Reading Online Novel

Drift(45)



                ‘Dat kan ik me voorstellen. Wat een nachtmerrie moeten jullie meegemaakt hebben.’

                Telander kneep een hand om de smalle schouder van haar vader, die over drie weken 76 jaar zou worden. Ze moest nog een cadeautje voor hem kopen. Dat was ieder jaar weer een terugkerend probleem: hij had geen materiële wensen. De man was kaal en droeg een spijkerbroek met een houthakkershemd, waarvan hij de mouwen had opgerold.

                ‘Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan, omdat ik steeds aan jou moest denken. De beelden die RTL4 tot diep in de nacht bleef herhalen, vond ik schokkend. De dader moet wel een gruwelijke hekel aan zijn slachtoffer hebben gehad.’

                ‘Slachtoffers. De man op de veerboot en de vrouw zijn vermoord door dezelfde dader. Dat is vrijwel zeker.’

                ‘Overigens was vanmorgen op het radionieuws dat alle omroepen hebben besloten de gruwelijke beelden niet meer uit te zenden. Ook als de dader beelden van een eventueel volgend slachtoffer naar de omroepen stuurt, zullen ze niet worden getoond.’

                Telander, die haar gestreepte pyjama nog aanhad, schoof naast haar vader op de hardhouten bank. Ze sloot haar ogen. Haar tenen bewogen in de versleten pantoffels.

                ‘Waarom geen beelden meer?’

                ‘Eén of andere deskundige hield een heel verhaal: het zou de dader nog meer het idee geven dat hij controle over alles had, dat hij zelf altijd kon bepalen wat er zou gebeuren en dat hij misschien fouten zou maken als hij die controle dreigde te verliezen. Ik begreep er niet veel van.’

                ‘Hij kan de beelden altijd nog op YouTube zetten.’

                ‘Dat kan niet. Een ICT-specialist had het over communityrichtlijnen: YouTube weert expliciet geweld.’

                Mussen tjilpten en achtervolgden elkaar in de beukenhagen. Een koolmees floot om contact te zoeken met soortgenoten. De tuin was zorgvuldig verwilderd. Tegen de zuidmuur bloeide een trompetbloem overdadig rood. Tientallen stokrozen waren van onderaf in bloei gekomen. De meeste kwamen uit Zuid-Frankrijk, waar Telander en haar vader twee jaar geleden zaden hadden meegenomen. In de border achter in de tuin stond een oosterse karmozijnbes in bloei, waarvan de bessen giftig zijn.

                ‘Als Hadewych of jij ooit kinderen krijgen, spit ik de planten eruit,’ had Telanders vader vaak gezegd.

                Het was zes jaar geleden dat ze haar zus gezien had, tijdens de zeventigste verjaardag van hun vader. Hadewych was vijf jaar ouder dan zij en woonde op Tahiti, waar ze was getrouwd met een schrijver. Een keer per jaar, op haar verjaardag, kreeg ze een kaartje. Als hun vader tachtig zou worden was ze van plan weer over te komen. ‘Of als hij zeer ernstig ziek wordt,’ had ze eraan toegevoegd.

                ‘Ik ga een brunch voor je klaarmaken.’

                Telanders vader stond stram op en stiefelde slepend naar de achterdeur, die nooit openstond, omdat haar vader net als Telander een pesthekel aan vliegen en muggen had.

                Hij wordt echt oud, dacht Telander. We zouden een keer samen naar Tahiti kunnen gaan om Hadewych te bezoeken. Dat is misschien een mooi verjaardagscadeau. Nu kan het nog.

                Afgelopen januari was darmkanker geconstateerd en na zijn operatie had haar vader een ernstige longontsteking opgelopen. In het ziekenhuis had hij via een infuus antibiotica toegediend gekregen, maar de koorts was toch gevaarlijk hoog opgelopen. Een etmaal lang was zijn toestand kritiek geweest. Hadewych had geen vlucht kunnen boeken om hun doodzieke vader te bezoeken. Hun vader klaagde daar nooit over.

                ‘Jij bent er toch,’ zei hij vaak tegen Telander, maar dat benauwde haar, alsof zij de enige dochter was van wie hij hield. Ze had weleens gevist naar de gevoelens van haar vader voor Hadewych, maar dan hield hij zich op de vlakte: ‘Een vader houdt altijd van zijn kinderen, ook al ziet hij een van hen bijna nooit.’