Een zee van verlangen(64)
Ze besefte al heel gauw dat als ze zich niet verlaagde tot het gebruik van een nogal ondamesachtige tactiek, haar hoop waarschijnlijk de bodem zou worden ingeslagen door het vertrek van de markies. Wanhopig legde ze een hand naast haar mond en riep: ‘O, lord Randwulf!’
Haar hart sprong op toen ze onmiddellijk succes had. Hij draaide zich prompt om en tuurde naar de straat achter hem. Toen hij zag dat ze haastig naar hem toe liep, lachte hij en veranderde van richting. Toen ze tegenover elkaar stonden, raakte hij beleefd groetend de rand van zijn zijden hoed aan.
‘Miss Felicity, we ontmoeten elkaar dus weer!’
‘Ja,’ hijgde ze. Ze was zó buiten adem dat ze verder geen woord kon uitbrengen.
‘Aan de wandel?’
Een bijna onmerkbaar knikje en een bescheiden glimlach moesten voldoende zijn terwijl Felicity haar zelfverzekerde houding probeerde te hervinden. Ze betwijfelde of ze ooit een mooiere stem had gehoord.
Galant redde Colton haar uit haar ademloze dilemma. Hij draaide zich om in de richting van het huis van haar grootvader en begon te lopen, zich nauwgezet houdend aan de gedragscode die het afkeurde dat twee mensen van verschillend geslacht op straat stilstonden, alleen om met elkaar te praten. Al vond hij het zelf een belachelijke regel, als gentleman kon hij moeilijk de gretigheid negeren van roddelaars om de reputatie van een dame te belasteren voor de geringste overtreding. ‘U hebt geen idee, miss Felicity, hoe opgelucht ik me voel dat ik tenminste één gezicht kan herkennen onder de bewoners van Bradford. Ik vrees dat ze vreemden voor me zijn geworden tijdens mijn afwezigheid. De ouderen komen me nog wel bekend voor, zelfs al ben ik zestien jaar weg geweest. Maar toch duurt het even voordat ik me hun namen kan herinneren. Wat de jongeren betreft, moet ik bekennen volslagen in het duister te tasten.’ Hij keek tevreden om zich heen naar de pittoreske winkeltjes aan weerskanten van de straat. ‘Maar behalve een fraai nieuw huis of cottage hier en daar, is het stadje nog bijna net zoals het was ten tijde van mijn vertrek.’
Felicity vond het moeilijk hetzelfde enthousiasme op te brengen. Ze kon zich niet voorstellen dat je je hele leven in zo’n weinig indrukwekkend plaatsje zou wonen. ‘Mijn grootvader moet zo ongeveer de oudste inwoner hier zijn.’ Ze keek met een lachje naar de markies. ‘Hij zei dat hij zich nog kon herinneren wat er allemaal gebeurde toen u hier geboren werd. Volgens hem was uw vader zó trots op de geboorte van zijn zoon, dat hij voor de doopplechtigheid niet alleen zijn familieleden en een grote groep kennissen uit Londen inviteerde, maar ook iedereen uit de omgeving. Grootvader zei dat het een mengeling was van aristocraten en gewone mensen. Ikzelf ken maar een paar mensen hier. Zonder de vriendelijkheid van uw zus en lady Adriana zou ik helemaal niemand kennen. Beide dames waren heel wat attenter dan iemand die ik ooit in Londen heb ontmoet.’
‘Een grote metropool, Londen. U moet de stad heel erg missen als u daar uw leven lang hebt gewoond.’
‘Ik moet toegeven dat ik me er soms op betrap dat ik terugdenk aan alles wat er te zien en te horen is, en aan…’
‘De stank?’ maakte hij grijnzend haar zin af.
Ze bloosde, en begreep maar al te goed wat hij bedoelde. Soms was de stank die uit de straten kwam sterk genoeg om iemand te verstikken. ‘Londen heeft een paar nadelen.’
‘Een paar,’ gaf hij beminnelijk toe. ‘Maar niet genoeg om de mensen te ontmoedigen die daar wonen. Ik begrijp dat u naar die stad terugverlangt. Als je nooit hebt leren genieten van het buitenleven is Londen beslist veel opwindender.’
‘Lady Samantha zei dat uw ouders daar een huis hebben.’
‘Ja, maar in de regel hebben mijn ouders altijd de voorkeur gegeven aan het platteland, vooral buiten het seizoen. Mijn vader hield veel van jagen, zoals veel van zijn oude vrienden en kennissen. Ik weet zeker dat hij en lord Sutton veel hebben bijgedragen om Adriana liefde voor die sport bij te brengen.’
‘U bedoelt dat lady Adriana graag dieren doodschiet? Na ze zo liefdevol te hebben verzorgd en weer gezond gemaakt toen ze nog jong was? Ik begrijp niet hoe ze zo ongevoelig kan zijn geworden voor het doden van hulpeloze wezens. Ik zou zoiets nooit kunnen. Hemel, ik kan nog niet eens een lastige muis uit de weg ruimen.’
Colton was verbaasd dat hij zijn haren overeind voelde gaan staan bij Felicity’s banale, geringschattende oordeel over de vrouw die hij binnenkort het hof zou maken. Het was duidelijk dat ze zichzelf wilde afschilderen als veel meelevender, maar als hij eraan dacht hoe teder en gevoelig ze met de Jennings-kinderen was omgegaan, voelde hij een aandrang haar te verdedigen tegen de kwaadsprekerij van het blondje. ‘Mijn zus heeft me verteld dat er een voorwaarde is waaraan Adriana zich strikt houdt als ze jaagt. Elk dier dat ze doodt, wordt opgediend aan de tafel van haar ouders of aan behoeftige mensen gegeven. Tot dusver heeft ze grote hoeveelheden voedsel en wild weggegeven om verschillende arme gezinnen te helpen de winter door te komen, waaronder een echtpaar dat meer dan twaalf weeskinderen in hun nederige woning heeft opgenomen. Het lijkt me veel volwassener en zeker veel honorabeler van lady Adriana om mensen te voeden die honger lijden of in nood verkeren, dan hun benarde toestand te negeren terwijl ze gewonde zwerfdieren verzorgt die misschien kort na hun vrijlating worden opgegeten door andere dieren.’