Reading Online Novel

De ogenverzamelaar(8)



De verdwenen kinderen Tobias en Lea en de stopwatch in Lucia’s hand vertelden echter iets anders.

De krankzinnige taal van de ogenverzamelaar, dacht Stoya.

De wreedste serie moorden van na de oorlog was drie maanden geleden begonnen toen Peter Strahl, een tweeënveertigjarige metselaar, in het weekend zijn gezin wilde bezoeken nadat hij de laatste weken op een groot project in uitvoering had geleefd. Het huwelijk leed al jaren onder de regelmatige perioden van afwezigheid van hun man en vader, die deze keer een bijzonder langdurige montageklus had gehad. Als kleine schadeloosstelling had hij voor zijn vrouw bloemen en voor Karla een plastic pop meegebracht. Beide cadeaus zou hij nooit overhandigen. Hij vond zijn vrouw met een gebroken nek in de gang. In haar hand hield ze een voorwerp dat later een stopwatch bleek; een zeer gangbaar model, het meest verkochte in Duitsland.

Toen de man van de technische recherche zijn vinger van de stopwatch wilde losmaken, begon het aftellen. De digitale teller zette zich in beweging. De tijd liep achteruit.

Eerst dacht men aan een bom, waarna het hele pand met alle twaalf verdiepingen onmiddellijk werd geëvacueerd. Totdat uiteindelijk bleek dat het ultimatum Karla had gegolden. Het kind was spoorloos verdwenen en verscheen ook niet meer levend. De politie noch de wanhopige vader slaagde erin de verstopplaats te vinden waar de psychopaat het meisje had verstopt. Een verstopplaats waar het na het verstrijken van de vijfenveertig uur werd vermoord. Daarvan moest men in elk geval, volgens de bevindingen van de technische recherche, uitgaan. De plaats waar de kleine Karla werd gevonden, een veldje net buiten Marienfelde, was met zekerheid niet de plaats van het misdrijf, omdat daar geen water was.

Het grote publiek ging ervan uit dat de kinderen in hun verstopplaats waren gestikt, wat strikt genomen ook klopte. In elk geval had men om het onderzoek niet te frustreren een essentiële ontdekking van de obductie verzwegen: de kinderen waren verdronken. In het schuim dat zich bij drenkelingen na het reflexmatige inademen van water in de luchtpijp vormt, werden sporen van verontreinigd water aangetroffen. Omdat die bij alle slachtoffers hetzelfde waren, ging men ervan uit dat de ogenverzamelaar alle kinderen op dezelfde plek had gedood. De analyse van het water in de luchtpijp en de huidverontreiniging duidden niet op een natuurlijk water, wat de zoektocht naar de verstopplaats niet bepaald inperkte. Ieder huis met een zwembad in de kelder kwam in aanmerking.

Zelfs een stomme badkuip zou voldoende zijn, dacht Stoya.

Er stond maar één ding vast: Karla noch Melanie of Robert – de slachtoffertjes die een paar weken later volgden – was in de vrije natuur gedood. En daar was ook hun linkeroog niet verwijderd...

‘Ik vermoord hem,’ hoorde Stoya een gesmoorde stem achter hem zeggen, terwijl hij bijna onbeweeglijk bij het lijk knielde. Zelfs de dood was er niet in geslaagd Lucia’s lichaam minder aantrekkelijk te maken. Ze was strak en slank geweest, zoals veel vrouwen die met een heel wat oudere, heel wat lelijkere en – niet te vergeten – heel wat rijkere man zijn getrouwd. Als eigenaar van de grootste schoonmaakketen van Berlijn had Thomas Traunstein zich beslist meer dan één villa kunnen veroorloven. En beslist meer dan één vrouw als Lucia.

‘Ik vermoord die klootzak. Dat zweer ik!’

De collega die zich van achteren over hem heen boog, paste nauwelijks onder het tentzeil dat de technische rechercheurs een paar minuten eerder in de tuin hadden opgezet. Mike Scholokowski was een kleine twee meter lang en het soort vriend dat je belde als je bij een verhuizing iemand nodig had die een koelkast naar de vijfde verdieping kon sjouwen.

‘Of haar,’ mompelde Philipp Stoya zacht. Zijn knieën kraakten terwijl hij langzaam opstond, met zijn blik onafgebroken op de dode vrouw gericht.

‘Wat?’

‘Je vermoordt hém, Scholle. Of háár. We weten nog niet van welk geslacht de dader is.’

Alle slachtoffers, zowel de vrouwen als de kinderen, waren niet bijzonder groot of sterk. Er hoefde dus geen sterk verzet te worden gebroken. Het ontbreken van sporen van een gevecht wees erop dat de dader het verrassingsmoment in zijn of haar voordeel had gebruikt. Degene die verantwoordelijk was voor de dood van Lucia Traunstein en voor de ontvoering van Tobias en Lea kon mannelijk of vrouwelijk zijn of misschien wel in een team werken, zoveel had professor Adrian Hohlfort, de profiler die met hen aan deze zaak werkte, al prijsgegeven. Helaas niet veel meer.

Scholle trok zijn neus op, wreef over zijn dubbele kin en staarde naar de vrouw, wier hoofd in een groteske hoek van negentig graden verdraaid op haar romp zat. Gebroken nek. Nog een verwijzing naar de werkwijze van de ogenverzamelaar.

De wijd opengesperde ogen van de dode keken verbaasd langs de beide speurders naar de betrokken wolkenhemel.