Reading Online Novel

De Therapie(49)



Het duurde een paar minuten voordat hij de bovenste la van de gangkast had doorzocht. Eindelijk vond hij het rode, beduimelde opschrijfboekje waarin zijn vader jaren geleden alle belangrijke telefoonnummers van het eiland had genoteerd. Eerst zocht hij onder de ‘A’, maar het nummer bleek onder de ‘P’ te staan, van ‘pension’. Hij liet het toestel exact drieëntwintig keer overgaan voordat hij met een zucht weer ophing.

Wat hadden het Marriott Marquise aan Times Square in New York en de Ankerhof gemeen? vroeg Viktor zich spottend af. Hij probeerde het opnieuw, in de hoop dat hij de eerste keer verkeerd gedraaid had, en hield vol totdat hij ten slotte weer de bezettoon hoorde.

Niemand thuis.

Hij keek uit het raam en had er moeite mee om achter de muur van regen de zwarte golven te onderscheiden die zich in een eindeloze rij een weg baanden vanaf open zee naar het strand.

Zenuwachtig bladerde hij in het verfomfaaide boekje tot hij de letter ‘H’ gevonden had. In tegenstelling tot Isabell en Trudi nam Halberstaedt wel op.

‘Neem me niet kwalijk dat ik u stoor op een vrije dag, burgemeester. Maar ik heb eens nagedacht over wat u de afgelopen dagen tegen me zei en ik denk dat ik nu toch uw hulp nodig heb.’

‘Hoe bedoelt u? Ik begrijp het niet.’ Halberstaedt klonk wat verward.

‘Ik zou zelf wel naar het dorp komen als het niet zo regende, maar u woont er vlakbij, dus dacht ik…’

‘Wat?’

‘Ik moet dringend met Anna spreken.’

‘Met wie?’

‘Met Anna,’ antwoordde Viktor. ‘U weet wel, die vrouw. Anna Spiegel.’

‘Zegt me niets.’

In zijn rechteroor hoorde Viktor een zachte fluittoon, die langzaam aanzwol.

‘Ach, wat! We hebben het de afgelopen dagen een paar keer over haar gehad. De vrouw die u in de gaten had gehouden en van wie u dacht dat ze mijn hond had gedood.’

‘Ik weet echt niet wat u bedoelt, dr. Larenz.’

‘Is dat een grap? U hebt me zelf een paar keer voor haar gewaarschuwd. Gisteren nog, toen u het lichaam van Sindbad kwam brengen.’

‘Voelt u zich wel goed, dr. Larenz? Ik ben de hele week nog niet bij u langs geweest. En ik heb helemaal niets met uw hond gedaan.’

De fluittoon had inmiddels een irritante sterkte bereikt en breidde zich ook uit naar zijn linkeroor.

‘Hoor eens…’ Viktor zweeg midden in de zin, toen hij een bekende stem op de achtergrond hoorde. ‘Was zij dat?’

‘Wie?’

‘Anna. Is ze bij u?’

‘Ik ken geen Anna, dr. Larenz. En ik ben hier helemaal alleen.’

Viktor klemde de hoorn in zijn hand als een drenkeling die zich aan een reddingsboei vastklampt.

‘Dat is toch… Maar…’ Hij wist niet wat hij verder nog moest zeggen, totdat hem iets inviel. ‘Momentje.’

Viktor rende naar het halletje en haalde de badjas. Opgelucht voelde hij het gewicht van het geladen pistool, dat nog in de rechterzak zat – het bewijs dat hij niet gek geworden was.

Viktor rende terug naar de telefoon.

‘Oké, Patrick, ik weet niet wat voor een spelletje je speelt, maar ik heb hier het wapen in mijn hand dat ik van jou gekregen heb.’

‘O.’

‘Wat bedoel je met “O”?’ Viktor stond bijna te schreeuwen. ‘Kun je me eindelijk uitleggen wat hier aan de hand is?’

‘Dat… Nou ja…’ Opeens begon Halberstaedt te stamelen. Viktor wist nu zeker dat er iemand achter hem stond die hem instructies gaf.

‘Laat maar. Luister, Patrick. Ik weet niet wat zich daar afspeelt. Dat komt later wel. Maar nu moet ik dringend Anna spreken. Zeg haar in elk geval dat ik op weg ga en verwacht dat ze op haar kamer zal zijn als ik hooguit over een uur bij Trudi in de Ankerhof aankom. En ga daar zelf ook naartoe, dat lijkt me het beste. Dan kunnen we de zaak uitpraten.’

Een zucht aan de andere kant van de lijn. Opeens gooide de burgemeester het over een andere boeg. Zijn nerveuze, bijna onderdanige toon maakte plaats voor een mateloze arrogantie.

‘Ik zeg het u nog één keer, dr. Larenz: ik kén geen Anna. En zelfs als dat wel zo was, zou ik onmogelijk kunnen doen wat u van me vraagt.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat Trudi’s pension al weken gesloten is. De Ankerhof is dicht. Daar logeert helemaal niemand.’

En de verbinding werd verbroken.





39


HET INZICHT WAS ALS EEN PUZZEL MET EEN VOORAF ONBEKEND aantal stukjes. En de voorstelling zou pas duidelijk worden als het hele mozaïek was gevormd.

Viktor had met zijn vragen het kader voor de puzzel gelegd. Nu moest hij het beeld nog invullen met de antwoorden – antwoorden op dringende vragen als:

Wie had Sindbad gedood?

Waarom had hij zich de hele tijd zo ziek gevoeld?