De Marcolini broers 01(5)
‘Maar nu ik weer in beeld ben, wil je ons huwelijk plotseling beëindigen? Zomaar ineens?’
Met een kille, minachtende blik keek ze hem aan. ‘Ons huwelijk was vijf jaar geleden al voorbij. Dat weet jij net zo goed als ik.’
‘En waarom was dat?’ vroeg hij. Dit keer deed hij geen poging om zijn opkomende woede te verbergen. ‘Omdat jij iemand de schuld wilde geven voor alles wat er gebeurd was, en ik was toevallig in de buurt.’
Verhit keek ze hem aan. Er klopte een ader in haar hals en haar vingers waren strak om haar handtas geklemd. Haar knokkels leken elk moment door haar dunne huid te kunnen barsten.
‘Je hebt me bedrogen,’ zei ze, zacht maar streng. ‘Je hebt me bedrogen toen ik in een diep dal zat en dat zal ik je nooit vergeven.’
Hij klemde zijn kaken op elkaar. ‘Je houdt dus nog steeds vol dat ik je ontrouw ben geweest tijdens de laatste maanden van onze relatie?’
Haar ogen leken vuur te spuwen. ‘Ik weet wat ik heb gezien,’ brieste ze op gedempte toon, zodat de andere gasten in de bar het niet zouden horen. ‘Je hield haar in je armen, probeer dat maar niet te ontkennen.’
‘Ik zou niet durven,’ zei hij. ‘Daniela was, en is nog steeds, een goede vriendin van de familie. Dat weet je. Ook dat heb ik je verteld toen we elkaar ontmoetten.’
‘Ja, maar je was er even vergeten bij te vertellen dat je de anderhalf jaar daarvoor ook haar minnaar was,’ kaatste ze de bal terug. ‘Een klein, maar belangrijk detail.’
Antonio zette zijn drankje neer. ‘Ik wilde je niet belasten met verhalen over mijn ex-vriendinnen,’ zei hij. ‘Dat leek me niet gepast, aangezien jij geen ervaring had op dat gebied.’
‘Ik heb in ieder geval genoeg ervaring opgedaan in het kleine jaar dat ik bij jou heb gewoond,’ zei ze met een verbitterde blik.
Een moment lang keken ze elkaar uitdagend aan. ‘Waarom zeg je het niet gewoon, Claire?’ vroeg hij. ‘Waarom vertel je iedereen in de bar niet gewoon wat je me echt kwalijk neemt?’
Nu had ze hem zo boos gemaakt dat ze niet meer wist wat ze moest doen. Ze was het gewend dat hij kil en afstandelijk was, klinisch gereserveerd, zonder een spoor van emotie op zijn maskerachtige gelaat.
Het viel haar op dat de andere gasten geïnteresseerd hun kant op begonnen te kijken en ze bloosde. ‘Zou je wat zachter willen praten?’ vroeg ze zachtjes. ‘Iedereen kijkt naar ons.’
‘Ze gaan hun gang maar.’
Toen ze iemand in de buurt hoorde grinniken, kromp ze ineen. ‘Kunnen we dan ten minste ergens anders heen gaan, ergens waar we iets meer privacy hebben?’ vroeg ze wanhopig.
Antonio stond op. ‘Loop maar mee,’ zei hij, waarna hij kordaat richting de liften liep.
Claire volgde iets langzamer op haar hoge hakken en stapte in de lift die hij voor haar openhield. Meteen ging ze helemaal achterin staan, zo ver mogelijk bij hem vandaan.
Haar zenuwen stonden op scherp, terwijl ze toekeek hoe hij het pasje scande dat hem toegang gaf tot het penthouse. De deuren gingen dicht en de lift schoot omhoog.
Afgezien van het mechanische gezoem was het stil in de lift en de spanning was haast tastbaar. Ze voelde haar hart onregelmatig kloppen en haar knieën knikten toen de lift uiteindelijk tot stilstand kwam.
Antonio hield de liftdeur voor haar open en ze glipte langs hem heen, waarbij ze een vlaag van zijn citroenachtige aftershave opving. Een uitdagende geur die allerlei herinneringen bij haar opriep, van haar lichaam onder het zijne, zijn geur op haar huid, hoe zout en sexy hij smaakte, hoe ontspannen ze was als ze nagenoten van hun gedeelde passie. Bij elk beeld gloeide haar lichaam. Ze voelde haar wangen opnieuw rood worden en vroeg zich af of hij wist waardoor dat kwam.
Nadat hij de deur naar zijn suite had opengedaan, wenkte hij haar. Met haar ogen op de grond gericht liep ze langs hem heen. Haar rok schuurde daarbij langs zijn broekspijp, waardoor ze zich nog bewuster werd van zijn aanwezigheid.
Toen ze de deur van de suite hoorde dichtgaan, kreeg ze overal kippenvel. Om haar reactie te verbergen, liep ze nonchalant naar het raam om het uitzicht te bekijken, alsof ze daarvoor gekomen was. Ze voelde dat hij dichterbij kwam en de haartjes in haar nek gingen rechtovereind staan. Toch wist ze een rilling te onderdrukken door zich te concentreren op een fel verlichte veerboot die onder de Harbour Bridge door voer.
‘Je wilt dus scheiden,’ zei hij, alsof ze een werkneemster was die om een loonsverhoging had gevraagd die ze niet zou krijgen.
Daarop draaide ze zich om en keek hem strijdlustig aan. ‘Je kunt niet weigeren, Antonio. Daarvoor zijn we al te lang uit elkaar.’
‘Dat besef ik,’ zei hij, en zijn donkere ogen bleven haar aankijken. ‘En als dat is wat je wilt, dan kun je het krijgen. Maar pas na mijn drie maanden hier.’