Dubbel bedrog(78)
‘Dat is zo.’ Even klonk Megan verslagen, maar toen veerde ze weer op. Adam had de indruk dat ze zo’n hoog energieniveau had dat ze zich niet snel door iets liet ontmoedigen.
‘Wat nu voor ons belangrijk is, is dat we kunnen bevestigen dat mijn vader tegen iedereen heeft gelogen over zijn reizen naar Mexico,’ zei ze. ‘Dat moet ons uitgangspunt zijn. Mam heeft al bevestigd dat mijn vader tegen haar loog over zijn reisdoel. Wil jij bij je broer en zus nagaan waar zij dachten dat mijn vader twee jaar geleden begin mei was? We weten dat hij gewoonlijk wel een van zijn gezinnen de waarheid vertelde over zijn reisplannen en zijn verblijf. Als hij niet alleen tegen mijn moeder heeft gelogen over Mexico maar ook tegen Paul en Avery, dan wil dat zeggen dat het zijn bedoeling was zijn reizen naar Mexico voor iedereen geheim te houden.’
‘Daarop kan ik je misschien veel sneller antwoord geven dan je zou verwachten. Momenteel ben ik namelijk bij mijn zus in Chicago. Als je me de data nog even geeft van die reisjes naar Mexico, dan kan ik het meteen navragen.’
‘O, hemeltje, het spijt me dat ik je gestoord heb. Ik ging ervan uit dat je in Georgia zat. Ik had moeten vragen of het je wel gelegen kwam dat ik belde.’
‘Als het niet gelegen kwam, had ik dat wel gezegd. Je stoort echt niet.’ Adam wendde zich af van het uitzicht en zag dat hij de waarheid sprak, want Avery had het opgegeven nog langer te wachten tot hij klaar was met telefoneren. Nu hij erop lette, de geluiden die vanuit de keuken tot hem doordrongen, wezen erop dat zijn zus bezig was met het bereiden van het avondeten. Blij dat hij nog een paar minuten privacy had, schreef hij de data op die Megan hem gaf en bladerde hij snel door de stapels papier op de tafel, op zoek naar Rons agenda van begin mei, twee jaar geleden.
‘Zo te zien heeft je vader zowel Paul als Avery in de waan gelaten dat hij de nacht van drie mei in Boca Raton zou zijn,’ zei Adam, nadat hij de betreffende reisplanning had gevonden. ‘Volgens Pauls aantekeningen vloog Ron naar Boca Raton en bleef hij daar vijf dagen. Naar hij zei om te beslissen of hij een bescheiden hotelletje aan het strand zou kopen om het tot luxe appartementen te laten verbouwen.’
‘Boca Raton ligt niet al te ver van de luchthaven van Miami vandaan,’ zei Megan alert. ‘Zo zou mijn vader best de nacht in Boca Raton kunnen hebben doorgebracht om de volgende ochtend naar Mexico te vliegen. Het feit dat hij op drie mei in Boca Raton was, past heel goed bij zijn vliegticket van vier mei.’
‘Inderdaad. En dat betekent voor de drie dagen daarna dat je moeder dacht dat Ron in Chicago zat, terwijl Avery en Paul in de veronderstelling verkeerden dat hij in Boca Raton zat – en in het echt was hij in Mexico City.’ Voor de zoveelste keer verwonderde Adam zich over de veelvoudige complexiteit van Rons bedrog. ‘Weet je, ik denk dat het voor Ron moeilijker was mijn broer een rad voor ogen te draaien dan zijn twee vrouwen. Bij Paul moest hij niet alleen liegen over zijn reisdoel maar hij moest ook plausibele zakelijke redenen bedenken om die reis te rechtvaardigen.’
‘Bovendien moest hij na zijn terugkomst je broer verslag doen over de stand van zaken van die valse projecten.’ Het klonk alsof Megan heen en weer werd geslingerd tussen bewondering en ontsteltenis. ‘Hoe is hem dat in hemelsnaam gelukt?’
‘Dat was klaarblijkelijk geen probleem,’ zei Adam. ‘Volgens Pauls aantekeningen stelde Ron voor dat ene project te laten vallen omdat de vraagprijs voor dat hotelletje te hoog zou zijn. Wie zal zeggen of Ron dat verhaal uit de lucht heeft geplukt of dat hij er echt is geweest?’
‘Hoe meer ik over mijn vader te weten kom, hoe verbaasder ik ben over zijn vermogen om zich al die verschillende leugens te herinneren zonder de verhalen door elkaar te halen. Persoonlijk zou ik daardoor zo uitgeput geraakt zijn, dat ik het al meteen in het eerste jaar zou hebben verknald.’
‘Dat is nog niets. Ik zou mezelf al binnen de eerste paar weken hebben verraden. Maar ja, mijn ouders vonden altijd al dat ik niet creatief was.’
‘Dat klinkt triest.’
Megan kon akelig inzichtelijk zijn. ‘Ik ben bankier,’ zei Adam zo luchthartig als hij kon. ‘Dus heb ik weinig behoefte aan creativiteit.’
‘Ik zou hebben gedacht dat het bij het bankieren in een klein stadje eerder gaat om persoonlijke relaties en creatief denken dan om het optellen van kolommen met cijfertjes.’
‘Je moet anders de cijfertjes goed in de gaten houden, anders zijn er binnen de kortste keren geen financiën meer om iets met je creatieve gedachten te kunnen doen,’ zei Adam. Haar opmerkingsgave had hem verrast zodat hij oprechter reageerde dan hij anders zou hebben gedaan. Snel voerde hij het gesprek weg van het persoonlijke, een terrein dat hij sowieso liever ontweek bij vrouwen die zijn wereld in en uit fladderden.