Reading Online Novel

De Orsini broers 04(3)



Verdorie! Als je het over de duivel had…

‘Ga je nu al, mio figlio?’ vroeg Cesare met een glimlach. Zoals altijd was hij onberispelijk gekleed, ditmaal in een designsmoking.

‘Ja,’ antwoordde Nick kortaf.

Cesare grinnikte. ‘Een man die er geen doekjes om windt, is een man naar mijn hart.’

‘Je hebt geen hart, vader.’

‘En je bent ad rem, dat zie ik graag.’

‘Dat moet ongetwijfeld een compliment voorstellen, maar eerlijk gezegd doen je woorden me niet zoveel. Als je het niet erg vindt, ik stond op het punt om te –’

‘Was je op Dantes bruiloft soms vergeten dat ik je wilde spreken?’

Tijdens de receptie had Cesare Falco en hem meegenomen naar zijn studeerkamer, waarna hij Nick had opgedragen om op de gang te wachten terwijl hij met Falco sprak. Wat doe ik hier in vredesnaam, had Nick na een paar minuten bij zichzelf gedacht. Ik lijk wel gek dat ik hem gehoorzaam! Bovendien wist hij toch al wat zijn vader hem wilde vertellen: de codes van kluizen, de locatie van opslagplaatsen, de namen van advocaten en boekhouders – alles wat de zonen van de don moesten weten voor het geval hij onverwachts zou sterven. Dat geen van hen ook maar iets te maken wilde hebben met het geld van de Orsini-famiglia, zoals ze door de media werden genoemd, deed er niet toe.

‘Je hebt vijf minuten,’ zei Nick nu bruusk. ‘Maar eerlijk gezegd ben ik niet geïnteresseerd in wat je te zeggen hebt.’

‘Misschien kan ik je van gedachten doen veranderen,’ zei Cesare, terwijl ze naar zijn studeerkamer liepen.



Tien minuten later staarde Nick naar zijn vader, die achter zijn grote mahoniehouten bureau was gaan zitten. ‘Je wilt in een wijnmakerij investeren,’ vatte hij ongelovig samen.

Cesare liet zijn handen op het glanzende blad van zijn bureau rusten en knikte. ‘Ja.’

‘De Antoninni Vinery in Florence in Italië.’

‘In Toscane, Nicolo,’ verbeterde zijn vader hem. ‘Ik heb nog niets getekend, maar het komt er inderdaad op neer dat ik hopelijk in de wijngaard van de prins ga investeren.’

‘De prins.’ Nick stootte een kort humorloos lachje uit. ‘Het klinkt als een slechte film. De prins en de don: een klucht in twee bedrijven.’

‘Ik ben blij dat je je amuseert,’ zei Cesare koel.

‘Heb je hem soms een aanbod gedaan dat hij niet kon weigeren?’

De uitdrukking op het gezicht van de don werd dreigend. ‘Let op je woorden als je tegen me praat.’

‘Waarom zou ik?’ Nick leunde over het bureau heen en sloeg met zijn platte handen op het oppervlak. ‘Ik ben niet bang voor je. Twintig jaar geleden ben ik erachter gekomen wat je bent, en vanaf dat moment ben ik nooit bang voor je geweest.’

‘En je hebt me ook nooit het respect getoond dat een zoon verschuldigd is aan zijn vader.’

‘Als je mijn respect had gewild, dan had je –’

‘Dit is tijdsverspilling,’ onderbrak Cesare hem abrupt. ‘Op dit moment wil ik van je expertise gebruikmaken.’

Langzaam ging Nick weer rechtop staan en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Wat bedoel je daarmee?’ vroeg hij argwanend.

‘Ik moet weten wat de werkelijke waarde van de wijngaard is, voordat ik een eindbod doe. Ik heb iemand nodig om een financiële evaluatie te doen.’

‘En?’

‘Ik wil dat jij dat voor me doet.’

Nog voordat zijn vader was uitgesproken, schudde Nick al met zijn hoofd. ‘Ik evalueer banken, vader. Druiven zijn niet bepaald mijn specialiteit.’

‘Als ik het goed begrepen heb, evalueer jij activa. Dat is toch jouw taak in het bedrijf dat je samen met je broers bezit?’

‘Wat fijn om te weten,’ zei Nick op grimmige toon, ‘dat je in de gaten hebt dat ons bedrijf heel anders zaken doet dan jij.’

‘Ik ben een zakenman.’ Cesare kneep zijn ogen samen toen Nick laatdunkend snoof. ‘En jij bent een expert op het gebied van financiële acquisities,’ ging hij door. ‘De prins biedt me tien procent rente als ik vijf miljoen euro investeer. Is dat redelijk? Zou ik meer moeten krijgen? Raak ik alles kwijt omdat het bedrijf te diep in de problemen zit?’ De don pakte een bruine envelop van zijn bureau en wapperde ermee. ‘Ik heb de feiten en cijfers van hem gekregen, maar hoe weet ik wat ze betekenen? Ik wil jouw mening en conclusies horen.’

‘Stuur dan een accountant,’ zei Nick met een geforceerde glimlach. ‘Een van de paesano die je boekhouding zo creatief bijhouden.’

‘De vraag waar het echt om draait,’ ging zijn vader door zonder te reageren op die steek onder water, ‘is waarom hij mijn geld nodig heeft. Hij beweert dat hij wil uitbreiden, maar is dat waar? Die wijngaard is al vijfhonderd jaar familiebezit, dus waarom zou hij dan nu opeens investeerders nodig hebben? Ik heb antwoorden nodig, Nicolo. En wie kan dat beter voor me uitzoeken dan mijn eigen vlees en bloed?’