Reading Online Novel

De vergeten tuin(145)



Haar enthousiasme en de intensiteit van haar gevoelens waren zodanig dat ik niet anders kon dan naar zo’n tuin verlangen. Ik staarde naar de lege perken, de potplanten die net uit begonnen te lopen en kon me het paradijs dat ze net had beschreven goed voorstellen. “Toen ik klein was, heb ik wel eens horen praten over een ommuurde tuin op het landgoed, maar ik dacht dat het maar een verzinsel was.”

“Nee, hoor,” zei Eliza met stralende ogen. “Het was allemaal waar en nu brengen we hem weer tot leven.”

Er was inderdaad hard gewerkt. Als de tuin al die tijd verwaarloosd was geweest, sinds… Ik fronste. Wat ik als kind had gehoord, kwam weer boven. Toen wist ik het weer: ik wist precies van wie deze tuin was geweest…

“O, Liza,” zei ik vlug. “Je moet voorzichtig zijn; wij moeten voorzichtig zijn. We moeten hier weg en niet meer terugkomen. Als vader hierachter komt…”

“Die weet het al.”

Ik keek haar scherp aan, scherper dan de bedoeling was. “Hoe bedoel je?”

“Oom Linus heeft tegen Davies gezegd dat ik de tuin mocht hebben. Hij heeft Davies het tweede stuk van de doolhof laten vrijmaken en gezegd dat we de tuin nieuw leven in moesten blazen.”

“Maar vader heeft iedereen verboden naar de ommuurde tuin te gaan.”

Eliza haalde haar schouders op. Dat gebaar dat ze zo vlot maakt en dat mama woest maakt. “Dan heeft hij zeker de hand over zijn hart gehaald.”

De hand over zijn hart gehaald. Dat kon ik me amper van mijn vader voorstellen. Het zat hem in het woord “hart”. Behalve die keer in zijn werkkamer, toen ik me onder zijn bureau had verstopt en hem om zijn zus, zijn baigneur, hoorde treuren, kan ik me niet herinneren dat mijn vader zich ooit op een manier heeft gedragen die deed vermoeden dat hij een hart hád. Opeens wist ik het, en ik voelde een vreemd gewicht in mijn maag. “Het komt doordat je haar dochter bent.”

Maar Eliza hoorde me niet. Ze was weggelopen en sleepte de kweekpot naar een groot gat bij de muur.

“Dit is onze eerste nieuwe boom,” riep ze. “We houden een plechtigheid. Daarom was het zo belangrijk dat je er vandaag bij zou zijn. Deze boom zal blijven groeien, waar ons leven ons ook heen voert, en hij zal zich ons altijd herinneren: Rose en Eliza.”

Daarna stond Davies naast me en hield me een kleine schep voor. “Het is de wens van juffrouw Eliza dat u als eerste aarde op de wortels van de boom gooit, juffrouw Rose.”

De wens van juffrouw Eliza. Wie was ik om iets tegen zo’n geweldige kracht in te brengen?

“Wat voor boom is het?” vroeg ik.

“Een appelboom.”

Ik had het kunnen weten. Eliza heeft altijd oog voor symboliek gehad, en appels zijn tenslotte de eerste vruchten.’

Julia keek op van het plakboek en er rolde een traan uit haar ogen, die vol stonden. Ze haalde haar neus op en glimlachte. ‘Ik hou gewoon zo van die Rose. Kun je haar niet om ons heen voelen?’

Cassandra glimlachte terug. Zij had een appel gegeten van de boom die haar overgrootmoeder bijna honderd jaar daarvoor had helpen planten. Ze bloosde een beetje, alsof de appel echo’s van die rare droom terugbracht. De hele week had ze zij aan zij met Christian gewerkt en was het haar gelukt er niet meer aan te denken. Ze dacht dat ze die droom was vergeten.

‘En nu ben jij die tuin weer helemaal opnieuw aan het schoonmaken. Wat een verrukkelijke symmetrie. Wat zou Rose daarvan vinden?’ Julia haalde een papieren zakdoekje uit een doos die vlak bij haar stond en snoot haar neus. ‘Sorry,’ zei ze terwijl ze onder haar ogen depte. ‘Het is ook zo romantisch.’ Ze lachte. ‘Jammer dat je geen Davies hebt om je te helpen.’

‘Hij is geen Davies, maar ik heb wel iemand die me helpt,’ zei Cassandra. ‘Hij is deze week elke middag gekomen. Ik heb hem en zijn broer Michael leren kennen toen ze de omgevallen boom uit het huisje kwamen opruimen. Je kent ze volgens mij wel. Volgens Robyn Jameson doen ze de tuin hier ook.’

‘De jongens van Blake. Dat doen ze zeker en ik moet zeggen dat ik het leuk vind om naar ze te kijken. Die Michael is wel de moeite waard, hè? Een hele charmeur, dat ook. Als ik nog schreef, zou ik aan Michael Blake denken wanneer ik een rokkenjager moest beschrijven.

Wat niet wil zeggen dat die Christian van jou geen lekker ding is. Hij is niet zo ruig als zijn broer, maar dat zou je ook niet verwachten, hè? Hij is geen hovenier van beroep; hij werkt in het ziekenhuis in Oxford. Althans, tot voor kort. Hij is een soort dokter, ik ben de juiste naam vergeten. Die namen zijn ook zo lang en verwarrend, vind je niet?’

Cassandra ging wat rechter zitten. ‘Waarom moet een dokter bomen in stukken zagen?’

‘Waarom moet een dokter bomen in stukken zagen?’ herhaalde Julia veelzeggend. ‘Dat bedoel ik nou. Toen Michael vertelde dat zijn broer bij hem kwam werken, stelde ik geen vragen, maar sindsdien ben ik zo nieuwsgierig als wat. Waarom verandert een jongeman zomaar van roeping?’