Gestapo(87)
Luitenant Ohlsen knikte bevestigend.
Rillend sloeg Stever de deur van de cel achter zich dicht. Hij begaf zich naar het toilet, hield zijn hoofd onder de koude kraan en liet het water wel vijf minuten stromen. Hij knapte er niet erg van op.
Luitenant Ohlsen haalde diep adem. Hij veegde de deken af op de plaats waar Stever had gezeten. Daarna ging hij zelf zitten met het hoofd in zijn handen. Hij voelde zich veel opgewekter. Hij had bondgenoten.
Toen Obergefreiter Stever zich onder de kraan had verkwikt, liep hij zo snel zijn benen hem dragen konden naar het bureau van 'De Verrader'. Hij vergat bijna om aan te kloppen. Struikelend over zijn eigen woorden begon hij:
'Heb je het bezoek voor no. 9 gezien, Stabsfeld? Is dat kleine ventje je opgevallen? Dat is de duivel in eigen persoon.'
'De Verrader' nam Stever scherp op. Hij kneep zijn kwaadaardige oogjes dicht tot het nog slechts smalle spleten waren.
'Wind je niet op, Stever. Dat waren maar koelies. Die kleine zal wel dronken geweest zijn. Hij neuriede iets over de dood toen hij wegging. Als hij niet dronken was, heeft hij ze waarschijnlijk niet allemaal bij elkaar. Hij liep krom van de decoraties. Zo'n idioot van het front, die zich verbeeldt dat hij hier indruk kan maken met zijn verzameling blikjes.'
Stever ging op een stoel zitten en veegde zijn voorhoofd af.
'Wat een smoel! Zelfs een kannibaal zou er zich voor schamen. Heb je de lange snee gezien die dwars over zijn gezicht loopt en telkens van kleur verandert? En zijn ogen? Die ogen vergeet ik nooit. En zijn handen. Het leken me handen die geschapen waren om iemand te wurgen.'
'De Verrader' greep het bezoekpasje dat voor hem op tafel lag en mompelde:
'Feldwebel Willie Beier en Unteroffizier Alfred Kalb.'
'Ja, dat is hem!' riep Stever uit. 'Alfred Kalb, die naam herinner ik me.'
Samen begonnen ze het bezoekpasje te onderzoeken. Plotseling riep 'De Verrader' uit:
'Alle duivels, alle donders, alle grieten! Kijk nou eens even naar die handtekening!'
'Wat is daar dan mee?' vroeg Stever verwonderd.
'Obergefreiter Stever, ik heb je altijd tot de intelligente mensen gerekend, anders had ik je al lang met een marsbataljon laten wegmarcheren. Ik ga alleen met intelligente mensen om. Dacht jij soms dat ik het zover gebracht had als ik niet donders goed wist hoe ik mijn hersens moest gebruiken? Bekijk die handtekening nou eens heel goed, Stever!'
Stever deed wat hem werd gevraagd, maar zag er niets bijzonders aan. Hij paste natuurlijk wel op dat ronduit te zeggen. Integendeel.
'Tja, nu u het zegt, Stabsfeldwebel, er is aan die handtekening beslist iets dat niet normaal is.'
'Juist,' schreeuwde "De Verrader" opgewonden. 'Eindelijk heb je het dan door. Het ijzeren gordijn is opgetrokken. Het heeft je anders wel tijd gekost, Stever. Je moet 's avonds eens wat vroeger naar bed gaan.' Hij haalde een fles whisky uit zijn bureaulade en twee glazen.
'Stever, je hebt gelijk, die handtekening is vervalst. Gelukkig dat je dat gemerkt hebt.'
Stever wilde protesteren. Hij bekeek nog eens die handtekening en begreep niet waaraan je kon zien dat die vervalst was.
'Kijk eens, Stever,' vervolgde "De Verrader", 'wij hebben in die doos een groot aantal bezoekpasjes liggen, maar heb jij er al ooit één gezien die door SD-Standartenführer Paul Bielert persoonlijk was ondertekend? Geen stempel, maar een echte handtekening, met pen en inkt gezet? Dat kan gewoonweg niet. Dat zou een bewijs zijn van achteruitgang van het menselijk ras. Een normaal mens gebruikt een stempel. Jij zelf hebt immers herhaaldelijk mijn handtekeningenstempel gebruikt.'
'Dat heb ik nog nooit gedaan, Stabsfeld',' riep Stever verontwaardigd uit.
"De Verrader" grinnikte gemeen.
'Och, misschien heb je het gedaan zonder je er rekenschap van te geven wat je eigenlijk deed, Stever. Maar bij de grote afrekening komen al dat soort dingen toch uit, Stever, en dan zit je met de gebakken peren.'
'Maar waarom zou ik zo iets doen, Stabsfeld'?'
'Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, Stever.' "De Verrader" ging zitten om op zijn gemak van Stevers zenuwachtigheid en opwinding te genieten. 'Bij voorbeeld een tekort aan geld, misschien ging het om de aanschaffing van een artikel dat op de zwarte markt moest worden verkocht. Zo'n stempel is voor vele dingen te gebruiken. En dat weet jij net zo goed als ik. Jij behoort tot de intelligente lieden en dat zijn allemaal min of meer knoeiers en smeerlappen.'
'Maar, Stabsfeldwebel, u behoort toch zelf ook tot de intelligente mensen!'
Daar werd "De Verrader" woedend om.
'Pas op je woorden, Stever! Vergeet niet dat je maar een Obergefreiter bent. Jij bent pas sinds kort opgenomen bij de intelligente mensen. Maar wat kan dat ook allemaal verdommen. Laten we dat vervalste pasje nog eens bekijken. Er is iets dat me zegt dat we die twee kerels spoedig te pakken zullen hebben.'
'Dan moge God mij mijn zonden vergeven,' riep Stever uit. 'Als dat werkelijk gebeurt dan ga ik in het vervolg minstens één maal per maand naar de kerk en nog wel naar de hoogmis die twee uur duurt! En ik zweer dat ik elk jaar met Kerstmis bloemen zal plaatsen voor het beeld van de Heilige Maagd. Bedenk dat bloemen in die tijd van het jaar duur zijn! Ah, als ik die kleine fanatieke duivel hier had! Ik zou hem de ogen uitrukken! Alle duivels, dat zou ik doen!'