Maxime(38)
'Ga je je vader ook een bijnaam geven?' vroeg Maxime, zoals altijd met het nodige respect sprekend over haar eerste exman, met wie ze het voogdijschap over Angelica deelde. 'O, Maxi, wat ben je toch een oen. Niemand geeft zijn vader een bijnaam. Maak het nou!'
'Ik hoor alweer dat de dubbele moraal nog altijd van kracht is,' mompelde Maxi. 'En vraag me niet wat dat betekent, want daar kom je gauw genoeg achter.'
'Nu wat het eten betreft,' zei Angelica, terwijl ze de inhoud van haar rugzak over de vloer verspreidde. 'Zullen we naar een Thais of een Japans restaurant gaan? Het eten in het tenniskamp was afgrijselijk. Ik heb in geen twee maanden iets behoorlijks gehad.'
'We zullen het dadelijk wel over je maag hebben, Angelica. Zou je eerst niet eens vragen hoe het met mij is?' 'Hoe is het met jou, mam?' vroeg Angelica monter, ijverig op zoek naar een paar sokken.
'Ik ben de nieuwe hoofdredactrice van Strikjes en Kwikjes.' 'Je méént het. En verder? Heb je niet een of andere fantastische vent ontmoet? Ik heb al zo lang geen stiefvader meer gehad.'
'Je krijgt nooit ofte nimmer meer een stiefvader, Angelica. Dat heb ik je al honderden keren gezegd. En ik meen het van Strikjes en Kwikjes. Ik neem het over.'
'Het Maandblad voor de fourniturenhandel?' Angelica staakte haar vruchteloos zoeken en keek stomverbaasd op. 'Wat moet jij met dat arme oude Maandblad?' 'Waar heb je het over?'
'Strikjes en Kwikjes. Opa heeft me verteld dat de oorspronkelijke naam Maandblad voor de fourniturenhandel was... dat staat ook op het omslag, in piepkleine lettertjes. Strikjes en Kwikjes is zomaar een stomme naam die de een of andere redacteur heeft bedacht om het blad wat op te peppen. Niet dat het heeft geholpen. Opa zei altijd dat hij het blad alleen liet voortbestaan uit medelijden met de mensen die er al zo lang aan werkten, sommigen zowat hun hele leven. Hij dacht niet dat ze nog eens ergens anders aan de slag zouden kunnen komen, maar het blad zelf interesseerde hem al jaren niet meer. Echt, mam, wanneer heb jij er voor het laatst een nummer van gezien? Ik denk dat ze onderhand verzamelwaarde hebben. Het blad zal hooguit een oplage van tweehonderd stuks hebben. Stomvervelend.'
'Hoe weet je dat allemaal?'
'Opa en ik praatten vaak over het bedrijf. Hij zei altijd dat ik de enige in de familie was die er iets van begreep. Kan ik een paar sokken van jou lenen, Maxi? Hé, mam, voel je je niet goed? Je ziet er ineens zo raar uit. Misschien heb je net zo'n honger als ik. Zeg, wanneer gaan we naar Venetië?' 'Venetië?' herhaalde Maxime afwezig. 'Ja, we zouden toch twee weken naar Venetië gaan, je weet wel, in Italië. Voor de school weer begint,' legde Angelica langzaam en geduldig uit, alsof ze tegen een hoogbejaarde sprak. 'Zeg nou niet "Venetië?" alsof je de tickets en de reserveringen nog niet hebt, want alles is al maanden geleden besproken.' 'Het gaat niet door.' 'Maar je hebt het beloofd!'
'We gaan niet naar Venetië. Het spijt me, we zullen het later wel inhalen. Ik moet aan het werk. Bij Strikjes en Kwikjes.'
'Jezus! Je meent het echt! Zijn we al ons geld kwijt?'
'Ik heb een stommiteit begaan.'
'Is dat erger of beter?'
'Erger, veel, veel erger. O verdomme!'
'Ach, zit er maar niet over in. Laten we bij Parioli Romanissimo gaan eten. Wat geeft het dat ik het land van mijn voorvaderen niet zie - een restaurant is bijna hetzelfde als Venetië, zonder de kanalen... de duiven... de Piazza San Marco... de Gritti!' Haar stem stierf klaaglijk weg.
'Ik kan niet eens met je gaan eten. Ik zal Toby bellen en vragen of hij je ergens mee naar toe neemt,' zei Maxi, woedend op zichzelf.
'Heb je een afspraak?' Angelica fleurde zienderogen op. 'Een belofte die ik moet nakomen. Noem het een ereschuld. Ik moet om klokslag acht uur bij P. J. Clarke zijn.' Maxi zakte als een hoopje ellende in een stoel.
'Angelica, hou jij van zwarte parels? Zo ja, dan heb ik er een voor je meegebracht uit Europa.'
'Hé, maak het nou, Maxi... ga alsjeblieft niet op de schuldige toer, zeg. Dat is absoluut jouw stijl niet,' zei Angelica gemoedelijk.
Een douanebeambte weet van wanten met een vrouwenlichaam, dacht Maxime tevreden toen ze de volgende morgen wakker werd. Wie kon er zo goed vrijen als een ongecompliceerde Ier in prima conditie? O'Casey was bepaald in topconditie. Haar tweede man was een Australiër geweest, maar zijn voorvaderen waren uit Ierland gekomen. Lieve Dennis Brady, een schat van een jongen, zoals ze in Engeland zouden zeggen, maar met de onzalige gewoonte om gelijke delen ijskoude tequila en wodka te mixen en een groot aantal glazen van dit mengsel te drinken voor hij, zonder hulp van de kapitein, zijn schip in de haven van Monte Carlo probeerde af te meren. Misschien dat hun huwelijk toch goed was geworden als hij niet zo aartslui was geweest of als het schip geen tachtig meter lang jacht met heliplatform was geweest. En als de helikopter goed verankerd had gestaan, zou de aanvaring - of was het een schipbreuk? - misschien niet zoveel trammelant hebben gegeven. Maxi was na zes maanden van dat gekkenschip gedrost, grijzer maar niet wijzer.