Reading Online Novel

Dagboek van een beschermengel(43)



‘Heel anders,’ beaamde ik. ‘Is dat de betekenis van een andere kleur? Ik bedoel, waarom zou mijn gewaad ineens vanzelf van kleur veranderen?’

‘Lieve hemel, niet zoveel vragen tegelijk,’ lachte ze. ‘De verandering heeft te maken met de voortgang van je spirituele reis. Je hebt een belangrijke mijlpaal bereikt, zo te zien. Blauw is een mooie kleur.’

‘Maar wat betekent…’

Ze bleef staan en keek me streng aan.

‘We moeten het over die twee hebben.’ Ze gebaarde naar Margot en Tom, die schaapachtig stonden te kletsen en te flirten.

‘Ik luister.’

‘Niet luisteren. Kijken.’

En midden op straat in Lenox Avenue schoven boven de overvolle vuilnisbakken en pokdalige huizen de wolken uiteen om een visioen te tonen.

Ik zag een jongetje van een jaar of negen, met een besmeurd gezicht. Hij droeg kleren die deden denken aan een straatschoffie van rond 1850: een geruite pet, groezelig bloesje, korte broek en een sjofel jasje. Hij spreidde zijn armen en opende zijn mond, alsof hij stond te zingen. Een seconde later zag ik dat hij op een podium stond. Onder het honderdkoppige publiek was de zwarte vrouw in de gele jurk die we eerder hadden ontmoet. Ze was wat ouder nu, met kortgeknipt haar en twinkelende ogen, en ze keek gespannen naar het podium. Ik begreep dat de jongen haar zoon was. Het doek viel en de jongen rende de coulissen in. De man in wiens armen hij zich wierp, was Tom. Zijn vader.

‘Begrijp je nu wat ik hier kom doen?’ Nan trok een wenkbrauw op.

‘Je wilt dat ik een romance tussen Margot en Tom voorkom.’

Nan schudde haar hoofd. ‘Ik wil dat je het complete plaatje ziet voordat je met de puzzelstukken gaat goochelen. Je weet al met wie Margot zal trouwen. En nu heb je ook gezien wat de gevolgen zijn van Toms keuze.’

‘Maar hij heeft zijn keuze nog niet gemaakt. En Margot ook niet.’ Ik zweeg en slaakte een diepe zucht. Ik begon me op te winden. ‘Hoor eens, ik ben niet voor niets mijn… Margots beschermengel geworden en ik denk dat dat is omdat ik maar al te goed weet wat ze wel en wat ze niet had moeten doen. En een van de dingen die ze beter niet had kunnen doen, is met Toby trouwen.’

Nan haalde haar schouders op. ‘Waarom niet?’

Ik keek haar verbijsterd aan. Waaróm niet? Ik wist niet eens waar ik moest beginnen.

‘Neem nou maar van mij aan dat Toby en ik… niet bij elkaar pasten. We zijn gescheiden, weet je nog? Waarom zou ik Margot met iemand laten trouwen als het toch niet werkt?’

Nan trok een wenkbrauw op. ‘Denk je dat het met Tom anders zal gaan?’

Ik sloot mijn ogen, leunde achterover en slaakte een gefrustreerde zucht. Het leek wel of ik aan een holbewoner stond uit te leggen wat neurowetenschappen waren.

‘Ik heb het Lied der Zielen geleerd, weet je,’ zei ik uiteindelijk.

Ze wierp me een steelse blik toe. ‘Zo? Heb je er iets aan gehad?’

Ik bleef staan. ‘Het Lied der Zielen is niet het enige, is het wel? Ik kan de dingen echt veranderen.’

‘Ruth…’

‘Ik kan erachter komen wie me heeft vermoord en het voorkomen. Ik kan de loop van mijn leven veranderen en…’

We stonden voor de Lenox Lounge.

Nan keek me vorsend in de ogen. ‘Er zijn heel, heel veel dingen die je kunt doen als beschermengel, vooral in jouw geval. Het gaat er echter niet om wat je kúnt doen. “Ik kan het” is een menselijk concept, een mantra van het ego. Jij bent een engel. Nu draait het om de wil van God.’ Ze maakte aanstalten om weg te lopen.

Nu was ik aan de beurt om het waarom-spelletje te spelen. ‘Leg me dan uit waarom dat zo is, Nan,’ zei ik. ‘Ik heb God nog niet gezien. Waarom kan ik de dingen niet veranderen als ik precies weet hoe mooi het had kunnen zijn?’

‘Weet je dat werkelijk?’

Het medelijden op haar gezicht bracht me aan het weifelen.

Toch ging ik door, al was het iets minder overtuigd. ‘Hoewel ik dood ben, ervaar ik Margots leven op een indirecte manier nog steeds. Misschien kan ik de dingen een andere wending geven, zodat ik niet in de bloei van mijn leven doodga, terwijl de relatie met mijn zoon volledig verstoord is, misschien kan ik een oude, wijze dame worden, iets goeds doen voor de wereld…’

Ze was al aan het verdwijnen, ergens naartoe waar mijn protesten haar niet konden bereiken. Ik beet op mijn lip. Ik vond het vreselijk als onze gesprekken zo heftig eindigden. ‘Pas goed op jezelf,’ riep ze me toe, en ze was verdwenen. Ik keek instinctief achterom. Een donkere schim, een autoraampje en daarin een weerspiegeling: het gezicht van Grogor. Hij knipoogde naar me.

Ik stond in de regen en voelde het water trillend langs mijn rug stromen. Ik wist niet of het hart dat in mijn borst klopte van mij was of slechts een herinnering aan het mijne, of de keuzes die Margot maakte van mij of van haar waren, en voor het eerst van mijn leven wist ik niet in hoeverre ik er iets over te zeggen had. En dat maakte me woest.