Drift(62)
‘Jij ook?’
Mahinovic schudde haar hoofd. ‘Ik word misselijk van wiet.’
‘Daar heb ik geen last van, maar vertel over Kroatië.’
‘Mijn moeder en ik waren op vakantie, maar het was saai. Mijn moeder wilde de hele dag aan het strand liggen en ’s avonds vroeg naar bed.’
‘En jij?’
‘Ik houd van het nachtleven.’
‘Daar is toch niets mis mee.’
‘Op zich niet.’
‘Maar?’
Telander zette haar zonnebril op en stak de joint op.
‘Drie jongens.’
‘Wat bedoel je?’
‘Ik ben met drie jongens midden in de nacht naar het strand gegaan. We waren aangeschoten, dronken misschien wel. Ik heb me over laten halen naakt te gaan zwemmen. Het leek me ongevaarlijk, de jongens waren misschien net achttien, maar in het water hielden ze me vast.’
Telander nam Mahinovic’ hand.
‘Ik begrijp wat er gebeurd is. Heb je ze aangegeven?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Als ik dat had gedaan, zou de politie niets met de aangifte hebben gedaan. Ik had er immers om gevraagd? Naakt met drie jongens in zee. Dan kun je het die jongens niet kwalijk nemen. Ik had geen zin in een weken- of maandenlang juridisch steekspel.’
‘Is de politie in Kroatië seksistisch en masculien?’
‘Als je als vrouw uitdagend bent, moet je de gevolgen voor lief nemen. Zo denken de meesten erover.’
‘Sorry, als je het een vervelende vraag vindt, maar doe je het daarom liever met vrouwen?’
Mahinovic’ lach schalde over het strand.
‘Ik vrij met wie ik leuk, lekker of lief vind. Of het een man of een vrouw is, doet er voor mij niet toe. Jij bent aantrekkelijk, intelligent en verleidelijk. En wat vind je van mij?’
‘Dat zal ik je vanmiddag laten merken.’
Telander schonk de glazen driekwart vol en dacht plotseling aan de moorden. De beelden schoten als razendsnelle stills voorbij: de oude man, blauw verkleurd, naakt op een barkruk, de halfopen mond, de vastgesnoerde armen en benen, slierten haar van de verdronken vrouw, het matras in het ruim, de open ogen.
‘Op een succesvolle jacht op onze moordenaar.’
‘Waarom denk je daar ineens aan?’
‘Het stijf bevroren oudemannenlijk en de gefolterde, verdronken vrouw dolen constant door mijn hoofd. Ik kan de beelden niet uit mijn hoofd bannen.’
‘Vergeet de moordenaar vandaag. Vandaag is voor ons.’
‘Dat kan ik niet, niet helemaal. Altijd blijven die foto’s in mijn brein. Dat heb ik ook met gebeurtenissen uit mijn jeugd.’
‘Lastig.’