Crossfire - 2 Begeerd door jou(54)
‘Dat doe ik ook niet. En jij moet beseffen dat er meer dan één antwoord is voor alles. Wie zegt dat je me te hard nodig hebt? Wie zegt dat het niet gezond is? Niet jij. Je bent ongelukkig omdat je jezelf tegenhoudt.’
‘Mannen kunnen niet...’
‘Gelul. We zijn geen van beiden normaal. En dat is oké. Je moet dat stemmetje in je hoofd dat je gek maakt, uitzetten. Vertrouw erop dat ik weet wat je nodig hebt, zelfs als je denkt dat ik het verkeerd heb. Dan zal ik vertrouwen hebben in jouw beslissing om bij me te blijven ondanks al mijn tekortkomingen. Begrepen?’
Ik beet op mijn onderlip om het trillen te maskeren en knikte.
‘Je lijkt niet erg overtuigd,’ zei hij zacht.
‘Ik ben bang dat ik mezelf in je zal verliezen, Gideon. Ik ben bang om dat deel van mezelf te verliezen waar ik zo hard voor heb gewerkt om het terug te krijgen.’
‘Dat zou ik nooit laten gebeuren,’ beloofde hij fel. ‘Wat ik wil, is dat we ons allebei veilig voelen. Wat jij en ik samen hebben, moet ons niet zo uitputten als het op dit moment doet. Het zou het enige stevige houvast moeten zijn waar we allebei op kunnen rekenen.’
Mijn ogen prikten van de tranen bij de gedachte. ‘Dat wil ik,’ fluisterde ik. ‘Zo graag.’
‘Ik ga het je geven, engel.’ Gideon boog zijn donkere hoofd en streek met zijn lippen over die van mij. ‘Ik ga het ons allebei geven. En jij gaat het me laten geven.’
‘Het lijkt alsof het deze week beter gaat,’ zei Dr. Petersen toen Gideon en ik aankwamen voor onze therapieafspraak van donderdagavond.
Deze keer zaten we dicht bij elkaar, met onze handen in elkaar. Gideons duim liefkoosde mijn knokkels, en ik keek naar hem en glimlachte omdat ik rustig werd van zijn aanraking.
Dr. Petersen klikte de beschermhoes van zijn tablet open en ging gemakkelijker zitten. ‘Is er iets specifieks waar jullie het over willen hebben?’
‘Dinsdag was zwaar,’ zei ik zacht.
‘Dat kan ik me voorstellen. Laten we het hebben over maandagavond. Kun je me vertellen wat er gebeurd is, Eva?’
Ik vertelde dat ik wakker was geworden uit mijn eigen nachtmerrie en in die van Gideon gevangen bleek te zitten. Ik doorliep die nacht en de volgende dag met hem.
‘Dus nu slapen jullie apart?’
‘Ja.’
‘Die nachtmerries...’ – hij keek naar me op – ‘... hoe vaak heb je die?’
‘Zelden. Voordat ik met Gideon ging, was het bijna twee jaar geleden dat ik de laatste had.’ Ik keek hoe hij zijn stylus neerlegde en snel begon te typen. Er was iets aan zijn somberheid wat me verontrustte. ‘Ik hou van hem,’ flapte ik eruit.
Ik voelde Gideon naast me verstijven.
Dr. Petersen keek op en bestudeerde me. Hij keek even naar Gideon en toen weer naar mij. ‘Daar twijfel ik niet aan. Waarom zei je dat, Eva?’
Ik haalde onhandig mijn schouders op, me heel erg bewust van Gideons blik op mijn gezicht.
‘Ze wil uw goedkeuring,’ zei Gideon grimmig.
Zijn woorden voelden aan als schuurpapier.
‘Is dat waar?’ vroeg Dr. Petersen.
‘Nee.’
‘Dat is het verdomme wel.’ Het raspende geluid in Gideons stem was duidelijk hoorbaar.
‘Het is niet zo,’ wierp ik tegen, al had ik het hem eerst hardop moeten horen zeggen voor ik het begreep. ‘Ik ben gewoon... Het is gewoon de waarheid. Dat is wat ik voel.’
Ik keek naar Dr. Petersen. ‘We moeten dit laten lukken. We gaan dit laten lukken,’ benadrukte ik. ‘Ik wil er gewoon zeker van zijn dat we op één lijn zitten. Ik moet weten dat u begrijpt dat dit niet mag mislukken.’
‘Eva.’ Hij glimlachte vriendelijk. ‘Jij en Gideon hebben een heleboel om aan te werken, maar het is zeker niet ondoenlijk.’
Mijn adem ontsnapte in een roes van opluchting. ‘Ik hou van hem,’ zei ik nogmaals, met een besliste knik.
Gideon ging plotseling staan, en zijn hand kneep die van mij zowat fijn. ‘Hebt u een ogenblikje, dokter?’
Verward en een beetje bezorgd stond ik op en volgde hem naar buiten, de lege receptieruimte in. Dr. Petersens receptionist was al naar huis, en wij waren zijn laatste afspraak die dag. Ik wist van mijn moeder dat je een meerprijs voor deze afspraken moest betalen en ik was dankbaar dat Gideon bereid was dat niet eenmaal, maar tweemaal per week te doen.
De deur ging achter ons dicht en ik draaide me naar hem toe. ‘Gideon, ik zweer je dat het niet...’
‘Stil.’ Hij nam mijn gezicht in zijn handen en kuste me. Hij bewoog zijn mond zacht maar dringend over die van mij.
Ik was verrast, en het kostte me een paar tellen voor ik mijn handen onder zijn jasje liet glijden en zijn smalle middel vastgreep. Toen hij zijn tong diep in mijn mond stak, liet ik een zachte kreun ontsnappen.