Een zee van verlangen(80)
Hij rimpelde weifelend zijn voorhoofd. ‘Ach, ik zou niet willen zeggen dat vijftien man niets is om je zorgen over te maken, vooral niet waar ze stuk voor stuk verlangend leken jou te bezitten. Een man alleen moet zich daartegen wapenen.’
‘Zoveel leken het er niet te zijn,’ zei Adriana, zich afvragend of hij had overdreven.
‘Wat? Heb je niet de moeite genomen ze zelf te tellen?’ vroeg Colton lachend. ‘Ik kan instaan voor mijn vermogen om te tellen, Adriana. Het waren er inderdaad zo veel.’
‘Nou, u hoeft zich over geen van hen zorgen te maken, milord. Ik ben van plan mijn deel van de overeenkomst na te komen, of ú dat doet of niet.’
‘O, ik ben het vast van plan, Adriana,’ verzekerde hij haar. ‘Uiteindelijk is het de wens van mijn vader dat ik je als mijn toekomstige echtgenote beschouw.’
‘Waarom? U bent beslist niet van plan u daarna nog aan het contract te houden, wel? Het zou me zeer verbazen als dat wél zo zou zijn.’
‘Laat ik alleen maar zeggen dat ik het heel aangenaam zal vinden om er rustig over te kunnen nadenken terwijl ik je het hof maak. Dat recht heb ik toch?’
‘Ja,’ gaf Adriana met tegenzin toe.
Ze keek om zich heen en zag tante Tilly naast Alistair Dermot zitten. Tilly keek op en pakte een naamkaartje uit de houder voor haar. Met een ondeugend gebaar haalde ze haar schouders op, glimlachte naar Adriana en wuifde zich koelte toe met haar waaier.
Toen begreep Adriana het maar al te goed. Haar tante was de schuldige die de zitplaatsen verwisseld had. Ze wilde zich niet graag verontschuldigen bij Colton, maar boog zich vastbesloten naar hem toe. ‘Ik vrees dat ik te overhaaste conclusies heb getrokken, milord. Mijn excuses daarvoor. Ik geloof dat ik nu weet wie de kaartjes heeft verwisseld.’ Ze maakte een gebaar met haar hand om zijn aandacht te vestigen op de oudere dame. ‘Het schijnt dat mijn tante Tilly uw oom ontdekt heeft. Hij ís natuurlijk een knappe man en natuurlijk ís zij weduwe.’
Colton keek naar haar en zag de oudere vrouw nogal schuldbewust naar hem glimlachen. Hij knipoogde en grinnikte, waarop ze met een heldere lach reageerde. Tilly wees naar het jonge stel. Coltons oom grijnsde en hief zijn wijnglas op naar zijn neef, hem zwijgend gelukwensend met zijn goede smaak wat vrouwen betrof.
‘Je oom Alistair schijnt nogal tevreden over zichzelf,’ merkte Adriana op, die de essentie van die uitwisseling was ontgaan. ‘Natuurlijk heeft hij veel om trots op te zijn, gezien het feit dat u een nationale held bent geworden nadat hij u zijn steun waardig keurde.’
‘Ik geloof dat hij je schoonheid toedronk, lieve,’ verbeterde Colton haar. ‘Hij heeft blijkbaar reden om aan te nemen dat je mijn aanstaande verloofde bent.’
Adriana was kennelijk verbaasd. ‘O, maar je moeder… Ze zal toch niets zeggen over het contract?’
‘Misschien is de schuldige niet zozeer mijn moeder als wel mijn zus.’ Hij zag een losse krul in Adriana’s hals en strekte zijn hand ernaar uit. Bewonderend rolde hij die tussen zijn duim en wijsvinger. ‘Ze is ervan overtuigd dat je op een dag mijn vrouw zult zijn.’
Adriana besefte dat ze vanbinnen weer bezig was weg te smelten. Een hartenklop lang, die niet een moment maar een eeuwigheid leek te duren, keken ze elkaar in de ogen, tot hij de zijne neersloeg en verlangend haar lippen liefkoosde met zijn blik. De onverwachte hunkering om haar wang tegen de palm van zijn hand te leggen vond Adriana heel vreemd, maar niet vreemder dan aan te voelen dat hij zich moest verzetten tegen zijn verlangen haar te kussen. Zachtjes fluisterde ze: ‘Ik zal met uw zuster moeten praten over haar losse tong.’
Het leek Adriana een eeuw geleden dat ze naast Colton aan het huwelijksontbijt had gezeten, terwijl het in werkelijkheid maar drie weken waren. Het herfstbal was aan de gang, maar ze had het uitgesteld om zich bij de gasten te voegen. Haar stemming verbeterde niet door de wetenschap dat ze ergens in de komende paar uur Roger zou moeten vertellen dat hij niet langer op bezoek kon komen in de manor en moest ophouden haar overal te volgen. Ze hoopte alleen maar dat hij geen scène zou maken.
Als ze serieus overdacht had wat de consequenties zouden zijn van het accepteren van zijn eerste onaangekondigde bezoek aan Wakefield Manor, maanden geleden, zou ze hem onmiddellijk hebben teruggestuurd en zijn geschenken van bloemen en een tweede boek met sonnetten hebben geweigerd. Maar ze had niet zo hardvochtig willen zijn, want het was pijnlijk duidelijk dat de jongeman eenzaam was. Maar dan zou ze zich de ongerustheid bespaard hebben waaronder ze nu leed, want zijn eerste bezoek had geleid tot een volgende… en toen weer een volgende… en het duurde niet lang of hij was regelmatig onaangekondigd komen opdagen, niet alleen in Wakefield Manor, maar ook in Randwulf.