Donker genot(50)
‘Daar heb je niets van gezegd.’
‘Het is ook niet iets wat je even tijdens het eten bespreekt, hè?’
‘Het is wel aardig om het aan je partner te vertellen voor hij zich doodschrikt omdat hij zonder bescherming met je vrijt.’
‘Ik vertel het je toch ook?’
Even schudde hij meewarig zijn hoofd. Daarna bewoog hij weer, hun lichamen in duizelingwekkend snelle vaart omhoogstuwend naar een verpletterend hoogtepunt.
Naderhand schurkte ze zich knus tegen hem aan zoals ze altijd deed en dommelde in, met een trots glimlachje rond haar lippen.
Neo zat samen met Zephyr op de rand van het zwembad, nadat ze voor het eerst in maanden weer eens samen hun baantjes hadden getrokken.
‘Hoe gaat het tussen jou en Cass?’ vroeg Zephyr. ‘Het viel me op dat je nog steeds naar pianoles gaat.’
‘Klopt.’ Al bracht hij in feite evenveel tijd door in haar bed als achter de piano. Het was een soort spel geworden. Wanneer ze in bed belandden, kreeg hij een punt; wanneer ze achter de piano bleven zitten, won zij. Tot dusverre gingen ze redelijk gelijk op.
‘Is het serieus tussen jullie?’
‘Serieus? We zijn vrienden.’
‘Die elke nacht samen doorbrengen.’
‘Hoe weet jij dat?’
‘Toe, zeg. Ik ben niet blind.’
Neo schokschouderde en herhaalde: ‘We zijn vrienden.’
‘Vrienden met wat extra’s.’
‘Zo noemt zij het ook.’
‘Je zou het dus niet erg vinden als ze haar andere vrienden ook wat extra’s ging geven?’
‘Met haar andere vrienden heeft ze alleen contact via internet.’ Nu ze haar angst begon te overwinnen zou dat echter wel eens kunnen veranderen, fluisterde een pesterig stemmetje hem in.
‘Je hebt geen andere vrouwen meer gehad sinds je haar ontmoette.’
‘Ik werd dat oppervlakkige gedoe toch al een beetje beu.’
‘Je wilt dus enkel vriendschap met seks van Cass? Meer niet?’
‘Wat is er verder dan nog?’
‘Trouwen. Kinderen.’
‘Voel jij je wel lekker? Voor een vrouw en kinderen heb ik helemaal geen tijd. Ik heb amper tijd voor Cassandra. Daarbij bevalt de situatie zoals die nu is me prima.’
‘O ja?’
‘Ja. Wat mij betreft hoeft er niets te veranderen.’
‘Weet je dat wel zeker?’
‘Absoluut.’
‘Tja, dat is dan in orde, denk ik.’
Dat antwoord verraste Neo. Hij had zich al schrap gezet voor de zoveelste lofrede op het huwelijk en het gezin. Zee was een groot voorstander van het huwelijk, als hij zelf maar niet hoefde. En nu dit! ‘Waarom is het nu ineens in orde?’ vroeg hij verbaasd.
‘Omdat Cass, die kennelijk wilde gaan zwemmen, alles heeft gehoord wat je daarnet zei. Ze werd lijkbleek en nam daarna als een haas de benen. Die reactie zegt genoeg, lijkt me zo.’
Neo sprong overeind. ‘Waarom heb je niets gezegd?’
‘Toen ik haar zag, maakte het al niets meer uit. Ze heeft trouwens niets gehoord wat ze niet allang wist, of wel dan?’
Nee, maar daar ging het niet om. ‘Je zei dat ze lijkbleek werd.’
‘Ohi, ik weet dus niet of zij wel zo blij is met enkel vriendschap met wat extra’s.’
‘Je had je er niet mee moeten bemoeien,’ viel Neo uit.
‘Hoezo, bemoeien?’ vroeg Zephyr quasionschuldig. ‘Ik zat gewoon met je te praten.’
‘Je zat te spitten in dingen die je beter met rust had kunnen laten.’
‘Misschien denkt Cass daar wel heel anders over.’
‘Je had je verdorie met je eigen zaken moeten bemoeien!’
‘Lijkt het je niet zinniger om dit probleem op te lossen in plaats van tegen mij te staan tieren?’
‘Hoe moet ik dat doen?’
‘Begin maar met je niet langer te gedragen als een idioot, dan komt de rest vanzelf wel.’
Neo bedwong de neiging om zijn vriend een dreun te verkopen, want hij wist best dat hij in feite niet boos was op Zee, maar op zichzelf.
Voor liefde was geen plaats in zijn leven, dat had hij jarenlang lopen beweren. Dus toen het ineens toch op zijn pad was gekomen, had hij zich in de gekste bochten gewrongen om maar niet te hoeven zien dat het er was. Hij had zijn diepere gevoelens ontkend, net als de verlangens die hij al zo lang hij zich kon herinneren had genegeerd. Het verlangen naar liefde, naar een gezin, naar wat anderen hadden maar wat hij nooit had gekend.
Net als Cassandra in feite. Haar leven was bijna even liefdeloos als het zijne, en toch had hij zijn gevoelens voor haar verzwegen. Waarom?
Omdat hij bang was, al gaf hij dat niet graag toe. Hij, Neo Stamos, rijk en machtig man, was doodsbang dat zijn kleine pianiste hem zou afwijzen.
Net zoals zijn ouders hem in het verleden hadden afgewezen. Hoewel, redeneerde hij nu niet als het kind dat hij destijds was geweest? Nu, als volwassene zag hij toch zeker wel in dat de fout destijds niet bij hem maar bij zijn ouders had gelegen? Ja, natuurlijk zag hij dat in.