Reading Online Novel

Dodenschip(64)



‘Heb jij de afgelopen vijf minuten nog iets van hem gehoord?’ Er kwam geen antwoord. ‘Doe het!’

‘Begrepen.’

Zodra Juan het wegdek raakte voor de jeep, gaf de bestuurder vol gas. Juan had een fractie van een seconde tijd om plat op de grond te gaan liggen en zijn handen uit te strekken naar de bumper boven hem. Hij greep de bumper vast en werd meegesleept door de accelererende jeep. Hij wist zich omhoog te trekken, zodat zijn rug niet meer over de weg sleepte, maar het rubber werd van zijn laarzen geschraapt.

Secondenlang bleef hij zo hangen en hij probeerde op adem te komen. Hij was de mini-uzi kwijtgeraakt, maar de Glock zat nog in de holster bij zijn heup. Zich vasthoudend met zijn linkerhand drukte hij met zijn rechterhand het oordopje in zijn oor, nog juist op tijd om te horen wat Eddie en Eric tegen elkaar zeiden.

‘Daar ben ik weer,’ zei Juan in de microfoon bij zijn keel, boven het geraas van de motor uit.

‘Juan!’ riep Max verrast. ‘Hoe gaat het?’

‘Ach, ik hang wat rond.’ Juan boog zijn hoofd, zodat hij de weg kon zien. Ook al zag hij alles ondersteboven, hij herkende de achterlichten van twee auto’s en hij zag de lichtflitsen van het geweer waarmee geschoten werd vanuit de ene auto. ‘Geef me dertig seconden, dan wordt de bus niet meer bedreigd.’

‘Veel meer tijd hebben we niet,’ waarschuwde Linda.

‘Vertrouw maar op mij.’ Na die geruststelling spande Cabrillo zijn spieren en trok zich omhoog, zodat hij nog net niet zichtbaar was voor de bestuurder. Met al zijn kracht hield hij de grille vast en trok met zijn linkerhand de Glock uit de holster. Hij zette zich af met zijn rechterhand en belandde op de motorkap.

Meteen vuurde hij op de borst van de bestuurder. Op deze korte afstand konden de plastic kogels dodelijk zijn, als de chauffeur geen kevlarvest had gedragen. Maar de beide patronen raakten hem met zoveel kracht dat alle lucht uit zijn longen werd gedreven.

Cabrillo klauterde over de motorkap en greep het stuur dat losgelaten werd door de bestuurder, die doodsbleek werd en naar adem hapte. Cabrillo hield de auto op het midden van de weg, door te kijken naar de weg achter de auto. De bestuurder hield zijn voet op het gaspedaal, wat het er niet eenvoudiger op maakte.

Juan had geen andere keus dan zijn pistool op het been van de man te richten en te vuren. Bloed spatte op het dashboard en op Cabrillo, maar het schot had het gewenste effect. De voet van de bestuurder gleed van het gaspedaal en de jeep minderde vaart. Toen de snelheid tot dertig kilometer per uur was gezakt, porde Cabrillo met de loop van het pistool tussen de ogen van de bestuurder die een grimas van pijn trok. ‘Uitstappen.’

De bestuurder sprong onhandig uit de auto en viel op het asfalt. Met beide handen greep hij naar zijn gewonde dijbeen en hij rolde in de berm, met meer botbreuken en schaafwonden.

Juan sprong over de neergeklapte voorruit en ging op de bestuurdersstoel zitten. Hij achtervolgde de voorste jeep. In het spiegeltje zag hij twee koplampen bewegen en hij begreep dat er meer bewakers van de responsivisten naderden. De verbetenheid van de mannen deed bij Juan allerlei alarmbellen rinkelen, maar dat was iets om over na te denken als ze hier weg waren.

De mannen die op het bestelbusje vuurden hadden geen reden om argwaan te koesteren over de jeep die door Juan bestuurd werd. Op een bord langs de weg stond in het Engels en in het Grieks dat ze de oprit naderden naar de autoweg en de belangrijke brug over het kanaal door Korinthe. Juan besefte dat de timing belangrijk was. Het moest perfect gaan. De oprit kwam rechts in zicht. De derde jeep was vijftig meter achter hem, en nog steeds ketsten kogels af van de bestelbus voor hem.

‘Linda,’ zei Juan, scherp naar de jeep voor hem kijkend en in het spiegeltje naar de jeep achter hem, ‘rij zo snel als maar mogelijk is. Die lekke band is niet belangrijk. Plankgas!’

Er ontstond meer afstand tussen de bestelbus en de jeep, maar de bestuurder van de achterste auto gaf meteen meer gas. Juan naderde de achterkant van de jeep en raakte de bumper. De botsing was niet erg hard, maar bedoeld om het voertuig voor hem uit balans te brengen. Even later stuurde Juan weer tegen de achterbumper, terwijl de bestuurder nog probeerde de macht over zijn voertuig terug te vinden. Nu was er geen redden aan: Juan moest een ruk aan zijn eigen stuur geven omdat de jeep van de responsivisten uit balans raakte, wild over de weg zwenkte en vervolgens zijdelings omrolde, waardoor de inzittenden uit de auto werden geslingerd.

De jeep belandde ondersteboven op de oprit naar de autoweg. Linda werd niet meer bedreigd en kon nu naar de brug razen. Juan keek telkens in zijn spiegeltje. De achterste jeep minderde vaart bij de oprit, maar kennelijk beseften de inzittenden dat hun prooi ontsnapte en de jeep accelereerde weer achter Juan aan.