Dagboek van een submissive(63)
SOPHIE ZEGT: En jij bent me trouwens een slipje schuldig.
Na een paar minuten kwam zijn reactie en die klonk veel serieuzer dan wat hij tot nu toe had geschreven.
JAMES ZEGT: Op het moment zelf ging het wel goed, maar ik was bang dat ik te ver was gegaan toen je de afspraak afzegde.
Ik was in de war, maar ook een beetje boos dat hij dacht dat ik niet eerlijk tegen hem was geweest. Ik kwam verdorie juist meestal in de problemen door mijn eerlijkheid en van tijd tot tijd door mijn botheid.
SOPHIE ZEGT: Nee, ik moest echt werken. Het was geen smoes. Als ik je niet meer had willen zien, had ik je dat gewoon gezegd.
Hij liet een paar minuten niets van zich horen. Lang genoeg om een artikel af te maken waar ik mee bezig was, dat op te halen bij de printer en met een kop thee terug naar mijn bureau te lopen. Ik had het gevoel dat ik meer moest zeggen, maar ik wist niet hoe ik deze situatie kon oplossen. Als dat al mogelijk was.
SOPHIE ZEGT: Dat slipjesgedoe was prima. Sexy zelfs. Ik kon het prima hebben.
Er schoot me opeens iets te binnen.
SOPHIE ZEGT: En trouwens, als ik me daarvoor had geschaamd of me er ongemakkelijk bij had gevoeld, waarom zou ik dan nog bij je zijn komen eten?
Mijn mobiel lag bij de rand van mijn bureau en hij trilde.
JAMES ZEGT: Lekkere biefstuk en aaibare kittens?
Ik grijnsde. Voor ik kon antwoorden, trilde de telefoon weer.
JAMES ZEGT: Dus dat slipjesgedoe was ‘sexy’, hè? Opwindend, of moest je alleen blozen?
Ik kreeg het al warm bij de herinnering.
SOPHIE ZEGT: Mag het beide zijn?
JAMES ZEGT: Ik vind van wel, maar veel mensen zouden het daar niet mee eens zijn.
SOPHIE ZEGT: Ik sta wat dit betreft aan jouw kant.
JAMES ZEGT: Interessant genoeg denk ik dat jij op veel meer fronten aan mijn kant staat. Ga een vergadering in. De rest bewaar ik voor later. x
Dat was nog eens een cliffhanger. Ik voelde de hoop opborrelen dat de aanwijzingen die ik onbewust had opgepikt juist waren en dat James seksueel gezien dominant was. Maar ik was cynisch genoeg om een lijst samen te stellen van de dingen die hij kon bedoelen die geen betrekking hadden op het op zijn kop zetten van mijn wereld op de ranzige en niet-ranzige manieren waar ik op hoopte. Iets met: nee heb je en ja kun je krijgen en zo.
Hij liet me wel wachten.
Om negen uur die avond was ik net alles aan het afronden toen ik eindelijk het bekende boodschappiepje van mijn mobiel hoorde.
JAMES ZEGT: ... En was er naast dat slipjesgedoe bij het restaurant nog iets anders wat je opwindend vond?
Daar moest ik om lachen. Ik hoopte dat ik hem goed begreep, maar ik zou me inhouden tot hij zijn kaarten wat meer op tafel had gelegd. Ik weet het, dat klinkt alsof ik een spelletje speelde, maar dat was echt niet zo. Tot ik precies wist waar ik aan toe was, wilde ik hem niet afschrikken.
SOPHIE ZEGT: Vis je nou naar complimentjes? Had je soms iets speciaals in gedachten?
Ik zag hem zo voor me, met een boze blik in zijn ogen bij de beschuldiging dat hij naar complimentjes viste. Dat vond ik wel grappig.
JAMES ZEGT: Nou, bijvoorbeeld toen ik je spankte?
Nu vulde mijn grijns mijn gezicht. Oké, nu wist ik wel waar hij naartoe wilde, maar ik kon het niet laten hem nog even te pesten.
SOPHIE ZEGT: Wel lekker, maar je hebt me niet echt pijn gedaan.
Koppig? Ik? Nou, misschien een beetje. Maar dit was wel leuk.
JAMES ZEGT: Wie zegt dat ik probeerde je pijn te doen?
Oké, mijn mond werd droog. Hoe moest ik daar nou op reageren? Voor ik iets kon bedenken, trilde mijn telefoon in mijn hand.
JAMES ZEGT: Wil je dat ik je meer pijn doe?
Ik wist het antwoord op die vraag. Ik wist vrijwel zeker dat hij het ook wist. Maar het typen van die twee lettertjes voelde als een enorme sprong in het duister. Ik wist niet of ik dat wel durfde. Ik hield een slag om de arm.
SOPHIE ZEGT: Je zei toch dat aardige kerels dat niet deden?
JAMES ZEGT: Jij zei toch dat saaie kerels dat niet deden, maar aardige kerels juist wel?
Hm, ik was in mijn eigen kuil gevallen.
SOPHIE ZEGT: Ja.
JAMES ZEGT: Ja op wat? Aardige kerels doen dat juist wel of je wilt dat ik je pijn doe?
Ik was ontzettend zenuwachtig. Dit werd óf ongelofelijk óf een enorm misverstand waarbij ik mezelf goed voor paal zette. Ik verzamelde al mijn moed.
SOPHIE ZEGT: Beide.
Ik staarde naar de telefoon. Ik wist niet eens wat ik in het volgende berichtje wilde lezen. Ik was opgewonden, maar ook bang voor waar dit toe zou leiden als alles ging zoals ik hoopte. Ik had niet moeten reageren – misschien was het gewoon geouwehoer – maar ik kon het niet laten. Mijn nieuwsgierigheid moest worden bevredigd.
SOPHIE ZEGT: Wil je me soms aan het huilen hebben?
Ik besefte pas toen mijn telefoon trilde dat ik mijn adem had ingehouden bij het wachten op antwoord. Ik wist eigenlijk niet eens zeker of ik het antwoord wilde lezen.
JAMES ZEGT: Als je me vraagt of ik een sadist ben, dan is het antwoord: dat denk ik niet. Normaal gesproken niet. Ik word niet geil door iemand pijn te doen, maar wel als ik een sub uitdaag die juist op pijn geilt, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik vind het geweldig om haar haar eigen grenzen te laten verkennen, haar door die barrière te laten breken tot ze van bevrijding jankt.