Reading Online Novel

Marcolini broers 01(2)



‘Eerlijk gezegd vind ik het vreemd dat je niet had verwacht dat ik je persoonlijk wilde spreken,’ ging hij verder.

‘Gezien de omstandigheden leek het me nogal ongepast,’ reageerde ze enigszins koeltjes. ‘Volgens mij hebben we de laatste keer dat we bij elkaar waren alles wel gezegd.’

En hoe, voegde ze daar in gedachten aan toe, zich de verbitterde woorden herinnerend die ze bij die gelegenheid naar zijn hoofd had geslingerd. Boze woorden die het verdriet om haar verlies en zijn bedrog niet hadden verminderd. Hij was heel kil geweest, als de afstandelijke en zakelijke arts die hij ook kon zijn. Wat haar weer het gevoel had gegeven dat ze geen zelfbeheersing had en onvolwassen was.

‘Dat zie ik anders, Claire,’ sprak hij haar tegen. ‘De laatste keer dat we bij elkaar waren, heb jij voornamelijk gepraat en gescholden en je beschuldigingen geuit. Dit keer wil ik ook graag mijn zegje doen.’

Haar knokkels waren al wit, maar haar vingers verkrampten nog verder om de hoorn en haar hart bonkte tegen haar ribben. ‘Luister, we zijn uit elkaar gegaan, vijf j –’

‘Ik weet hoelang we uit elkaar zijn,’ onderbrak hij haar weer. ‘Al is het nog niet officieel, want we hebben onze bezittingen nog niet verdeeld. Dat is een van de redenen waarom ik nu in Australië ben.’

Haar maag keerde zich om. ‘Ik dacht dat je hier was om je organisatie te promoten… Om meer naamsbekendheid te krijgen.’

‘Ook ja, maar ik ben niet van plan om drie maanden lang lezingen te geven,’ zei hij. ‘Ik neem ook vakantie op, terwijl ik hier ben en ik wil wat tijd met jou doorbrengen.’

‘Waarom?’ vroeg ze wantrouwend.

‘We zijn officieel nog steeds getrouwd, Claire.’

Ze klemde haar kaken op elkaar. ‘Laat me raden.’ Haar woorden waren doordrongen van minachting. ‘Je laatste minnares wilde niet meekomen en nu zoek je een vervangster voor drie maanden. Vergeet het maar, Antonio. Ik ben niet beschikbaar.’

‘Is er iemand in je leven op dit moment?’ vroeg hij.

De vraag deed haar haren rechtovereind staan. Het was werkelijk waar verbijsterend dat hij dacht dat ze haar leven zo snel na de dood van hun kind weer zou oppakken, zoals hijzelf schijnbaar zo makkelijk had gedaan. ‘Waarom wil je dat weten?’ vroeg ze.

‘Ik wil niet in iemands vaarwater zitten,’ zei hij. ‘Al is er natuurlijk altijd wel een manier om zo’n obstakel uit de weg te ruimen.’

‘Ja, iedereen weet dat jij je daar niet door laat tegenhouden,’ beet ze terug. ‘Had je een paar jaar geleden niet ook al iets met een getrouwde vrouw?’

‘Zij was geen minnares van me, Claire,’ zei hij. ‘De pers blaast alles wat Mario en ik doen op. Dat weet jij ook wel. Daar heb ik je meteen voor gewaarschuwd toen we elkaar ontmoetten.’

Ze moest toegeven dat Antonio zijn best had gedaan om haar voor te bereiden op de publiciteit die ze zou krijgen als potentiële vriendin van een van de Marcolini-broers. Antonio en Mario, de zoons van de beroemde Italiaanse zakenman Salvatore Marcolini, konden de aandacht van de media niet ontvluchten. Elke vrouw naar wie ze keken werd gefotografeerd, elk restaurant waar ze aten werd beoordeeld, en elke stap die ze zetten werd gevolgd door talloze camera’s.

Claire had dat altijd zowel opdringerig als angstaanjagend gevonden. Als plattelandsmeisje was ze helemaal geen aandacht gewend, laat staan van de wereldpers. Ze was opgegroeid in een rustig stadje in de outback van New South Wales. Glitter en glamour waren niet aan de orde geweest in haar leven en dat van haar jongere broers. En haar leven nu, als kapster in een kleine buitenwijk van de stad, trok ook niet bepaald de aandacht.

Dat was slechts een van de fundamentele verschillen waardoor er een kloof tussen hen was ontstaan. Dat zij niet van hun stand was, hadden zijn ouders meer dan duidelijk gemaakt vanaf het moment dat hij haar aan ze had voorgesteld. Mensen die zo rijk waren vonden een drieëntwintigjarige Australische kapster op werkvakantie uiteraard geen geschikte huwelijkskandidaat voor hun ontzettend getalenteerde zoon.

‘Ik logeer in het Hammond Tower Hotel.’ Antonio’s stem onderbrak haar gedachten. ‘In de penthouse-suite.’

‘Natuurlijk,’ mompelde Claire cynisch.

‘Je had toch niet verwacht dat ik een huis zou kopen voor de korte tijd dat ik hier ben, Claire?’ vroeg hij na nog een korte, gespannen stilte.

‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordde ze, spijt hebbend dat ze haar emoties zo duidelijk liet blijken. ‘Een penthouse is alleen wel wat overdadig voor de directeur van een liefdadigheidsinstelling, vind je ook niet?’

‘De instelling doet het prima zonder dat ik op een bankje in het park slaap,’ zei hij. ‘Al is dat waarschijnlijk wel waar jij me graag zou zien, of niet?’