Reading Online Novel

Krijgsraad(75)







Onder vele officieren heerst het gevoel dat zij definitief afscheid van het leven hebben genomen en het nu zo duur mogelijk willen verkopen.

Een politieke commissaris tot

Adolf Hitler, april 1944

Door de smerige ramen van Heino's Bar ziet Porta een Finse korporaal uit de bank rennen, met een pistool in de ene en een grijze doos in de andere hand. Hij wordt op de hielen gevolgd door twee andere soldaten, die uit de draaideur te voorschijn komen. Ze rennen zo snel ze kunnen de straat uit.

'Een loden cheque zeker, denk je niet?' zegt Tiny belangstellend. 'Zoiets wel, ja,' antwoordt Porta nadenkend. 'In ieder geval is het niet de gebruikelijke manier om met een pistool in je hand een bank te verlaten!'

'Christus, een bankroof!' roept Gregor vrolijk. Hij steekt zijn hoofd buiten de deur om te zien waar de drie soldaten met het pistool en de grijze doos gebleven zijn.

'Ik weet waar ze zijn,' zegt Tiny met een sluwe grijns. 'Kom op, laten we erheen gaan en ze eens vragen wat ze eraan over hebben gehouden.'

Ze vinden de soldaten in een klandestiene kroeg.

'Wel, wat hebben we eraan overgehouden?' vraagt Porta op vaderlijke toon, terwijl hij de dichtstbijzijnde man met zijn P-38 lichtjes op het voorhoofd drukt.

De korporaal, een reusachtige kerel met een uiterst gemeen gezicht, spuugt op de vloer en vraagt Porta of hij soms levensmoe is.

'Ik vroeg, hoeveel?' herhaalt Porta verachtelijk, de veiligheidspal omleggend.

'We hebben nog niet geteld,' antwoordt een sergeant die veel weg heeft van een veldmuis.

'Nou, laten we dat dan maar eens gaan doen,' grijnst Tiny in zijn schik. Hij steekt zijn hand uit naar de doos. 'Er is geen lol aan geldbezit als je niet weet hoeveel je hebt!'

Het deksel vliegt met een klap open.

'Nou, ik heb alles gezien wat er maar te zien valt!' roept Gregor hees, terwijl hij een bundeltje papieren met de Finse leeuw erop de lucht in gooit.

De sergeant die zoveel op een veldmuis lijkt laat zich voorover op het tafeltje vallen en snikt krampachtig. Bij gebrek aan iets beters slaat de reusachtige korporaal drie houten stoelen aan brandhout. 'Wat een stelletje super-misdadigers,' zegt Porta met een snerend lachje. 'Die stelen oorlogsobligaties die nog niet eens zijn uitgegeven! En dat papier is zo stijf dat je niet eens je reet ermee kunt afvegen!'

De volgende dag worden de drie Finnen geëxecuteerd, bij wijze van waarschuwing voor alle mogelijke navolgers. De executie heeft plaats op het exercitieterrein van de artillerie-kazerne. Ze worden naast elkaar tegen de muur van het badhuis gezet. Een peloton Sissi-Jäger neemt de executie voor haar rekening. Ze arriveren op fietsen, die tegen de schutting van de oude garagewerkplaats worden gezet.

Aangezien Tiny altijd al een fiets heeft willen hebben steelt hij er twee, op het moment waarop de eigenaars de bankrovers executeren.

We hebben die fietsen flink lang kunnen gebruiken.





DE NAMAAK-DUITSER


Het stafbureau van de 5de compagnie in Titowka is gehuld in een stilte van volslagen verveling.

Heide is tijdelijk als hoofdadministrateur bij de compagnie gedetacheerd. Zelf heb ik binnendienst gekregen en moet personeelsdossiers sorteren. Daartussendoor gebruikt Hauptfeldwebel Hofmann mij als boodschappenjongen. Ik barst van de pijn als ik mijn volle gewicht op mijn been laat rusten, maar daarover maakt hij zich totaal geen zorgen.

'Lichaamsbeweging,' verklaart hij, 'zorgt voor een gezonde geest in een gezond lichaam. Je mag God danken – en natuurlijk ook het feit dat die Russen zo slecht schieten – dat je nog een been over hebt!' Hij grijnst en blaast mij een wolk sigarerook in het gezicht. De granaatsplinter is recht door mijn kuit gegaan. Een jaar eerder zouden ze me rechtstreeks naar het veldlazaret hebben gestuurd, of zelfs naar een echt ziekenhuis – en met een beetje geluk zou ik zelfs ziekenverlof hebben gekregen. Maar dat soort verrukkelijke dingen behoort tot het verleden. Twee of drie weken binnendienst en je wordt weer 'gevechtsklaar' genoemd.

Hauptfeldwebel Hofmann heeft de hand weten te leggen op een Amerikaanse bureaustoel, die draaien kan en waarin je zelfs kunt schommelen. Hij zit erop alsof het een troon is. Zijn grote voeten liggen op het bureau. Tussen zijn tanden wentelt hij een reusachtige sigaar om en om. Hij werpt ons een superieure blik toe en schenkt zichzelf een groot glas wodka in.

'Als jullie armzalige zandzakken ooit nog eens Hauptfeldwebel worden, zullen ook jullie je 's morgens een opkikkertje kunnen veroorloven!'

De telefoon valt hem in de rede, luid rinkelend met een herrie die alleen een legertelefoon kan produceren. Niemand neemt aan. We staren er zwijgend naar.

'Unteroffizier Heide! Waarom neem je voor de donder die telefoon niet aan?' brult Hofmann. 'Waarvoor denk je verdomme dat je hier bent?'

'Vijfde compagnie, met Unteroffizier Heide!'

Hij blijft een ogenblik luisteren en geeft dan de hoorn aan Hofmann.