Reading Online Novel

Inside Out(48)





‘…dus ik heb een computer van de oppers nodig om die gegevens te vinden,’ zei Logan.

Ik ging rechtop zitten en wreef in mijn ogen. Het visioen van Logan en Domotor die me met zorgelijke gezichten aankeken weigerde te verdwijnen.

‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ik.

‘We zijn erachter waar die informatie is,’ zei Domotor. Zijn gezichtsuitdrukking paste niet bij zijn heuglijke mededeling.

‘Maar…’ zei ik.

‘Maar we kunnen er alleen bij vanaf een computer op de bovenste niveaus.’ Hij gaf me een paar seconden om het tot me door te laten dringen. ‘Kun je Logan naar niveau vier brengen?’

‘Heeft hij dan geen bitje nodig?’ vroeg ik.

‘Niet meer.’ Logan glimlachte zelfingenomen. ‘Ik heb mijn eigen account aangemaakt. Ik heb alleen nog een wachtwoord nodig en de juiste verbinding.’

‘En waarom werkt het hier dan niet?’

Logan probeerde uit te leggen hoe de blokkeringsfunctie op de computers van de onderste niveaus werkte, maar bij het tweede woord was ik de draad al kwijt.

Gelukkig onderbrak Domotor hem. ‘Hij heeft maar vijf minuten nodig. Kun je dat regelen, Trell?’

Kon ik dat? Door de verwarmingsbuizen kruipen was makkelijker dan naar een hoger niveau klimmen. Ik betwijfelde of Logan genoeg kracht had in zijn bovenlichaam om zichzelf aan de kettingen omhoog te trekken. Tenzij… Tenzij we boven op de lift omhooggingen. Maar waar vonden we dan een computer die niet gebruikt werd? En als we er een vonden, hoelang zou het dan duren voor iemand hem wel kwam gebruiken?

‘Ik heb een paar uur nodig om daarover na te denken.’

‘Misschien kan Riley helpen,’ opperde Domotor. ‘Hij weet vast wel waar je een computer kunt vinden.’

‘Ik denk niet dat we hem erbij moeten betrekken,’ zei ik.

‘Wie is Riley?’ vroeg Logan.

‘Dat kun je maar beter niet weten.’ Er waren al te veel mensen die van ons af wisten. En met elke nieuwe persoon nam onze kans om gepakt te worden toe. Maximale schade, zong het door mijn hoofd.

‘Riley heeft bewezen betrouwbaar te zijn. Dit is te belangrijk om aan het toeval over te laten,’ zei Domotor.

Ik gromde, hoewel ik wist dat hij gelijk had.

‘Laten we maar gaan. Ik wil niet te laat komen voor mijn dienst,’ zei Logan.

Zijn woorden herinnerden me eraan dat ik Domotor om zijn kleren moest vragen.

‘Tuurlijk, pak maar wat je nodig hebt,’ luidde het antwoord.

Toen ik terugkwam uit zijn slaapkamer met de broek en het shirt die hij had gedragen op de dag waarop we hem gered hadden, griste Logan het shirt uit mijn handen. Hij rukte het bovenste knoopje eraf. Ik herinnerde me het microfoontje dat Logan en Anne-Jade in Domotors shirt hadden verstopt.

‘Dat wil ik niet kwijt,’ zei hij. Toen gaf hij me de disks. ‘Maar deze mag je meenemen.’

Ik keek naar Domotor. Hij ontweek mijn blik en schoof heen en weer in zijn stoel alsof hij een comfortabelere houding zocht. Ik wachtte af, terwijl ik met de disks – dat onweerstaanbare lokaas dat me in deze krankzinnige situatie had gebracht – tegen mijn been tikte.

Uiteindelijk lachte hij me schaapachtig toe. ‘De programma’s die erop staan zijn nú waardeloos. Als ik ze had kunnen gebruiken vóórdat ik gepakt werd, zouden ze gewerkt hebben.’

‘Maar ze kunnen Cog wel helpen, als zogenaamd bewijsstuk,’ zei Logan.

De disks en de kleren zouden alleen het onvermijdelijke uitstellen. Die morbide gedachte verdreef ik snel. ‘Het is beter dan niets.’



Het was uur tien, en Logan had zich op tijd gemeld voor zijn dienst. De kleren en de disks waren verborgen in de werkkast en ik moest bedenken hoe ik Logan naar niveau vier ging krijgen. Ik stopte even bij de wasserij. Daar werden alle kleren voor Binnen gewassen. Sloven duwden grote witte rolcontainers voor zich uit om bergen schone en vieze kleding te verplaatsen. Ook onder de stortkokers stonden containers om de uniformen en kleren van de bovenste niveaus te verzamelen.

Langs de linkerwand lagen stapels schone uniformen voor de sloven. Elke stapel was bestemd voor een bepaald werkterrein en was gesorteerd op maat. Het blauw van de buizensloven leek helder vergeleken bij de rest. Was- en keukensloven droegen hetzelfde witte uniform.

Het was heel makkelijk om slovenkleding te stelen. Er kwamen continu mensen kleren halen, en niemand lette op of je één uniform pakte of honderd. Maar de kleren van de oppers werden in gemarkeerde containers gelegd – een voor elke familie. Die hielden de Opper Cops goed in de gaten.

Nadat ik een rondje door de wasserij had gemaakt, besefte ik dat het me niet zou lukken om schone kleren van de oppers uit de containers te pakken. Maar ik was niet zo kieskeurig, dus ik kon wel een paar kledingstukken onderscheppen die door de stortkokers omlaagkwamen.