Reading Online Novel

Moord op afspraak(60)



Darcy was drie jaar toen ze leerde paardrijden. Het was een van de weinige activiteiten die ze niet samen met Erin had gedaan. ‘Ze was bang voor paarden,’ liet ze Michael weten, terwijl ze de gitzwarte merrie besteeg.

‘Dan zal paardrijden vandaag geen nare herinneringen bij je oproepen. Dat is goed.’

De schone, frisse lucht leek eindelijk de geur van begrafenisbloemen uit haar neus te verdrijven. Ze reden in een rustige galop over Michaels landgoed, lieten de paarden in stap overgaan toen ze door de stad trokken en voegden zich bij andere ruiters, die hij voorstelde als zijn buren.



Om zes uur dineerden ze in de kleine eetkamer. De temperatuur was gedaald. Er brandde een haardvuur. Op het dressoir stond een karaf rode wijn, terwijl de witte wijn gekoeld werd. John Hughes, nu in uniform, serveerde de fantastisch bereide maaltijd − krabcocktail, kalfsmedaillons, kleine asperges, gebakken aardappelen, groene salade met pittige kaas, sorbet, espresso.

Darcy nam een slok van de koffie en zuchtte. ‘Ik kan je niet genoeg bedanken. Als ik de hele dag in mijn eentje thuis had gezeten, zou ik het behoorlijk moeilijk hebben gehad.’

‘Als ik hier de hele dag alleen was geweest, zou ik me behoorlijk verveeld hebben.’

Bij hun vertrek hoorde Darcy ongewild een opmerking van mevrouw Hughes tegen haar man. ‘Wat een lieve vrouw is dat. Ik hoop dat de dokter haar nog eens meebrengt.’





13

Maandag, 4 maart

Jay Stratton ontmoette Merrill Ashton op maandagavond in de Oak Bar van het Plaza Hotel. De armband, een band met diamanten in een bekoorlijke Victoriaanse zetting, kreeg onmiddellijk Ashtons goedkeuring. ‘Frances zal het in één woord prachtig vinden,’ zei hij enthousiast. ‘Ik ben echt blij dat je me hebt overgehaald dit voor haar te bestellen.’

‘Ik wist wel dat je er blij mee zou zijn. Je hebt een bijzonder knappe vrouw. Deze armband zal aan haar pols heel mooi staan. Zoals ik al zei, wil ik dat je hem thuis laat taxeren. Als de juwelier hem ook maar een cent minder dan veertigduizend dollar schat, gaat de koop niet door. In werkelijkheid zal hij je ongetwijfeld zeggen dat je uitstekend hebt onderhandeld. Het gaat er echter om dat ik hoop dat je Frances volgend jaar weer een sieraad voor Kerstmis wilt geven. Een diamanten halssnoer? Diamanten oorhangers? We zullen wel zien.’

‘Dus dit is een lokkertje?’ Grinnikend pakte Ashton zijn chequeboek. ‘Dat is goede handel.’

Jay voelde de bijzondere sensatie die gepaard ging met het nemen van risico’s. Iedere respectabele juwelier zou Ashton zeggen dat de armband zelfs voor vijftigduizend dollar nog een koopje zou zijn. Morgen had hij een lunchafspraak met Enid Armstrong. Hij popelde om haar ring in handen te krijgen. Dank je, Erin, dacht hij bij het aanpakken van de cheque. Ashton nodigde Jay uit voor een snelle maaltijd voordat hij naar het vliegveld ging. Hij zou met het toestel van halftien naar Winston-Salem vertrekken.

Stratton verklaarde dat hij om zeven uur een afspraak had met een cliënt. Hij zei er niet bij dat Darcy Scott allerminst het soort cliënt was waarnaar hij verlangde. Hij had een cheque van zeventienduizend en vijfhonderd dollar in zijn zak − de twintigduizend van Bertolini minus zijn provisie.

Uitbundig afscheid.

‘Doe Frances mijn hartelijke groeten. Ik weet hoe gelukkig je haar zult maken.’



Stratton zag niet dat een andere man aan een naburig tafeltje onopvallend opstond en Merrill Ashton volgde naar de foyer. ‘Kan ik u even spreken, meneer?’

Ashton pakte het kaartje dat hem werd voorgehouden. Nigel Bruce, Lloyd’s of London. ‘Ik begrijp het niet,’ stamelde hij. ‘Meneer, ik wil niet gezien worden als meneer Stratton naar buiten komt. Heeft u er bezwaar tegen om in die juwelierszaak daarginds te gaan staan. Een van onze experts wacht ons op. We willen graag het sieraad bekijken dat u zojuist heeft gekocht.’ De detective had medelijden bij het zien van Ashtons verbijsterde gezicht. ‘Een routinekwestie.’

‘Routine! Wilt u soms beweren dat de armband die ik zojuist heb gekocht, gestolen is?’

‘Ik beweer niets, meneer.’

‘Nee, dat is wel duidelijk! Nou, als er iets verdachts met die armband is, wil ik het onmiddellijk weten. Die cheque is niet gewaarmerkt. Ik kan de uitbetaling morgenochtend tegenhouden.’



De misdaadverslaggever van de New York Post had zijn werk goed gedaan. Hij had op de een of andere manier ontdekt dat er een postpakket was afgeleverd bij het huis van Nan Sheridan, met daarin de bijpassende schoenen van het verschillende paar dat ze had gedragen toen haar lijk was gevonden. De foto van Nan Sheridan, van Erin, van Claire Barnes. Naast elkaar op de voorpagina, met de grote kop: SERIEMOORDENAAR IN ACTIE. Darcy las de krant in een taxi op weg naar het Plaza Hotel. ‘We zijn er, mevrouw.’