Lokroep(73)
Gemma haalde diep adem. ‘Oké. Dus als ik niet meer bij je op bezoek kom, weet je wat de reden is.’
‘Dus je doet het? Je wordt een zeemeermin?’
‘Yep.’ Gemma slikte haar tranen weg en gaf haar moeder een knuffel. Waarschijnlijk was dit de laatste keer dat ze haar zag. ‘Ik hou van je, mam.’
‘En ik van jou.’ Nathalie sloeg haar armen om haar dochter heen, heel eventjes maar, want ze kon niet zo lang achter elkaar stilzitten.
Toen Gemma was vertrokken, vertelde Nathalie aan alle groepsleiders dat haar dochter een zeemeermin zou worden en nooit meer zou terugkomen.
23
Vrede
Als dit haar laatste avond thuis was, wilde Gemma er iets leuks van maken. Ze had nog steeds geen definitief besluit genomen, maar dat ze hier niet langer kon blijven, stond voor haar vast.
Hoewel ze zich niet zo voelde, deed ze haar best om vrolijk en opgewekt te zijn. Ze bracht de hele middag bij haar vader in de garage door en hielp hem met de reparatie van haar auto. Ze kregen hem niet aan de praat, maar dat was niet belangrijk. Ze vond het gewoon fijn om bij hem te zijn.
Terwijl Brian zich opfriste, ging Gemma naar de keuken om Harper te helpen met koken.
Dat verbaasde Harper. Eerst vertrouwde ze het niet, want Gemma hielp haar nooit in de keuken, maar toen ze zag dat ze het niet deed om extra vrije tijd los te peuteren, vond ze het ook wel heel fijn.
Even later gingen ze aan tafel. Het leek of het de eerste gezinsmaaltijd sinds tijden was. Alle drie kletsten ze honderduit. Er werd niet gesproken over Gemma’s slechte gedrag van de laatste tijd of over de seriemoordenaar die een spoor van lijken had achtergelaten. Natuurlijk hingen die dingen wel als een donkere wolk boven hun hoofden, maar die avond hadden ze het er niet over.
‘Harper, laat mij dat maar doen,’ bood Gemma aan, toen haar zus de vaatwasser begon in te laden.
Nagenietend van de heerlijke maaltijd, bestaande uit gekruide kippenpootjes en aardappels uit de oven, was Brian naar de woonkamer gegaan terwijl Harper de tafel afruimde en Gemma de restjes in een plastic bakje deed.
‘Nee, laat mij maar.’ Harper spoelde een bord onder de kraan af voordat ze hem in de vaatwasser zette. Ze keek Gemma verbaasd aan. ‘Wat is er toch aan de hand met jou?’
‘Hoezo?’
Harper maakte een wuivend gebaar met haar natte hand, waarbij per ongeluk een paar druppels water op Gemma terechtkwamen. ‘De afgelopen week heb ik je alleen maar horen mopperen en vandaag ben je ineens vrolijk en behulpzaam.’
‘Ik ben meestal wel vrolijk, toch?’ Gemma zette het plastic bakje in de koelkast. ‘En ook wel vaker behulpzaam. Ik was de laatste tijd gewoon niet helemaal mezelf, maar nu ben ik weer normaal.’
‘Oké.’ Harper trok haar wenkbrauwen op alsof ze haar niet helemaal geloofde. ‘Hoe komt dat?’
Gemma haalde haar schouders op en griste een nat vaatdoekje van het aanrecht. Ze liep naar de keukentafel en haalde het doekje eroverheen.
‘Heeft mama soms iets gezegd?’ drong Harper aan toen Gemma niet reageerde.
‘Niet echt.’ Gemma nam even de tijd om de juiste woorden te zoeken. ‘Ik denk dat ik besef dat ik blij moet zijn met wat ik heb.’
‘Hm-hm.’ Harper zette de vaatwasser aan en draaide zich om naar haar zus. ‘Wat heb je dan?’
‘Hoe bedoel je?’ Gemma had de tafel schoongemaakt en liep terug naar het aanrecht.
‘Je zei dat je blij moet zijn met wat je hebt. Wat heb je dan precies?’
‘Nou, om te beginnen heb ik allebei mijn ouders nog,’ zei Gemma, leunend tegen het aanrecht. ‘Ze zijn over het algemeen gezond en dat kan niet iedereen zeggen. Ik weet dat ze veel van me houden. Papa is zelfs bereid om zijn vrije dagen aan dat oude wrak van mij te besteden. Zonder resultaat, trouwens.’
‘Papa is een geweldige vent. En wat vind je van je zus?’ vroeg Harper met een schalkse glimlach.
‘Mijn zus is een bazige, betweterige controlfreak,’ zei Gemma met een twinkeling in haar ogen. ‘Maar ze houdt heel veel van me, te veel misschien wel, en ze doet alleen maar zo omdat ze me wil beschermen.’
‘Dat klopt,’ gaf Harper toe en ze wierp Gemma een veelbetekenende blik toe.
‘Soms word ik er knettergek van, maar diep vanbinnen weet ik dat ik blij moet zijn dat er iemand zoveel om me geeft.’ Gemma sloeg haar ogen neer en vervolgde: ‘Ik mag mijn handjes dichtknijpen met zoveel mensen die van me houden en met zoveel dingen om blij mee te zijn.’ Ze schudde haar hoofd en glimlachte. ‘Ik vind je geweldig, Harper. Ik wil dat je dat weet.’
Ze keken elkaar zwijgend aan. Harpers ogen waren vochtig en even was Gemma bang dat ze zou gaan huilen. En als Harper huilde, zou zij ook gaan huilen en dan zou het een groot tranendal worden, en dat wilde ze niet.