Reading Online Novel

Een zee van verlangen(61)



‘Misschien denkt ze er morgen anders over,’ opperde Bentley aarzelend.

Colton snoof als een kwade stier. ‘Of laten we zeggen, als de kalveren op het ijs dansen.’





8





‘Felicity, waar ben je?’ riep Jane Fairchild over de balustrade van de eerste verdieping. ‘Wil je alsjeblíeft bovenkomen en me helpen je vader om te draaien, zodat ik zijn doorgelegen plekken kan verzorgen?’

Verschanst in de salon beneden met een in leer gebonden versie van Jane Austens Pride and Prejudice, rimpelde Felicity Fairchild vol afkeer haar neus en sloeg een pagina om. Het allerlaatste wat ze vandaag, of wanneer dan ook, wilde doen was assisteren bij zo’n weerzinwekkend karwei, vooral als het betekende dat ze voor verpleegster moest spelen voor een vermagerde oude zot. Jane Fairchild mocht dan die taak in gedachten hebben gehad toen ze haar man smeekte zijn werk op te geven op het kantoor waar hij al twintig jaar had gewerkt, maar haar dochter voelde niets voor dat soort karweitjes.

Tot dusver was het enige wat de verhuizing naar een achtergebleven plaats als Bradford on Avon een beetje goedmaakte, het feit dat ze was voorgesteld aan lord Randwulf. Haar vader was aanzienlijk opgemonterd door het nieuws van hun ontmoeting en had enthousiast zijn voorspelling herhaald dat ze op een goede dag met een aristocraat zou trouwen en schatrijk zou worden. Haar moeder achtte dergelijk gepraat boven alle verwachtingen, gezien hun eigen weinig nobele status, maar het was precies de reden waarom Jarvis Fairchild had toegegeven aan het verzoek van zijn vrouw om naar het plaatsje in Wiltshire te verhuizen. Toen hij voor zijn vroegere werkgever zaken moest doen in Londen, had hij twee mannen van aanzien de hoop horen uitspreken dat een ongehuwde adellijke heer weldra een markizaat zou krijgen in het plaatsje waar de spinnerij gevestigd was, en daarmee grote rijkdom. En omdat bijna alle mannen hun hoofd omdraaiden naar zijn dochter, was Jarvis ervan overtuigd dat er grote mogelijkheden in het verschiet lagen.

Felicity smeet het geopende boek op een tafeltje naast haar. Met zo’n afschuwelijke taak voor ogen kon ze zich niet langer concentreren. Geërgerd liep ze de salon door naar de deur, waar ze haar tong uitstak tegen de bovenverdieping.

Natuurlijk had Felicity zich veilig geacht, omdat haar moeder was teruggekeerd naar de slaapkamer van de oude molenaar. Jane glimlachte naar haar grootvader en gaf hem een klopje op zijn arm.

‘Doe geen moeite voor mij, Jane,’ mompelde Samuel Gladstone beminnelijk. ‘Je hebt al genoeg gedaan. Zorg voor je gezin.’

‘Jij hóórt bij het gezin, papa, en ik wil heel graag voor je zorgen met dezelfde tederheid en liefde waarmee jij mama omringde toen ze ernstig ziek was. Nog nooit heb ik een man gezien die zijn vrouw meer toegewijd was dan jij mama.’

Samuel forceerde een grijns. ‘Ah, dat was een vrouw die het hart van een man kon ontroeren. Soms, m’n lieve Jane, zie ik in jou een glimp van haar.’

Zijn dochter slaakte een diepe zucht. ‘Ik schijn niet dezelfde gave te hebben als zij om harten te ontroeren, papa.’

‘O, die héb je,’ stelde hij haar gerust. ‘Het probleem ligt bij de trage harten die je probeert wakker te schudden. Misschien zullen ze mettertijd reageren. Houd intussen moed, meisje.’

Felicity wierp luchthartig het hoofd in de nek en liep naar de ramen aan de voorkant, die uitkeken op de omlaag slingerende weg door het plaatsje. Verlangend ging haar blik naar de met kinderhoofdjes geplaveide straten waar de winkels gevestigd waren, op zoek naar een galante heer die, als ze geluk had, zich zou melden op de stoep van haar grootvader en om te redden wat er nog te redden viel van de rest van de dag.

Haastige voetstappen in de gang joegen die gedachten onmiddellijk op de vlucht en waren aanleiding voor Felicity om na te denken over de dwaasheid van haar verzet. Ze probeerde moed te verzamelen voor de confrontatie met haar moeder, die ongehoorzaamheid en zwakke excuses op de meest effectieve wijze wist te bestraffen. In de korte tijd dat ze in Stanover House hadden gewoond, was Felicity tot het besef gekomen dat haar moeder veel van haar ideeën over onkreukbaarheid, noeste arbeid en loyaliteit van haar vader had, en lang geleden besloten had haar dochter op te voeden zoals zijzelf was opgevoed. Herhaaldelijk werd Janes inspanning echter tenietgedaan door Jarvis Fairchild, die zichzelf in alle opzichten slimmer en wijzer vond. Vaak ondermijnde hij de dappere pogingen van zijn vrouw door ze openlijk te betreuren, ook als zijn dochter erbij was. Nu hij zo dichtbij werkte, was hij geneigd vaak naar huis te komen. Felicity was er zeker van dat haar elk karwei bespaard zou worden dat haar moeder van haar verlangde, als haar vader het volgende moment binnen zou komen.

De voetstappen deden Felicity snel naar de deur sluipen, in de hoop dat ze haar moeder zou kunnen wijsmaken dat ze op het punt had gestaan aan haar sommatie te voldoen. De voetstappen naderden de deur van de salon en gingen toen tot Felicity’s verbazing door naar de keuken. Bijna hardop lachend van opluchting besefte ze dat haar angst onnodig was geweest. Het was Lucy maar, het dienstmeisje van haar grootvader, die ijlings een of andere opdracht van haar moeder ging uitvoeren.