Ze had ooit iemand gekend die ook zo’n unieke kleur ogen had gehad, maar het was onmogelijk dat…
Ze verbrak het oogcontact en liet haar ijzeren greep op de ladder verslappen. Straks zou ze vast blauwe plekken op de binnenkant van haar armen hebben.
Licht trillend dwong ze zichzelf omlaag te kijken. De blonde juffrouw Lucy Meriwether stond met een boos gezicht vlak onder haar, haar gebalde vuisten in de zij.
“Wat is er?” vroeg Rosalind.
Lucy keek haar strak aan, haar ogen half dichtgeknepen, haar lippen getuit. “De weddenschap”, fluisterde ze. “Hoe halen ze het in hun hoofd?”
Rosalind keek verbaasd naar Lucy, en vroeg zich af of het lieve kind gek was geworden. Zíj had in ieder geval wel het gevoel alsof dat haar was overkomen. Het was maar een flits geweest, maar Rosalind kon de herinnering aan die fantastische grijze ogen die haar strak hadden aangekeken niet van zich afzetten. Stond hij misschien nu nog naar haar te staren?
Om te kijken of dat zo was draaide ze langzaam haar hoofd om. Even speelde ze met de gedachte een vinger in zijn oog te steken als hij daar nog steeds stond.
Maar hij was weg. Meteen voelde ze de spanning uit haar schouders wegvloeien. Kwam het door die irritante man dat haar hele lichaam gonsde van de spanning, of kwam dat omdat ze door Lucy’s plotselinge kreet bijna van de ladder was gevallen? Het moest het laatste wel zijn. Rosalind verbeeldde zich dat ze keihard was waar het de meeste mannen betrof. Op één na slaagden ze er niet in andere gevoelens in haar op te wekken dan beleefde achting. En die ene man zou nooit naar Londen komen.
Lucy slaakte een zucht van frustratie. “Hoe kun je zo kalm blijven? Die onverdraaglijke rijkaards hebben een weddenschap afgesloten en jij bent de prijs. Er is al een hoop beroering door ontstaan.”
“O, bah”, mompelde Rosalind, die zich eindelijk wist te concentreren op wat haar vriendin zei. “Ik vind het lichtelijk komisch en ronduit absurd.”
Belachelijk. Toen het nieuws van de aanstaande huwelijksreis van haar broer zich had verspreid, waren de gokkers in Londen doorgedraaid. Nu de intimiderende hertog weg was, hadden de vrijgezellen onder de ton besloten een gokje te wagen, en heimelijk weddenschappen afgesloten over wie van hen de toekomstige zwager van de hertog zou worden.
“Het heeft niets te betekenen, dat verzeker ik je”, antwoordde Rosalind. “Vorig jaar wedden ze elke dag wat voor kleur jurk ik zou dragen. Zodra ik daar achter was gekomen, ging ik elke dag een paar keer de deur in en uit, en natuurlijk trok ik elke keer iets anders aan.
Binnen een halve dag raakten ze de kluts kwijt, maakten ze ruzie over de geldigheid van de gerapporteerde tinten, en moesten ze uiteindelijk hun spelletje opgeven. Baarlijke nonsens.”
“Nou, aangezien je familie vanavond een bal geeft, zouden we ons misschien moeten beklagen over de bedroevende vrijgezellen die er aanwezig zullen zijn”, zei Lucy ongeduldig. “Ik zal het er in ieder geval over hebben. Jij lijkt druk aan het flirten te zijn met de man in het volgende pad.”
Rosalind richtte zich op. “Helemaal niet.”
“Wel waar”, beschuldigde Lucy haar opgewekt. “Ik denk dat je een oogje op hem hebt.”
“Niet waar”, fluisterde Rosalind. “Ik weet niet eens wie het was.”
Lucy giechelde. “Ik plaag je alleen maar. Niemand is immers goed genoeg voor jou.”
“Dat is niet waar”, verdedigde Rosalind zich. “Ik wacht alleen maar.”
“Op…?” drong Lucy aan.
“Nou, op de man van mijn dromen, natuurlijk.”
“Hoe wil je die vinden? Sinds jij je debuut hebt gemaakt, heb je je elk Seizoen beziggehouden met het geven van modeadviezen aan nieuwkomers die daar behoefte aan hadden en het regelen van huwelijken uit liefde. Wat als de man van je dromen vlak voor je neus staat en je hem niet opmerkt?”
“Dan blijf ik alleen.”
Lucy snoof. “Een dochter van een hertog. Rijk, respectabel en ongetrouwd? Iedereen zal denken dat je gek bent.”
“Misschien gaan ze wel denken dat ik romantisch en zwaarmoedig ben”, zei Rosalind bedrieglijk luchtig, en ze glimlachte geforceerd.
Lucy fronste haar blonde wenkbrauwen en zocht in haar reticule. “Aha, hier heb ik het.” Ze vouwde een verkreukeld vel papier open en trok een lelijk gezicht. “Dit is een lijstje dat ik heb opgesteld van de vrijgezellen die dit
Seizoen beschikbaar zijn. Een karige oogst, ben ik bang.” Ze klakte met haar tong. “Wat moet ik toch beginnen? Mijn grootmoeder zegt dat ik overschiet en vader zei dat ik al rimpeltjes rond mijn ogen begin te krijgen. Lara beweert dat haar echtgenoot een neef heeft die Eustace heet, maar ik weet niet of ik die naam wel mooi vind. Ik ken twee mannen die Eustace heetten, en ze zijn allebei nogal… nou ja, goor. Mama zei dat lord Kenton op zoek zal gaan naar een bruid als zijn rouwperiode is verstreken, maar dat duurt nog een jaar, en tegen die tijd ben ik nog ouder en heb ik nog meer rimpels en…”