja… niet zo vaak. Gewoonlijk. Soms? Goed dan, heel regelmatig, eigenlijk.

Ze knikte, er nu van overtuigd dat het puur toeval was dat hij precies dezelfde bewegingen maakte als zij. Het was absurd iets anders te denken, hield ze zichzelf voor. Toch irriteerde hij haar mateloos.

Terwijl ze zich met een ijzeren greep aan de zijkanten van de ladder vastklampte, rekte ze zich zo ver ze durfde uit om over de bovenkant van de boeken op de volgende plank heen te kijken… wel verdikkeme! Die duivelse man schoof op en benam haar wéér het zicht!

Deed hij het expres? Hoe kon hij weten dat ze aan het spioneren was?

Dat kon hij niet weten. Hij wist niet beter of ze bekeek slechts de boeken op de overvolle planken.

Maar waarom deed hij dan elke keer als ze haar hoofd bewoog een stapje opzij en benam hij haar het zicht? Misschien deed hij het toch expres. Misschien moest ze eens uitproberen of haar vermoedens terecht waren. Nu meteen.

Voorzichtig daalde ze de ladder af, en lette op dat ze niet op de zoom van haar lichtgroene daagse jurk trapte. De ladder kraakte luid bij elke stap, wat oorverdovend klonk in de stille boekwinkel. Zodra ze weer vaste grond onder haar voeten had, wierp ze terloops links en rechts een blik door het gangpad om zich ervan te vergewissen dat niemand haar gadesloeg.

Nadat ze de ladder een stuk had verschoven, klom Rosalind behoedzaam de sporten weer op, en bleef op de vierde staan. Veel hoger durfde ze echt niet.

Wel vijf hele tellen had ze vrij zicht op lord Beecham en juffrouw Honeywell… tot een lange, donkere schaduw opnieuw haar gezichtsveld blokkeerde.

Ze slaakte een woedende zucht, en blies een losgeraakte lok pikzwart haar omhoog die boven haar rechteroog op haar voorhoofd hing. Misschien moest ze maar toegeven aan haar oerinstinct om haar handen door de rijen boeken te steken en hem bij zijn losjes gestrikte das te grijpen. Hij zou tenslotte geen tijd hebben om te reageren.

Heel even bleef ze zich vastklampen aan dat kwalijke fantasiebeeld, toen schudde ze haar hoofd. Nee nee, als ze dat deed, zouden er boeken op de grond vallen, wat waarschijnlijk met een hoop herrie gepaard ging. Er was bovendien weinig kans dat ze sterk genoeg was om die klus te klaren. Zijn hals leek nogal stevig, en eerlijk gezegd had ze niet echt veel zin om de rest van haar leven weg te rotten in Bedlam, alleen maar omdat ze aan een vlaag van waanzin had toegegeven. O, maar de gedachte was toch wel heel erg verleidelijk…

“Opgeblazen kwallen zijn het, allemaal!”

Rosalind schrok op en viel bijna. Terwijl ze haar armen stijf om de zijkanten van de ladder klampte, onderdrukte ze een ijselijke gil en kwam er slechts een piepend geluid over haar lippen. De irritante man aan de andere kant van de hoge planken leek ook op te schrikken. Hun blikken ontmoetten elkaar tussen de boeken door heel even, waardoor ze net kon zien dat zijn ogen een onmogelijke tint sprankelend grijs hadden.