Dodenschip(3)
‘Het spijt me,’ zei Esteban. ‘Seng heeft aan onze riolering gewerkt, maar hij begrijpt het kennelijk niet helemaal.’
‘Als hier aan boord iets verborgen wordt,’ fluisterde Khatahani in het Farsi tegen zijn superieur, ‘dan heb ik weinig zin te gaan zoeken.’
‘Je hebt gelijk,’ antwoordde Ghami. ‘Geen enkele smokkelaar in de Golf zou deze dikzak en zijn gammele boot vertrouwen. Hij keek Esteban aan. ‘Kapitein, ik zie dat u al handenvol werk hebt om deze boot varend te houden. De papieren lijken me in orde, en daarom zullen we u niet langer ophouden.’
‘Weet u dat zeker?’ Esteban trok een borstelige wenkbrauw op. ‘Ik vind het geen probleem om een rondleiding te geven.’
Ghami schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat is niet nodig.’
‘Zoals u wilt.’ Esteban ging hun voor en liep door de schaars verlichte gangen. De gloed van de middagzon brandde genadeloos fel. Aan de wazige horizon achter de de Norego voer een supertanker naar het noorden, waar de ruimen met ruwe olie gevuld zouden worden.
Ghami schudde Esteban de hand bij de gangway. ‘Als dat probleem met het roer morgenochtend niet verholpen is, dan moet u contact opnemen met de havendienst van Bandar Abbas. Het kan nodig zijn uw schip weg te slepen van de vaarroute tot in de haven.’
‘We krijgen deze schuit snel weer in orde,’ zei Esteban. ‘Er zit nog genoeg leven in de oude Norego.’
Ghami keek hem sceptisch aan. Hij daalde af naar de patrouilleboot en knikte naar zijn matrozen toen hij en Khatahani aan boord waren gestapt. De landvasten werden losgemaakt en de boot voer snel weg van het haveloze vrachtschip. Het kielzog vormde een helderwitte streep op de grauwe zee.
Esteban stond bij de reling om naar de Iraanse patrouilleboot te wuiven, toen een van de mannen aan boord omkeek, maar het leek wel of ze zo snel mogelijk weg wilden van de Norego. De kapitein krabde op zijn omvangrijke buik en zag het snelle bootje in de verte verdwijnen. Toen het niet meer dan een stipje was kwam een man uit het dekhuis naar buiten. Hij was ouder dan Esteban, en zijn kastanjebruine haar vormde een krans om zijn verder kale schedel. Hij had waakzame bruine ogen en bewoog zich soepel. Het was duidelijk dat hij zijn best deed in vorm te blijven, al was een beginnend buikje zichtbaar boven zijn broekriem.
‘De microfoon in het kantoor moet vervangen worden,’ begon de man zonder inleiding. ‘Jullie stemmen klonken als tekenfilmfiguren die helium inademen.’
De kapitein was bezig twee dotten verbandgaas uit zijn mond te halen, en meteen waren zijn wangen minder vol. Daarna deed hij de bruine contactlenzen uit, zodat zijn felblauwe ogen zichtbaar werden. De gedaanteverwisseling van verlopen zeebonk naar een gespierde knappe man was compleet toen hij zijn pet afzette en de vettige pruik wegtrok. Zijn eigen haar was blond en kortgeknipt, als van een marinier. De stoppelbaard was wel echt, en hij wilde zich zo snel mogelijk scheren. Maar dat zou hij pas doen als ze uit de Iraanse wateren waren en hij niet weer de rol van Ernesto Esteban, kapitein van de Norego hoefde te spelen.
‘Alvin, Simon en Theodore, dat zijn wij,’ zei Juan Rodriguez Cabrillo met een grijns.
‘Ik hoorde dat jullie op de paniekknop moesten drukken.’
Er waren verborgen knoppen onder het bureau in het kantoor, en Cabrillo kon daar in verschillende situaties gebruik van maken. Een knop waarschuwde Eddie Seng, die de rol van onhandige monteur speelde, en dan werd een pomp aangezet onder het niet werkende toilet. Met de pomp werd water omhooggespoten dat door toegevoegde chemicaliën een smerige stank verspreidde waardoor de illusie nog werd versterkt.
‘Die admiraal Ghami wilde voor Sherlock Holmes spelen en een beetje rondneuzen. Ik moest hem wel ontmoedigen,’ zei Cabrillo tegen Max Hanley, de onderdirecteur van de Corporatie, waarvan Juan de voorzitter was.
‘Denk je dat ze nog terugkomen?’
‘Als wij hier morgenochtend nog zijn komen ze zeker terug.’
‘Dan kunnen we maar beter verdwijnen,’ antwoordde Hanley met een sluwe blik in zijn ogen.
De twee mannen gingen het schip in. Juan ging hun voor naar een werkkast gevuld met dweilen, bezems en schoonmaakmiddelen die kennelijk nooit gebruikt waren. Hij draaide aan de kranen van de wasbak, alsof het de krukken van een brandkast waren. Er klonk een duidelijke klik en de achterwand van de kast zwaaide open, zodat een gang met dik tapijt zichtbaar werd. Hier geen kale metalen wanden en versleten linoleum. De gang was betimmerd met mahonie en de kroonluchters aan het plafond verspreidden warm licht.
Zoals de vermomming die Cabrillo gebruikt had om de Iraanse officieren te misleiden was ook de Norego niet wat het schip leek te zijn. De metalen letters op de boeg en de achtersteven werden met sterke magneten op hun plaats gehouden, en de bemanning had de werkelijke naam Oregon tijdelijk veranderd in Norego.