Reading Online Novel

Inside Out(15)



Hij ging op de bank staan en maakte weer een opstapje van zijn handen. Nadat ik me de schacht in had gewurmd, riep ik een bedankje naar beneden.

Voor ik weg kon kruipen zei hij: ‘Mijn naam is Riley Narelle…’ Hij stokte even, alsof hij zich schaamde voor zijn familienamen. Hij schraapte zijn keel en vervolgde: ‘Ashon. Als je even rust nodig hebt, mag je altijd gebruikmaken van mijn schuilplek.’

Als hij de verbijstering op mijn gezicht al zag, liet hij dat niet merken. Ik knikte hem even kort toe en haastte me weg, helemaal van slag door zijn aanbod. Een aanbod dat veel te riskant was om te accepteren. Sloven gingen niet om met oppers. Nooit. De Opper Cops hadden specifieke richtlijnen om iedereen daar te houden waar ze volgens hen moesten zijn. En trouwens, we hadden de pest aan elkaar. De oppers woonden in ruime vertrekken, samen met hun familie. Ze werkten minder uren en ze hadden meer vrijheid. Zij namen de beslissingen, en wij deden wat ze zeiden.

Omdat ik zo lang bij mijn kistje had gezeten en nu ook nog met Riley had gepraat, waren mijn vrije uren alweer bijna om. En ik moest nog slapen. Ik bewoog me zo snel ik durfde door de buizen tot ik op een van de lagere niveaus was, zocht een comfortabele schacht uit en viel in slaap.



De lege gangen hadden een eerste waarschuwing moeten zijn. Na een paar uur was ik wakker geworden door een merkwaardige stilte en was ik naar niveau één gegaan om uit te zoeken wat er aan de hand was. Opper Cops waren bezig sloven de eetzaal in te drijven. Verrast probeerde ik terug te trekken, maar ik werd gezien en in de stroom sloven getrokken.

Schouders werden tegen schouders aangedrukt. Ik moest kokhalzen van de bedorven lucht van opeengepakte mensen. Toen er echt geen sloof meer bij kon, werden de deuren gesloten en versperd door Opper Cops. Er waren drie ‘ontmoetingsplekken’ op de onderste niveaus, en ik vermoedde dat de Opper Cops ook onze twee gemeenschappelijke ruimten in Kwadraat A1 en A2 hadden gevuld met sloven en vervolgens hadden afgesloten, net als de eetzaal.

Ik begon te zweten, en niet alleen door de overvloedige lichaamswarmte. Op een tafel midden in de eetzaal stond de vrouwelijke hoofdcommandant die binnen was komen stormen in het appartement van Gebroken Man. Ik wierp een blik op de klok. Uur zestig. Mijn problemen waren pas vijfentwintig uur geleden begonnen. Het voelde meer als een week.

‘Burgers van Binnen, ik besef dat dit ongebruikelijk is,’ begon de hoofdcommandant. Haar stem knalde uit de luidsprekers. ‘Onze bijeenkomst van het honderdste uur is pas over veertig uur, maar we missen een inwoner.’

Gemompel in de dichtopeengepakte menigte. Alle sloven meldden zich aan het einde van elke week. Dat moesten we allemaal op een bepaalde plek doen, waar we dan het laatste nieuws hoorden en op de hoogte werden gebracht van aanpassingen in de regels en voorschriften. De Opper Cops noemden het een viering van het einde van de week, maar ik wist dat het alleen bedoeld was om de sloven te controleren, te checken wie er zwanger waren en te kijken of we ons wel gedroegen.

‘Alle burgers blijven in hun beveiligde ruimte tot we de vermiste persoon gevonden hebben,’ vervolgde de hoofdcommandant.

Logisch. Hun RATT’s raakten in de war als er zoveel mensen rondliepen.

‘We zijn op zoek naar een man die zichzelf Gebroken Man noemt. Hij gebruikt een rolstoel, dus we zijn bang dat hij misschien gewond is geraakt. Als een van jullie informatie heeft over zijn verblijfplaats of informatie die ons naar hem toe leidt, wordt diegene gepromoveerd naar een functie van zijn of haar keuze.’

Mijn ingewanden bevroren. Ik kon me niet bewegen, niet ademhalen, niets voelen. Zelfs minnaars zouden elkaar verraden voor zo’n kans. Cog en ik waren de sigaar. Ik had die verdomde disks niet moeten gaan halen. We konden onszelf net zo goed meteen aangeven. Wie weet, misschien werden we niet eens gerecycled.

Ja hoor, en misschien mocht ik naar Boven verhuizen en kreeg ik een familie, een kamer en een interessante baan. Als ik mezelf toch voor de gek ging houden, moest ik het wel meteen goed doen.

Nou ja. Het had geen zin om te gaan bedenken wat ik niet had moeten doen. Ik had mijn keuze gemaakt. Nu zou ik doorzetten en accepteren wat het noodlot voor me in petto had.

Lamgeslagen keek ik toe terwijl een aantal sloven zich een weg baande naar de hoofdcommandant. Na twee uur wachten en zweten leek de eetzaal wel een sauna en rook het er naar vieze was van een week oud.

De hoofdcommandant luisterde naar de sloven en maakte notities met haar handcomputer tot haar communicator begon te piepen. Ze drukte het apparaatje tegen haar oor. Kleine tongetjes van rood licht schoten langs haar wangen terwijl ze luisterde. Zodra ze klaar was, gaf ze de andere Opper Cops met afgemeten gebaren bevelen. Die salueerden en marcheerden de eetzaal uit.

Ze zette haar microfoon weer aan en zei: ‘Burgers, we hebben Gebroken Man nog niet gevonden, maar we kunnen jullie hier niet langer vasthouden. Meld je weer op je werkplek of bij je barak. Als er nog iemand informatie heeft, moet die nu naar me toe komen.’