De vergeten tuin(21)
Hij nam een slok. ‘De lekkerste thee die ik vandaag heb gedronken.’
Hij bekeek haar even toen ze ging zitten. Hij leek iets te willen zeggen, maar bedacht zich. Hij schraapte zijn keel. ‘Cass, ik kom niet alleen voor de gezelligheid, maar ik heb ook iets zakelijks te zeggen.’
Dat een overlijden wordt gevolgd door officiële beslommeringen hoefde geen verbazing te wekken, en toch voelde ze zich duizelig en overvallen.
‘Nell had mij een testament op laten maken. Je weet hoe ze was, ze hield er niet van haar persoonlijke zaken aan een vreemde te openbaren.’
Cassandra knikte. Typisch Nell.
Ben haalde een envelop uit de binnenzak van zijn blazer. De ouderdom had de randen afgevlakt en wit was geel geworden.
‘Het is al vrij lang geleden opgesteld.’ Hij tuurde naar de envelop. ‘In 1981, om precies te zijn.’ Hij wachtte even alsof hij verwachtte dat ze iets zou zeggen. Toen er niets kwam, vervolgde hij: ‘Het is grotendeels vrij eenvoudig.’ Hij haalde het document uit de envelop, maar keek er niet naar. Hij boog zich naar voren zodat zijn onderarmen op zijn knieën rustten en Nells testament in zijn rechterhand bungelde. ‘Je grootmoeder heeft alles aan jou nagelaten, Cass.’
Daar keek Cassandra niet van op. Ze voelde zich misschien geroerd en gek genoeg opeens wat eenzaam, maar verrast was ze niet. Wie anders? Lesley in elk geval niet. Hoewel Cassandra haar moeder al heel lang niets meer kwalijk nam, had Nell het haar nooit vergeven. Toen die dacht dat Cassandra het niet hoorde, had ze een keer tegen tante Phylly gezegd dat een kind in de steek laten van zo’n egoïstische koudheid getuigde dat er geen sprake kon zijn van vergiffenis.
‘Je krijgt het huis natuurlijk, en wat geld op haar spaarrekening. Al het antiek.’ Hij aarzelde en keek even naar Cassandra alsof hij wilde peilen of ze klaar was voor wat er komen ging. ‘En dan is er nog iets.’ Hij wierp een blik op de documenten in zijn hand. ‘Je grootmoeder had me vorig jaar, na haar diagnose, een ochtend op de thee gevraagd.’
Cassandra wist het nog. Toen ze het ontbijt klaarmaakte, zei Nell dat Ben zou komen en dat ze hem onder vier ogen wilde spreken. Ze had Cassandra gevraagd in het antiekcentrum een aantal boeken voor haar in de catalogus op te nemen. En al was het al een paar jaar geleden dat Nell een actieve rol in het kraampje had gespeeld, Cassandra had gehoorzaam het veld geruimd.
‘Die ochtend heeft ze me iets gegeven,’ zei hij. ‘Een verzegelde envelop. Ze zei dat ik die bij haar testament moest voegen en pas mocht openmaken als… wanneer…’ Hij klemde de lippen op elkaar. ‘Nou ja, je weet wel.’
Cassandra knikte en huiverde een beetje toen een plotselinge bries over haar armen streek.
Ben zwaaide met zijn arm en de papieren fladderden in de wind, maar hij zei niets.
‘Wat is dat?’ vroeg Cassandra. Diep in haar maag voelde ze een vertrouwde knoop. ‘Je mag het vertellen, Ben. Ik kan het wel aan.’
Verrast door haar toon keek Ben op en hij bracht haar in verwarring door te lachen. ‘Je hoeft niet zo bezorgd te kijken, Cass, het is niets ergs. Integendeel zelfs.’ Hij dacht even na. ‘Het is eerder een mysterie dan een ramp.’
Cassandra liet haar adem ontsnappen; zijn gepraat over een mysterie maakte haar niet minder nerveus.
‘Ik heb gedaan wat ze me heeft gevraagd en de envelop opgeborgen. Gisteren heb ik hem pas opengemaakt. Je had me zo omver kunnen duwen toen ik het las.’ Glimlachend trok hij een borstelige wenkbrauw op. ‘In die envelop zat de eigendomsakte van een ander huis.’
‘Wiens huis?’
‘Van Nell.’
‘Nell heeft geen ander huis.’
‘Blijkbaar wel. Althans ze had het. Nu is het van jou.’
Cassandra knipperde met haar ogen en probeerde een en ander tot zich te laten doordringen. ‘Dat moet een vergissing zijn.’
‘Nee, Cass, het is geen vergissing,’ zei Ben langzaam en rustig. ‘Alleen een verrassing.’
Cassandra hield niet van verrassingen, van het plotselinge en het willekeurige ervan. Ooit had ze wel geweten hoe ze zich aan het onverwachte moest overgeven, maar nu luidde het vermoeden op zich al een plotselinge angstgolf in, de aangeleerde reactie van het lichaam op verandering. Ze raapte een droog blaadje bij haar voet op en vouwde het nadenkend in tweeën en in vieren.
In al die tijd dat ze bij elkaar hadden gewoond, dat Cassandra was opgegroeid en ze weer terug was, had Nell nooit over een ander huis gerept. Waarom niet? Waarom moest het geheim worden gehouden? En wat wilde ze ermee? Was het een belegging? Cassandra had mensen in de restaurantjes in Latrobe Terrace over stijgende onroerendgoedprijzen en aandelenportefeuilles horen praten, maar Nell? Die had altijd de draak gestoken met de yuppen in het centrum die een klein fortuin neerlegden voor een arbeidershuisje in Paddington.