Dodenschip(128)
‘Dat lukt alleen als die antenne of de krachtcentrale met een voltreffer geraakt wordt. Maar hoe zouden we aan zo’n wapen komen?’
Eric was de ironie van Juan ontgaan.
‘Dat is even simpel als tweeduizend ton TNT bemachtigen,’ zei Juan bits, maar hij had meteen spijt van zijn opmerking. Hij vermeed altijd zo veel mogelijk zijn eigen frustratie over te dragen op zijn team.
‘Een commando-aanval lijkt de enige manier,’ zei Eddie en hij kwam naar voren lopen. ‘We kunnen daar op dat strand landen, aan de zuidkant van het eiland. Of proberen zo’n steil klif te beklimmen.’
‘De kans op succes is statistisch gezien nul,’ oordeelde Eric. ‘De toegang tot die bunker is waarschijnlijk zwaarbeveiligd en goed afgesloten. Bij het eerste alarm zal de verdediging ook in actie komen.’
‘Dan moeten we de achterdeur vinden,’ opperde Juan. ‘Er moeten luchtkokers zijn, en afvoer voor de uitlaatgassen van de dieselgeneratoren van de elektriciteitscentrale.’
‘Die zijn volgens mij aangebracht onder de kade.’ Eric knikte naar Hali, die de eerste foto van de bouw weer op het scherm toonde. ‘Kijk eens goed naar de plek waar ze aan de weg werken.’
Hali zoomde in op een wegenbouwmachine die een laag asfalt aanbracht. Voor de machine werd het tracé geëffend en een eindje verder werd met graafmachines een diepe sleuf gevuld.
‘Ze hebben een sleuf gegraven onder het tracé van die weg, voor de ventilatiekanalen. We moeten aannemen dat die luchtinlaten en ventilatieopeningen goed bewaakt worden en dat alles meteen wordt afgesloten als er alarm is. Een team van ons kan misschien in dat systeem doordringen, maar eenmaal binnen zitten ze wel in de val.’
Juan keek even naar Eddie, om zijn mening te peilen na de sombere voorspelling van Stone.
Eddie Seng zei: ‘Een verkeerde beweging en wij dienen als schietschijf. En zelfs als we erin slagen in dat buizensysteem door te dringen, dan moeten we met lasbranders een uitweg maken, zonder te weten wat ons allemaal te wachten staat.’
‘Oké, doe dan een andere suggestie,’ zei Juan.
‘Het is vervelend, Voorzitter, maar Eric heeft wel gelijk. Zonder te weten wat de plattegrond van dat complex is, hoe de beveiliging geregeld is, hoeveel bewakers er zijn en wel honderd andere dingen, kunnen we daar onmogelijk naar binnen dringen.’
‘Twee weken geleden hebben we een paar rakettorpedo’s van de Iraanse marine gestolen. Er moet een manier zijn om Max te bevrijden.’
‘Met alle respect,’ Eric’s stem klonk aarzelend, maar toch vastbesloten, ‘onze prioriteit moet toch het uitschakelen van die zender zijn. Meer dan Max redden. Als de virusaanval begint met een ELF-signaal naar allerlei cruiseschepen overal ter wereld dan moeten we dat eerst verhinderen.’
Er viel een lange stilte.
‘Heb jij een suggestie?’ vroeg Juan koel.
‘Die heb ik inderdaad. Ik denk aan Stalins Vuist.’
De codenaam deed Juan achteruitdeinzen in zijn stoel. ‘Hoe weet jij daarvan?’
‘Ik heb de transcripties gelezen van de afgeluisterde gesprekken tussen Ivan Kerikov en Ibn al-Asim.’
De transcripties stonden op Juans computer, maar zelf had hij die nog niet grondig bestudeerd. Dat was een taak voor de CIA, wat Juan betrof, omdat hij alleen ingehuurd was om de gesprekken af te luisteren en niet om de informatie te onderzoeken.
‘Kerikov zei dat hij wel een Stalins Vuist kon leveren. Ik heb wat speurwerk gedaan. Ken jij zo’n wapen?’
Linc mengde zich in het gesprek: ‘Kunnen jullie wat duidelijker zijn?’
Eric tikte op zijn computer en op het scherm verscheen een tekening van een satelliet, maar anders dan welke kunstmaan dan ook. Het ding was een lange cilinder met daaromheen vijf kokers die minstens tien meter lang waren. Ook zonder het hamer-en-sikkelembleem op de zijkant was meteen duidelijk dat het een Russisch ontwerp was, door de stijl van de tekening: tegelijk pompeus en kinderlijk.
Eric gaf uitleg. ‘Hoewel de officiële codenaam Novemberhemel was, is dit wapen vooral bekend onder de bijnaam Stalins Vuist. Het wapen werd gelanceerd in 1989, tijdens de warmste periode van de Koude Oorlog, en dat was een schending van wel tien verdragen.’
‘Dat is allemaal interessant, maar wat is het precies?’ bromde Linc.
‘Stalins Vuist is een ballistisch projectiel in de ruimte. Een wapen dus. Onze militairen hebben ook met dat idee gespeeld. In theorie is het systeem heel simpel: in die tanks zitten wolfraamstaven met een gewicht van 800 kilo per stuk. Als die afgevuurd worden dan dringen ze door de atmosfeer met een snelheid van 30.000 kilometer per uur, en door die snelheid in combinatie met hun gewicht hebben ze de kinetische energie van een atoombom. Maar er is geen radioactieve straling. En de reactietijd op zo’n wapen is gehalveerd, omdat het niet eerst gelanceerd moet worden, zoals een conventioneel ballistisch projectiel. Je ziet misschien even een vlammend voorwerp aan de hemel, maar dat is alles. Geen waarschuwing vooraf, en geen kans op ontsnapping.’