Marcolini broers 01(6)
‘Ik geloof niet dat ik je begrijp,’ zei ze met een behoedzame frons op haar gezicht. ‘Wil je soms een soort tijdelijke verzoening?’
Nog steeds bleven zijn ogen op haar gericht. ‘Ik wil het graag nog een keer met je proberen, Claire,’ zei hij. ‘Dit keer op jouw territorium, niet het mijne.’
Langzaam drongen zijn woorden tot haar door en haar hart bonkte in haar keel. ‘Je meent dit serieus, hè?’ vroeg ze. ‘Mijn hemel, Antonio, je bent niet goed wijs als je denkt dat ik daarin meega.’
Koppig keek hij jaar aan. ‘Drie maanden is niet lang. Wat heb je te verliezen als het toch niet blijkt te werken? Op deze manier zijn we er in ieder geval zeker van dat we de juiste beslissing nemen.’
Ze schonk hem een verongelijkte blik. ‘Volgens mij heb ik de juiste beslissing genomen door terug naar Sydney te vliegen.’
‘Die beslissing heb je overhaast genomen, na een zeer aangrijpende tijd,’ reageerde hij.
Met open mond staarde ze hem aan, en ze werd steeds bozer. ‘Noem je het zo tegenwoordig? Een zeer aangrijpende tijd?’
Hij haalde diep adem en streek met zijn hand door zijn haar. ‘Ik wist dat je zo zou reageren. Het is onmogelijk om een gesprek met jou te voeren zonder dat je alles wat ik zeg verdraait en suggereert dat ik niets om onze dochter gaf. Verdomme, Claire. Je weet dat dat niet waar is. Ik wilde haar zo graag.’
Claire klemde haar kaken op elkaar. Haar emoties dreigden met haar op de loop te gaan. Ja, hun kind had hij wel gewild, alleen zijn vrouw had hij er liever niet bij gehad. ‘Noem haar naam dan. Of ben je die soms vergeten?’ Haar stem werd steeds hoger en schriller. ‘Ben je haar al bijna helemaal vergeten?’
Zijn mond vertrok. ‘Doe dit nou niet, Claire. Hier krijg je haar niet mee terug.’
Daarop draaide ze zich om en beet op haar wang om te voorkomen dat ze hysterisch zou worden. Hij kon zijn emoties heel goed in bedwang houden, dat maakte het alleen maar gênanter dat zij zichzelf niet in de hand had. Wat haatte ze hem daarom. Hoe kon hij zo koel en afstandelijk doen en verwachten dat ze mee zou werken aan zijn plannetjes? Alsof hij maar met zijn vingers hoefde te knippen en zij dan wel naar hem terug zou komen, alsof er niets gebeurd was.
‘Ik wil het echt nog een keer proberen, Claire,’ doorbrak hij de gespannen stilte.
Ze keek hem uitdagend aan. ‘Dan staat je nog wat te wachten, want ik zal er nooit in toestemmen om weer jouw vrouw te worden. Niet voor drie maanden, niet voor drie weken, zelfs niet voor drie dagen.’
Een moment lang bestudeerde hij haar gezicht. ‘Misschien denk je er anders over als je de politie hebt gesproken over de situatie waarin een van je halfbroers verzeild is geraakt.’
Haar ogen werden groot van paniek. ‘W-Wie?’ vroeg ze. Stilletjes bad ze dat het Isaac niet was. Callum was geen lieverdje en was een paar keer met de politie in aanraking geweest, maar inmiddels was hij weer op het rechte pad beland. Isaac was daarentegen nog altijd erg kwetsbaar. Hij was jong en driftig, en kon ontzettend trouw zijn, een combinatie van eigenschappen die hem al vaker in de problemen had gebracht.
‘Isaac,’ antwoordde Antonio.
Ze slikte en hoopte dat de wanhoop niet van haar gezicht was af te lezen. ‘Wat heeft hij, eh… naar verluidt dan gedaan?’ vroeg ze met haar kin in de lucht.
Zijn wenkbrauw schoot omhoog. ‘Afgaande op hoe je dat formuleert, vermoed ik dat dit niet de eerste keer is dat je broertje in zo’n situatie zit.’
Ze haalde diep adem en dwong haarzelf om zijn blik vast te houden. ‘Ik ben de eerste die zal toegeven dat Isaac wat gedragsproblemen heeft,’ zei ze. ‘Maar ik zie niet in wat dat met jou te maken heeft.’
‘In dit geval heeft zijn gedrag zeker iets met mij te maken,’ zei hij met een betekenisvolle blik in zijn donkere ogen. ‘En ook met jou, trouwens.’
Niet verder vragen, waarschuwde ze zichzelf nog, maar de woorden waren haar mond al uit voor ze er erg in had. ‘Hoe bedoel je?’
‘Je broer heeft vanmiddag mijn huurauto gestolen van de parkeerplaats bij het ziekenhuis en is ermee gaan joyriden,’ zei hij.
Lieve hemel, dacht Claire, terwijl de wanhoop toesloeg. Van alle auto’s in Sydney moest Isaac uitgerekend die van Antonio Marcolini stelen. Hij zou gaan surfen met wat vrienden. Een paar dagen geleden was hij nog bij haar langs geweest. Hij was blijven slapen en ze had hem nog wat geld gegeven voor een nieuwe wetsuit.
‘Eh… Was er schade?’ vroeg ze onzeker.
‘Geen schade die niet goedgemaakt kan worden door drie maanden bij me terug te komen als mijn vrouw,’ zei hij, terwijl hij haar doordringend aankeek.
Ze staarde hem aan en haar hart sputterde tegen, zoals de recalcitrante motor van haar auto op een koude ochtend. ‘Probeer je… Probeer je me nu te chanteren?’ stamelde ze.