Moord op afspraak(54)
‘Nan Sheridan?’
‘O ja, Nan Sheridan.’
‘Doug is domweg niet in staat om...’
‘Susan, hoe laat haalde hij je af op de morgen van haar dood?’
‘Om zeven uur. We wilden terug naar Brown voor een hockeywedstrijd.’
‘Susan, voordat oma stierf, heb ik haar de waarheid laten vertellen. Je was in tranen omdat je dacht dat Doug je weer eens had laten zitten. Hij kwam na negenen bij ons aan. Gun me ten minste de voldoening om me nu de waarheid te zeggen.’ De voordeur werd met een klap dichtgeslagen. Donny en Beth kwamen binnen. Donny’s gezicht stond ontspannen en blij. Het begon het evenbeeld te worden van Dougs gezicht op die leeftijd. Ze was sinds hun tweede jaar op de middelbare school smoorverliefd op Doug geweest.
Susan voelde een steek van pijn. Ik zal hem nooit helemaal kunnen vergeten, erkende ze. Doug, die haar smeekte: ‘Susan, mijn auto kreeg panne. Ze proberen me te beschuldigen. Ze willen iemand verantwoordelijk stellen. Alsjeblieft, zeg dat ik om zeven uur hier was.’
Donny kwam naar haar toe en kuste haar. Ze stak haar hand uit en streek zijn haar glad. Daarna wendde ze zich tot haar vader. ‘Kom nou, papa. Je weet hoe verward oma was. Zelfs toen kon ze de ene dag niet meer onderscheiden van de andere.’
11
Zaterdag, 2 maart
Hij arriveerde zaterdagnacht om halfdrie bij het huis. Tegen die tijd was zijn behoefte om daar te zijn overweldigend. Als hij in het huis was, kon Charley zichzelf zijn. Dan hoefde hij zich niet langer te verschuilen achter die ander. Kon hij synchroon dansen met Astaire, glimlachend neerkijkend op het droombeeld in zijn armen, neuriënd in haar oor. De heerlijke eenzaamheid, de gordijnen gesloten voor de ongewenste blik van een willekeurige indringer, de grendels die hem beschermden tegen de buitenwereld, het grenzeloze ik-gevoel, onbelemmerd door toehoorders of waarnemers, vrij om door de zalige herinneringen te dolen.
Nan, Claire, Janine, Marie, Sheila, Leslie, Annette, Tina, Erin... Ieder van hen glimlachte tegen hem, zo blij om bij hem te zijn, zonder ooit de kans te krijgen zich tegen hem te keren, hem te bespotten, hem met minachting te bekijken. Op het laatst, wanneer ze begrepen, was het zo verrukkelijk bevredigend geweest. Hij betreurde het dat hij Nan geen kans had gegeven zich te realiseren wat er gebeurde, om te smeken. Leslie en Annette hadden gepleit voor hun leven. Marie en Tina hadden gehuild.
Soms kwamen de vrouwen een voor een bij hem terug. Op andere momenten verschenen ze gezamenlijk. Wissel van partner en dans met me.
De eerste twee pakketjes zouden inmiddels zijn bezorgd. O, kon hij maar de spreekwoordelijke vlieg op de muur zijn om toe te kijken hoe de pakjes werden geopend, om te zien hoe de verbaasde blikken veranderden in besef.
Imitatie... Dat zouden ze nu niet meer over hem zeggen. Wie was de volgende geweest, Janine of Marie? Janine. Twee jaar geleden, op twintig september. Hij zou nu haar pakketje versturen.
Hij ging naar het souterrain. De dozen met de schoenen gaven zo’n amusante aanblik. Hij trok de plastic handschoenen aan die hij altijd gebruikte wanneer hij iets aanpakte dat aan de vrouwen toebehoorde, en pakte de doos achter het tafelkaartje waarop ‘Janine’ stond. Hij zou het naar haar familie in White Plains sturen.
Zijn blik bleef op het laatste kaartje rusten. ‘Erin’... Hij begon te giechelen. Waarom zou hij haar pakketje niet nu versturen? Dat zou pas echt een einde maken aan hun theorie van imitatiemoord. Ze had hem verteld dat haar vader in een verpleeghuis zat. Hij zou de schoenen naar haar New Yorkse adres sturen. En stel dat niemand in haar flatgebouw slim genoeg was om het pakje aan de politie te geven? Het zou zonde zijn om het in een of andere opslagruimte stoffig te laten worden. En als hij ze nou eens per adres naar het mortuarium zond? Dat zou leuk zijn!
Veeg de schoenen en dozen eerst goed af om er zeker van te zijn dat er absoluut geen vingerafdrukken op zitten. Pak de identiteitsbewijzen. Hij had hun portefeuilles uit hun tassen gepakt en de tassen vervolgens begraven. Wikkel nieuw vloeipapier om de verschillende schoenen. Sluit de deksels. Hij bewonderde zijn tekeningen. Hij werd beter. De tekening op Erins doos kon geen vakman hem verbeteren. Bruin pakpapier, plakband, etiket − allemaal spullen die overal in de Verenigde Staten gekocht konden zijn.
Hij adresseerde eerst Janines pakket.
Nu was Erin aan de beurt. Het adres van het mortuarium stond in het telefoonboek van New York.
Charley fronste zijn wenkbrauwen. Stel dat een of andere onnozele klungel van de postkamer het niet openmaakte, het weer zou meegeven aan de postbode. ‘Hier werkt niemand die zo heet.’ Zonder adres van de afzender zou het pakket terechtkomen bij de onbestelbare post.
Er was één andere mogelijkheid. Zou dat verkeerd zijn? Nee, niet echt. Hij giechelde weer. Dit zal hen in het ongewisse laten. Hij schreef de naam van de persoon die hij had uitverkoren om Erins laars en avondschoen te ontvangen... DARCY SCOTT.