Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(114)



‘Dit is de vrouwenzaal. De mannen liggen hierachter,’ legde Rhoda uit. Ze maakte een hoofdbeweging in de richting van een andere zaal, die zichtbaar was achter een grote, boogvormige doorgang. ‘Aan de andere kant, achter de receptie en de kantoren, liggen de operatiekamer en de EHBO-afdeling. Die heeft een eigen ingang aan de achterkant.’

Op dat moment kwam een jongere verpleegster binnen. Rhoda wenkte haar naar zich toe.

‘Jill, dit is Jena Carpenter van de productiemaatschappij. Zou jij haar een rondleiding willen geven en haar aan iedereen willen voorstellen, terwijl Noah en ik de ronde doen?’

Jill, een fris, mollig meisje met rood haar en sproeten op haar neus, begon te stralen. ‘We vinden het allemaal zo ongelooflijk spannend! Noah heeft wel gezegd dat we gewoon moeten doorgaan met ons werk, alsof er niets aan de hand is, maar dat lukt ons nooit! Moet je je voorstellen! In dit oord gebeurt nooit iets, en dan komen ze opeens van de televisie om een reportage te maken over ons ziekenhuis!’

Het enthousiasme van het meisje deed Jena goed. Ze kreeg er zelf ook weer een beetje zin in. Of kwam dat soms omdat ze even was verlost van Noah Blacklock?

Jill leidde haar door een paar grote openslaande deuren aan het eind van de zaal naar een brede veranda. ‘Dit noemen we de verandabedden, je ziet zeker wel waarom,’ zei Jill. Ze glimlachte en wuifde naar de oude dame die rechtop in het dichtstbijzijnde bed zat. ‘Goedemorgen, Mrs. Nevins.’

De vrouw glimlachte, maar ze gaf geen antwoord, want haar aandacht werd geheel in beslag genomen door het ingewikkelde breiwerk waar ze mee bezig was.

Jena zou graag even een praatje met haar hebben gemaakt, maar Jill liep alweer verder. Eén voor één noemde ze de namen van alle patiënten.

‘Op deze afdeling liggen de minder ernstige gevallen,’ legde Jill uit. ‘Mensen die bepaalde onderzoeken moeten ondergaan of die net zijn begonnen met een nieuw medicijn. We hebben drie huisartsen in het dorp, en de meeste mensen op de veranda zijn door hen hierheen gestuurd. We hebben ook vijf eenpersoonskamers, maar de inwoners van Kareela liggen meestal liever gezellig op de veranda. Drie van de eenpersoonskamers doen momenteel dienst als kraamkamer, hoewel we hier niet veel bevallingen hebben. Er zit in het dorp een fantastische vroedvrouw, daarom kiezen heel veel vrouwen voor een thuisbevalling.’

Jena deed haar best om al die informatie te verwerken en tegelijkertijd een beeld te krijgen van de plattegrond van het ziekenhuis. Toen ze, door een andere openslaande deur, de veranda verlieten, kwamen ze in een lichte, vrolijk gedecoreerde ruimte die eerder deed denken aan een kinderdagverblijf dan aan een ziekenhuis.

‘Dit is onze polikliniek. Toen Noah hier aankwam, zag het er net zo uit als de rest van het ziekenhuis, met lichtgroene muren en beige linoleum. Maar Noah kwam erachter dat er hier meer kinderen dan volwassenen komen. Daarom leek het hem een goed idee het wat kindvriendelijker in te richten.’

‘Nou, dat is dan goed gelukt,’ merkte Jena op. Ze keek bewonderend naar de kleurige reproducties aan de muren en de fraaie mobielen die aan het plafond hingen.

‘Mr. Finch had geen zin om geld uit te geven voor iets wat zo onbelangrijk was in zijn ogen, dus het had wel wat voeten in de aarde om het plan erdoor te krijgen. Uiteindelijk heeft Noah het bijna helemaal zelf gedaan, met wat hulp van de tuinman en een paar verpleegsters.’ Jill wees naar een paar behandeltafels die langs de muren stonden. ‘Eens in de veertien dagen komen er een fysiotherapeut en een bezigheidstherapeut langs, en eens per maand een logopediste. Die gebruiken deze zaal als behandelkamer. Daarom komen hier ook meer kinderen dan volwassenen.’

Jena knikte, hoewel ze zich maar moeilijk een voorstelling kon maken van Noah Blacklock die muren stond te verven en vrolijke reproducties ophing. En ze snapte ook nog steeds niet hoe het gebouw nu eigenlijk in elkaar zat. ‘Maar waar is de mannenafdeling dan,’ vroeg ze.

Jill grinnikte. ‘Deze kant op.’ Ze leidde Jena in een verbijsterend tempo door een serie voorraadkamers en een enorme keuken naar een kant van het gebouw waar naast elkaar een röntgenkamer, een operatiekamer en een recovery lagen. Hier recht tegenover lag de zaal voor de postoperatieve patiënten. Veel van hen hadden een operatie ondergaan in een van de grote ziekenhuizen in de stad.

Ze liepen weer terug naar de andere kant van het gebouw en kwamen uit op de eerstehulppost waar op dit moment geen patiënten waren.

‘Ha! Daar ben je! Heeft Jill je alles laten zien? Heb je nog vragen?’

Zou je haar reactie op Noah Blacklocks plotselinge aanwezigheid kunnen rangschikken onder de rubriek: acute aandoeningen?

Waarom was hij nu opeens zo vrolijk, behulpzaam zelfs, terwijl hij toch duidelijk had laten blijken bezwaar te hebben tegen alles waar zij voor stond?