Reading Online Novel

Daniel, Zoon Van De Wind(13)





Het graf was van een vrouw. Hoewel er slechts delen van het skelet over waren kon hij zien dat het een vrouw was, omdat hij het verschil tussen een mannelijk en vrouwelijk bekken kende. De tanden in de kaak waren erg gezond. De naden in de schedel duidden erop dat de vrouw jong gestorven was. Hij werd overvallen door een plotselinge drang om dit alles aan de ossendrijvers uit te leggen. Maar aangezien hij niet over een taal beschikte liet hij het erbij. Ze maakten een graf een meter of vijftig verderop, verplaatsten het skelet en bedolven het. De ossen kwamen weer in beweging.



Die avond schreef hij een lange brief aan Matilda.!k heb ontdekt



dat ik een zeer eenzaam mens ben. Toen ik voor het open graf stond en het skelet zag van de vrouw, die vermoedelijk heel jong gestorven was, leek het alsof ik eindelijk gezelschap kreeg. Ik kan het gevoel moeilijk verklaren, en ik aarzel niet te zeggen dat het me ook angst inboezemt. Achtentwintig dagen heb ik alleen gesprekken met mezelf gevoerd. Over uiterlijk achtentwintig dagen moet ik een mens ontmoet hebben met wie ik een beschaafd gesprek kan voeren. Anders ben ik bang dat niet de woestijn of de hitte mijn dood zal worden. Maar mijn eenzaamheid.



Negentien dagen later zagen ze opnieuw een groepje Bosjesmannen zich als zwarte puntjes aan de horizon bewegen. De volgende dag stierf de eerste os. Ze slachtten het dier en bleven op de plek waar hij doodgegaan was. 's Nachts hoorde hij voor het eerst hyena's lachen in het duister.



Toen hij de volgende ochtend wakker werd en de tent uit kwam, waren Neka en een van de Consonanten verdwenen. Ze hadden een grote hoeveelheid vlees meegenomen en de helft van het resterende water. Hij werd voor het eerst getroffen door een woedeaanval en had met zijn revolver geschoten. Hij had recht op de zon gericht en drie schoten gelost. De ossen waren onrustig geworden, maar Amos had ze weten te kalmeren. Om niet het risico te lopen dat hij midden in de woestijn in de steek werd gelaten had hij die avond noodmaatregelen genomen. Hij had Amos en de andere ossendrijver ieder aan een wagenwiel vastgebonden. Hij was behoedzaam te werk gegaan, en had zich erover verbaasd dat ze het toelieten. Verscheidene keren was hij 's nachts wakker geworden en de tent uit gestormd omdat hij bang was dat ze zich los hadden weten te maken. Maar de mannen zaten tegen de wielen. In diepe slaap.



Hij zag in dat de woestijn hem al gedeeltelijk had overwonnen. Ze volgden nu niet langer de kaarten. Ze gingen waar de ossen hen trokken. Spoedig zou het water en eten op zijn. Hij maakte een inventarisatie en schreef vervolgens een brief aan Matilda met eencalculatie.De waarheid is nu ontzettend simpel. Als we niet binnen tien dagen de handelspost bereiken zal onze reis voorbij zijn. Dan is mijn bezoek aan de Kalahari-woestijn ten einde. Rest de vraag of ik genoeg moed zal hebben om mezelfdood te schieten of dat ik liggend in het zand door de zon verbrand zal worden.





Afgezien van de kever had hij slechts twee andere insecten gevonden. Het ene een duizendpoot van bijna twintig centimeter lang, het andere een nachtvlinder die op een ochtend dood naast het kampvuur had gelegen. Beide insecten had hij kunnen terugvinden in zijn naslagwerken. Hij was bang dat zijn museum uit deze drie potten zou bestaan. Iemand die ooit misschien op de onderge- stoven wagen zou stuiten, zou zich afvragen wie die gek was geweest die in deze hel van zand had rondgetrokken om insecten te verzamelen in glazen potten, waarvan de alcohol allang verdampt was.

Hij was begonnen af te tellen. Drie dagen voordat het einde van al het voedsel en water in zicht kwam, werd Amos getroffen door hoge koorts. Gedurende een etmaal waren ze genoodzaakt te blijven waar ze waren. Amos ijlde, jammerde als een klein kind, en Bengler was ervan overtuigd dat ze spoedig het eerste expeditielid zouden begraven. Maar 's ochtends was de koorts net zo snel verdwenen als hij was komen opzetten.



Ze gingen verder. Vlak voor de middagrust begon de andere ossendrijver ijverig te zwaaien en te wijzen naar een punt ten westen van hun route. Het duurde lang voordat hij erin slaagde te ontdekken wat de ossendrijver gezien had. Eerst was het alsof het zand trilde. Maar daarna zag hij dat zich daar een groepje bomen en een paar huizen bevonden. Ineens hoorde hij in de verte een paard hinniken. De ossen antwoordden met vermoeid geloei.



Op dat moment barstte hij in tranen uit. Hij keerde zich af, zodat Amos en de andere man zijn zwakheid niet zouden zien.

Even later had hij zichzelf weer in de hand. Hij veegde de traanstrepen weg en maande de ossen aan. Ze liepen nu een andere kant op. Voor het eerst had hij een doel.



Veel later zou hij zich vergeefs proberen te herinneren wat hij op dat ogenblik gedacht of gevoeld had, toen ze de huizen ontdekten en het paard hoorden hinniken. Maar de opluchting had alles opgeslokt.



Kort voor drie uur 's middags arriveerden ze.