Crossfire - 2 Begeerd door jou(90)
‘Misschien is dit het wel.’
Ik tilde mijn hoofd van het kussen en zag hem wijzen naar iets wat op zijn nachtkastje lag. Ik rolde me om, stond op en keek ernaar. Het was een plaatselijk homoblaadje.
‘Trey heeft het vandaag meegenomen,’ zei hij.
Er stond een foto van Cary boven een voorpagina-artikel over de aanslag op hem. In het artikel werd gespeculeerd dat de aanval door discriminatie ingegeven zou zijn. Ook werden zijn woonsituatie met mij en mijn romantische verhouding met Gideon Cross genoemd, om geen andere reden, zo leek het, dan een sappige invalshoek.
‘Het staat ook op hun website,’ voegde hij er zachtjes aan toe. ‘Ik denk dat iemand bij mijn agentschap heeft zitten roddelen, dat die roddel vervolgens is verspreid en dat iemand er wat politieke kletspraat van heeft gemaakt. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen dat het Cross ene moer kan schelen...’
‘Wat jouw seksuele voorkeuren zijn? Maakt hem niets uit. Zo is hij niet.’
‘Maar misschien denken zijn pr-mensen daar wel anders over. Zou kunnen dat hij je daarom onder de radar wil houden. En als hij zich zorgen maakt dat iemand achter jou aan zit om mij te pakken, verklaart dat waarom hij je veilig wil opbergen en van de straat wil houden.’
‘Waarom vertelt hij me dat dan niet gewoon?’ Ik legde het krantje neer. ‘Waarom doet hij zo lullig? Alles was zo geweldig toen we dat weekendje weg waren. Hij was geweldig. Ik dacht dat we echt aan een nieuw hoofdstuk waren begonnen. Ik moest er steeds aan denken dat hij totaal niet meer leek op de man die ik in eerste instantie had ontmoet, maar nu is hij zelfs nog erger. Hij heeft zo’n... ik weet het niet. Hij is echt miljoenen kilometers van me verwijderd. Ik snap het gewoon niet.’
‘Tja, dan moet je niet bij mij zijn, Eva.’ Cary pakte mijn hand en kneep erin. ‘Hij is degene die het weet.’
‘Je hebt gelijk.’ Ik ging naar mijn handtas en pakte mijn telefoon. ‘Ik ben zo terug.’
Ik ging naar het kleine afgelegen balkonnetje dat een eindje weg was van de wachtruimte voor bezoekers, en belde Gideon. Zijn telefoon ging vele malen over en ging vervolgens naar de voicemail. Ik probeerde hem dus maar thuis te bellen. Na de derde keer overgaan nam Gideon op.
‘Cross,’ zei hij kortaf.
‘Hé.’
Er was een hartslag lang een stilte te horen, en toen: ‘Wacht even.’
Ik hoorde een deur opengaan. Het geluid van de telefoon veranderde: hij was weggelopen van waar hij eerst was.
‘Gaat alles goed met je?’ vroeg hij.
‘Nee.’ Ik wreef in mijn vermoeide ogen. ‘Ik mis je.’
Hij zuchtte. ‘Ik... ik kan nu niet met je praten, Eva.’
‘Waarom niet? Ik begrijp niet waarom je zo kil tegen me doet. Heb ik iets verkeerd gedaan?’ Ik hoorde gemompel en besefte dat hij het spreekgedeelte had bedekt om met iemand anders te praten. Een afschuwelijk gevoel dat er bedrog in het spel was, maakte mijn borstkas gespannen, waardoor ik nog maar moeilijk adem kon halen. ‘Gideon. Wie is er daar bij jou thuis?’
‘Ik moet gaan.’
‘Zeg me wie er daar bij je is!’
‘Angus staat om zeven uur bij het ziekenhuis. Zorg dat je goed slaapt, engel.’
De verbinding werd verbroken.
Ik liet mijn hand zakken en staarde naar mijn telefoon, alsof die me op een of andere manier kon vertellen wat er in godsnaam zojuist was gebeurd.
Ik ging terug naar Cary’s kamer. Toen ik de deur openduwde, voelde ik me overbelast en bedroefd.
Cary keek me aan en zuchtte. ‘Je ziet eruit alsof je puppy net is doodgegaan, meissie.’
Toen gingen de sluizen open. Ik begon te snikken.
14
Die nacht sliep ik nauwelijks. Ik lag te woelen en te draaien. Af en toe viel ik in slaap, maar dan weer was ik klaarwakker. En elke keer als de zuster binnenkwam om naar Cary te kijken, werd ik ook weer wakker. Zijn hersenscans en de resultaten van het laboratorium zagen er goed uit en er was niets blijvend beschadigd, zodat ik me geen zorgen hoefde te maken. Maar ik was er niet voor hem geweest toen hij gewond was geraakt. Het voelde alsof ik er nu voor hem moest zijn, slaap of geen slaap.
Even voor zessen gaf ik het op en stapte ik uit bed.
Ik pakte mijn tablet en mijn draadloze toetsenbord en liep naar de cafetaria voor koffie. Ik trok een stoel bij een van de tafels en ging zitten om een brief aan Gideon te schrijven. Op de paar momenten na dat ik hem de afgelopen dagen te pakken had gekregen, was het me niet gelukt aan hem over te brengen wat ik dacht. Dan zou ik maar alles moeten opschrijven. Alleen door regelmatige en open communicatie met elkaar te houden konden we het als stel overleven.
Ik nam kleine teugjes van mijn koffie en begon te typen. Eerst bedankte ik hem voor het heerlijke weekendje weg en vertelde ik hoeveel het voor me had betekend. Ik vertelde hem dat ik het idee had gehad dat we tijdens het uitje met onze relatie een grote stap in de goede richting hadden genomen, wat de terugval van afgelopen week alleen maar moeilijker te verteren maakte...